Taalgids Portugees

Uit Wikivoyage
Onderwerpen > Taalgidsen > Taalgids Portugees
Taalgids Portugees

COVID-19 Klik hier om te zien of er nog beperkende maatregel zijn voor het land van bestemming

Dit artikel behandelt alleen het Portugees zoals gesproken in Europa, Afrika en Azië. Zie Taalgids Braziliaans-Portugees voor het Portugees zoals gesproken in Brazilië.

Portugees is de belangrijkste taal van Portugal, maar deze taal spreekt men ook in Brazilië, Kaapverdië,Angola, Oost-Timor, Macau en Mozambique. Het Portugees is een Romaanse taal die het Latijns alfabet gebruikt.

Grammatica[bewerken]

Uitspraak[bewerken]

De uitspraak van het Portugees is vrij ingewikkeld en komt meer overeen met het Frans dan met het Spaans, dit komt onder andere door het gebruik van neusklanken en sjwa's.

Klinkers[bewerken]

Voor de klinkers geldt er een belang voor de klemtoon, valt de klemtoon op een A, E, O? Dan zal de klinker open uitgesproken worden. Zo niet? Dan wordt de klinker dof of nasaal uitgesproken. Bij de I, U verandert de uitspraak niet als deze beklemtoond is of niet. De klemtoon ligt altijd op de voorlaatste lettergreep, tenzij het woord op een i, im, l, r, u, um, z of tweeklank eindigt, dan valt de klemtoon op de laatste lettergreep.

A - Beklemtoond als A in Veranda, onbeklemtoond als A in Andermans, nasaal als een combinatie van A en UH.

E - Beklemtoond als E in Eten, onbeklemtoond als de E in Bakker, nasaal als EI in Bereik.

I - Als de IE in Diep.

O - Beklemtoond als O in Pardon, onbeklemtoond als de OE in Zoeken, nasaal als de O in Onder.

U - Als de OE in Zoeken.

Y - Als de IE in Diep, of tussen twee klinkers óf aan het begin van een woord als de J in Jawel.

Medeklinkers[bewerken]

B - Als de B in Bakker.

C - Voor een A, O, U als de K in Kaas, voor een E, I als de S in Singel.

D - Als de D in Dieren.

F - Als de F in Feest.

G - Voor een A, O, U, als de Engelse G in Good, voor een E, I als de ZJ in Journaal.

H - De H wordt niet uitgesproken in het Portugees.

J - Als de ZJ in Journaal.

K - Wordt niet gebruikt in de Portugese taal.

L - Als de L in Lang.

M - Als de M in Mand, maar aan het eind van een woord niet uitspreken.

N - Als de N in Naald.

P - Als de P in Paard.

QU - Voor een A als KWA in Kwaliteit, voor een E, I als de K in Kaas.

R - Als de R in Regen.

S - Tussen twee klinkers als de Z in Zingen, aan het einde van een woord als de SJ in Sjaal.

T - Als de T in Tijd.

V - Als de V in Vissen.

W - Wordt niet gebruikt in de Portugese taal.

X - Tussen twee klinkers als de X in Xylofoon, de S in Slaan, de Z in Zoeken of de SJ in Sjaal.

Z - In het midden of begin van een woord als de Z in Zon, aan het einde van een woord als de SJ in Sjaal.

Tweeklanken en dubbele medeklinkers[bewerken]

Tweeklanken[bewerken]
  • AU als de au in Auto.
  • ÃO als de au in Auto, maar dan nasaal. (Zoals de auw in nauw)
  • EI als de ei in Bereik.
  • ÕE als de oi in Fooi, maar dan nasaal.
  • AE als de aj in Kraai.
Dubbele medeklinkers[bewerken]
  • CH als de sj in Sjaal.
  • LH als de lettercombinatie LJ.
  • NH als de nj in Oranje.
  • SS als de s in Serie.
  • RR als een R, maar dan in de keel gevormd.

