Naar inhoud springen

Taalgids Chinees

Uit Wikivoyage
(Doorverwezen vanaf Chinese phrasebook)
Onderwerpen > Taalgidsen > Taalgids Chinees
Taalgids Chinees

Verspreiding van de verschillende Chinese dialecten.

Het Chinees is de officiële taal van China, Taiwan en Singapore. "Chinees" is een verzamelnaam van meerdere talen die in China gesproken worden, waarvan het Mandarijn en het Kantonees de grootste zijn. Om praktische redenen wordt in deze gids het standaardmandarijn gebruikt, de standaardtaal die in het grootste deel van het Chinese taalgebied bekend is.

Feitelijk kan men het Chinees beschouwen als een macrotaal, die wordt gesproken door ongeveer 1,22 miljard mensen. Naast China, Taiwan en Singapore zijn er ook veel sprekers van het Chinees in andere landen van het Verre Oosten, waaronder Maleisië, Thailand en Indonesië. Ook wordt de taal gesproken door vele overzeese Chinezen.

Karakters (Hanzi)

[bewerken]
Chinees opschrift in de Chinatown van Singapore.

Er zijn ongeveer 12.000 moderne Chinese karakters (Hanzi). In het verleden zijn er veel meer geweest. Het Kangxi woordenboek, geschreven tijdens de Qing-dynastie beslaat 47.035 karakters. Het recente Hanyu Cidian beslaat zo'n 56.000 karakters, maar hier zijn ook karakters bij die inmiddels in onbruik zijn geraakt.

Veel karakters kunnen op zich meerdere betekenissen hebben, maar meestal bestaat een woord uit twee of meer karakters, of kan uit de context worden opgemaakt welke betekenis wordt bedoeld.

Grammatica

[bewerken]

De grammatica van de Chinese talen is bijzonder eenvoudig en eigenlijk ook vrij logisch. Alleen het schriftsysteem en de korte klanken die voor elk karakter staan kunnen enigszins verwarrend werken op hen die een van de Chinese talen willen leren als een tweede taal.

Enige voorbeelden van de grammatica:

  • werkwoorden worden niet vervoegd
  • andere woorden worden ook niet verbogen, maar een hulpwoord geeft een betekenisverandering aan.

Uitspraak

[bewerken]

Klinkers

[bewerken]

Medeklinkers

[bewerken]

Woordenboek

[bewerken]

Basiswoorden

[bewerken]

Gebruikelijke uitdrukkingen


公開
OPEN
關閉
GESLOTEN
入口
INGANG
出口
UITGANG
DUWEN
TREKKEN
厕所 / 洗手间
WC
MANNEN
VROUWEN
禁止
VERBODEN
Goeiedag. (formeel)
. ( )
Hallo. (informeel)
concioa . ( )
Hoe gaat het?
 ? ( )
Goed, dank u.
. ( )
Hoe heet u?
 ? ( )
Ik heet ______.
. ( )
Aangenaam kennis te maken.
. ( )
Alstublieft.
. ( )
Dank u wel.
. ( )
Graag gedaan.
. ( )
Ja.
. ( )
Nee.
. ( )
Excuseer.
. ( )
Het spijt me.
. ( )
Tot ziens.
. ( )
Ik spreek geen ______.
. ( )
Spreekt u Nederlands?
 ? ( )
Spreekt hier iemand Nederlands?
 ? ( )
Help!
 ! ( !)
Goeiemorgen.
. ( )
Goeienavond.
. ( )
Welterusten.
. ( )
Ik begrijp het niet.
. ( )
Waar is de wc?
 ? ( ?)

Bij problemen

[bewerken]
Laat me met rust.
. ( )
Raak me niet aan!
 ! ( !)
Ik bel de politie.
. ( )
Politie!
 ! ( )
Stop! Dief!
 !  ! ( )
Ik heb uw hulp nodig.
. ( )
Het is een noodgeval.
. ( )
Ik ben verdwaald.
. ( )
Ik ben mijn tas kwijt.
. ( )
Ik ben mijn portemonnee kwijt.
. ( )
Ik ben ziek.
. ( )
Ik ben gewond.
. ( )
Ik heb een dokter nodig.
. ( )
Mag ik uw telefoon gebruiken?
 ? ( )

Cijfers

[bewerken]
1
(yi )
2
( er)
3
(san )
4
( )
5
( )
6
( )
7
( )
8
( )
9
( )
10
( )
11
( )
12
( )
13
( )
14
( )
15
( )
16
( )
17
( )
18
( )
19
( )
20
( )
21
( )
22
( )
23
( )
30
( )
40
( )
50
( )
60
( )
70
( )
80
( )
90
( )
100
( )
200
( )
300
( )
1000
( )
2000
( )
1.000.000
( )
1.000.000.000
( )
1.000.000.000,000
( )
nummer _____ (trein, bus, enz.)
( )
half
( )
minder
( )
meer
( )

Tijd

[bewerken]
nu
( )
later
( )
voor
( )
ochtend
( )
middag
( )
avond
( )
nacht
( )
Klok
[bewerken]
Eén uur 's ochtends
( )
Twee uur 's ochtends
( )
Twaalf uur 's middags
(
Eén uur 's middags
( )
Twee uur 's middags
( )
Twaalf uur 's nachts
( )
Duur
[bewerken]
_____ minu(u)te(n)
( )
_____ u(u)r(en)
( )
_____ dag(en)
( )
_____ we(e)k(en)
( )
_____ maand(en)
( )
_____ ja(a)r(en)
( )
Dagen
[bewerken]
vandaag
( )
gisteren
( )
morgen
( )
deze week
( )
vorige week
( )
volgende week
( )
maandag
( )
dinsdag
( )
woensdag
( )
donderdag
( )
vrijdag
( )
zaterdag
( )
zondag
( )
Maanden
[bewerken]
januari
( )
februari
( )
maart
( )
april
( )
mei
( )
juni
( )
juli
( )
augustus
( )
september
( )
oktober
( )
november
( )
december
( )

Kleuren

[bewerken]
zwart
( )
wit
( )
grijs
( )
rood
( )
blauw
( )
geel
( )
groen
( )
oranje
( )
paars
( )
bruin
( )

Vervoer

[bewerken]

Trein en bus

[bewerken]
Hoeveel kost een kaartje naar _____?
 ? ( )
Een kaartje naar _____, alstublieft.
. ( )
Waar gaat deze trein/bus naartoe?
 ? ( )
Waar is de trein/bus naar _____?
 ? ( )
Stopt deze trein/bus in _____?
 ? ( )
Wanneer vertrekt de trein/bus naar_____ ?
 ? ( )
Wanneer komt de trein/bus aan in _____?
 ? ( )

Richtingen

[bewerken]
Hoe kom ik in _____ ?
 ? ( )
...het station?
 ? ( )
...de bushalte?
 ? ( )
...de luchthaven?
 ? ( )
...het stadscentrum?
 ? ( )
...de jeugdherberg?
 ? ( )
...het _____ hotel?
 ? ( )
...het Nederlands/Belgisch/Surinaams consulaat?
 ? ( )
Waar zijn er veel...
( )
...hotels?
 ? ( )
...restaurants?
 ? ( )
...cafés?
 ? ( )
...bezienswaardigheden?
 ? ( )
Kunt u het op de kaart aanduiden?
 ? ( )
straat
( )
Links afslaan.
. ( )
Rechts afslaan.
. ( )
links
( )
rechts
( )
rechtdoor
( )
richting de _____
( )
voorbij de _____
( )
voor de _____
( )
Let op de/het _____.
. ( )
kruispunt
( )
noord
( )
zuid
( )
oost
( )
west
( )
bergop
( )
bergaf
( )

Taxi

[bewerken]
Taxi!
 ! ( )
Breng me naar _____, alstublieft.
. ( )
Hoeveel kost het om naar _____ te rijden?
 ? ( )
Breng me daarheen, alstublieft.
. ( )

Slapen

[bewerken]
Heeft u nog kamers beschikbaar?
 ? ( )
Hoeveel kost een kamer voor één persoon/twee personen?
 ? ( )
Beschikt de kamer over...
( )
...lakens?
 ? ( )
...een WC?
 ? ( )
...een badkamer?
 ? ( )
...een telefoon?
 ? ( )
...een televisie?
 ? ( )
Mag ik de kamer eerst even zien?
 ? ( )
Heeft u niets rustiger?
 ? ( )
...groter?
 ? ( )
...schoner?
 ? ( )
...goedkoper?
 ? ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Ik blijf _____ nacht(en).
. ( )
Kunt u mij een ander hotel aanbevelen?
 ? ( )
Heeft u een kluis? (voor waardevolle bezittingen)
 ? ( )
...kluisjes? (voor kleding)
 ? ( )
Is het ontbijt/avondeten inbegrepen?
 ? ( )
Hoe laat is het ontbijt/avondeten?
 ? ( )
Wilt u mijn kamer schoonmaken?
 ? ( )
Kunt u me wakker maken om _____ uur?
 ? ( )
Ik wil uitchecken.
. ( )

Geld

[bewerken]
Kan ik met Amerikaanse dollars betalen?
( )
Kan ik met Britse ponden betalen?
( )
Kan ik met euro's betalen?
( )
Kan ik met een credit card betalen?
 ? ( )
Kunt u geld voor me wisselen?
 ? ( )
Waar kan ik geld wisselen?
 ? ( )
Kan ik hier traveler's cheques inwisselen?
 ? ( )
Waar kan ik traveler's cheques inwisselen?
( )
Wat is de wisselkoers?
 ? ( )
Waar is er een geldautomaat?
 ? ( )

Eten

[bewerken]
Een tafel voor één persoon/twee personen, alstublieft.
. ( )
Mag ik de menukaart even zien?
. ( )
Mag ik een kijkje nemen in de keuken?
. ( )
Is er een specialiteit van het huis?
 ? ( )
Is er een streekgerecht?
 ? ( )
Ik ben vegetariër.
. ( )
Ik eet geen varkensvlees.
. ( )
Ik eet geen rundvlees.
. ( )
Ik eet alleen koosjer.
. ( )
Kunt u dat met minder olie/boter/vet maken, alstublieft?
 ? ( )
vast menu
( )
à la carte
( )
ontbijt
( )
lunch
( )
afternoontea (maaltijd)
( )
avondeten
( )
Ik wil graag _____.
. ( )
Ik wil graag een gerecht met _____.
( )
kip
( )
rundsvlees
( )
vis
( )
ham
( )
worst
( )
kaas
( )
eieren
( )
salade
( )
(verse) groenten
( )
(vers) fruit
( )
brood
( )
geroosterd brood
( )
noedels
( )
rijst
( )
bonen
( )
Mag ik een glas _____?
 ? ( )
Mag ik een kopje _____?
 ? ( )
Mag ik een fles _____?
 ? ( )
koffie
( )
thee
( )
sap
( )
koolzuurhoudend water
( )
mineraalwater
( )
bier
( )
rode/witte wijn
( )
Mag ik wat _____?
 ? ( )
zout
( )
zwarte peper
( )
boter
( )
Ober!
 ! ( )
Ik ben klaar.
. ( )
Het was heerlijk.
. ( )
Kunt u de borden afruimen?
 ? ( )
De rekening, alstublieft.
. ( )

Uitgaan

[bewerken]
Serveert u alcohol?
 ? ( )
Is er bediening aan tafel?
 ? ( )
Een biertje/twee biertjes, alstublieft.
. ( )
Een glas rode/witte wijn, alstublieft.
. ( )
Een vaasje, alstublieft
. ( )
Een fles, alstublieft.
. ( )
_____ (sterke drank) met _____ (toegevoegde drank), alstublieft.
. ( )
whisky
( )
wodka
( )
rum
( )
water
( )
sodawater
( )
tonic
( )
sinaasappelsap
( )
cola
( )
Heeft u bittergarnituur?
 ? ( )
Nog eentje, alstublieft.
. ( )
Nog een rondje, alstublieft.
. ( )
Wanneer gaat u dicht?
 ? ( )
Proost!
 ! ( )

Winkelen

[bewerken]
Heeft u dit in mijn maat?
 ? ( )
Hoeveel kost dat?
 ? ( )
Dat is te duur.
. ( )
Wilt u het voor _____verkopen?
 ? ( )
duur
( )
goedkoop
( )
Dat kan ik mij niet veroorloven.
. ( )
Ik wil het niet.
. ( )
U bedriegt me.
. ( )
Ik ben niet geïnteresseerd.
. ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Mag ik een tasje?
 ? ( )
Bezorgt u (overzee)?
( )
Ik wil graag...
. ( )
...tandpasta.
. ( )
...een tandenborstel.
. ( )
...tampons.
. ( )
...zeep.
. ( )
...shampoo.
. ( )
...een pijnstiller.
. ( )
...een middel tegen verkoudheid.
( )
...maagtabletten.
... ( )
...scheermesjes
. ( )
...een paraplu.
. ( )
...zonnebrandcrème.
. ( )
...een ansichtkaart.
. ( )
...postzegels.
. ( )
...batterijen.
. ( )
...schrijfpapier.
. ( )
...een pen.
. ( )
...Nederlandstalige boeken.
. ( )
...Nederlandstalige tijdschriften.
. ( )
...een Nederlandstalige krant.
. ( )
...een Nederlands-Chinees woordenboek.
. ( )

Rijden

[bewerken]
Ik wil een auto huren.
. ( )
Kan ik het laten verzekeren?
 ? ( )
stop
( )
éénrichtingsstraat
( )
voorrang verlenen
( )
parkeerverbod
( )
snelheidslimiet
( )
tankstation
( )
benzine
( )
diesel
( )

Autoriteiten

[bewerken]
Ik heb niets verkeerds gedaan.
. ( )
Het was een misverstand.
. ( )
Waar brengt u me naartoe?
 ? ( )
Ben ik gearresteerd?
 ? ( )
Ik ben Nederlands/Belgisch/Surinaams staatsburger.
( )
Ik wil praten met de Nederlandse/Belgische/Surinaamse ambassade/consulaat.
( )
Ik wil met een advocaat spreken.
( )
Kan ik niet gewoon nu een boete betalen?
( )
Dit artikel is nog geheel in opbouw. Het bevat een sjabloon, maar nog niet genoeg informatie om bruikbaar te zijn voor een reiziger. Duik erin en breid het uit!