Neusklanken[bewerken]

Neusklanken zijn in het Portugees belangrijke aspecten die bijna in elke zin wel voorkomen. De hoofdregels voor neusklanken zijn:

  • Als een woord op een M eindigt wordt de klinker daarvoor als een neusklank uitgesproken. Pudim (Poedieng), Bom (B+ de o zoals in lof +ng)
  • Als een woord een M of N plus een andere medeklinker heeft, wordt de klinker daarvoor als neusklank uitgesproken. Onde (Onduh), Vende (Veinduh)
  • Zodra een A of O een tilde (~) heeft wordt de letter als neusklank uitgesproken. Irmã (Iermah), Pão (Pauw)

Accenten[bewerken]

Het Portugees heeft drie accenten, die de uitspraak van een klinker aangeven, en één leesteken voor de letter C:

  • Til (~), geeft aan of een A of O als een neusklank uitgesproken moet worden. Irmã (Iermah), Pão (Pauw)
  • Acento agudo ('), geeft een open klank aan op klinkers. Música (Moesieka), Café (Kaf+ de e van exact)
  • Acento circunflexo (^), geeft een wat gesloten klank aan op klinkers en laat deze langer klinken Holandês (Olandeesj), Avô (Avoo)
  • Cedilha (ç), geeft aan dat een C voor een A, O, U als een S wordt uitgesproken. Estação (estasauw), Direções (dierèsoings)

Woordenboek[bewerken]

Basiswoorden[bewerken]

Gebruikelijke uitdrukkingen


OPEN
Aberto
GESLOTEN
Fechado
INGANG
Entrada
UITGANG
Saída
DUWEN
Empurrar
TREKKEN
Sacar
WC
Casa de banho
HEREN, MANNEN
Homens
DAMES, VROUWEN
Mulhers
VERBODEN
Proíbido
Goeiedag. (formeel)
Bom dia (Bóng die-a)
Hallo. (informeel)
Olá (Ola)
Hoe gaat het met jou?
Como estás? (Komoe stasj)
Hoe gaat het met u?
Como está? (Komoe stá)
Hoe gaat het? (formeel)
Como vai? (Komoe vai)
Hoe gaat het? (informeel)
Que tal? (Kee tal)
Goed, dank u.
Bem, obrigado/obrigada (Bijng, obriegado/obriegada, - waarbij de g zoals in goal)
Hoe heet u?
Como se chama? (Komoe se sjama?)
Ik heet ______.
Chamo-me ______ (Sjamoo me)
Aangenaam
Muito prazer (Moe-iengtoe prazer)
Alstublieft (verzoek)
Por favor (Poer favor): maar vaak ook Faz favor (Fasj favor)
Alstublieft (aangeven)
Faz favor (Fasj favor)
Dank u wel.
Obrigado/obrigada (Obriegado/obriegada, - waarbij de g zoals in goal): Mannen zeggen obrigado en vrouwen obrigada.
Graag gedaan.
De nada (De naada)
Ja.
Sim (Sieng)
Nee.
Não (Nauw)
Excuseer.
Peço desculpa (Peso desjkoelpa)
Het spijt me.
Sinto muito (Sientoe moe-iengtoe)
Tot ziens.
Até logo (Atee logoe, - waarbij de g zoals in goal)
I spreek geen ______.
Não falo ______ (Nauw faloe _____)
Spreekt u Nederlands?
Fala holandês? (Fala olandeesj)
Spreekt hier iemand Nederlands?
Algém fala holandês aqui? (Algijng, -eerste g zoals in goal- fala olandeesj ékie )
Help!
Ajuda! (Azjoeda!)
Goeiemorgen.
Bom dia (Bong -waarbij de o zoals in lof- diea)
Goeienavond.
Boa noite (Boa noit)
Welterusten.
Boa noite. (Boa noit)
Ik begrijp het niet.
Não compreendo. (Nauw compree-eendo)
Waar is de WC?
Onde está a casa de banho? (Ondeh sjta a caasa de banjoe?)

Bij problemen[bewerken]

Laat me met rust.
Me deixe em paz! (Meh deisjeh eing pasj)
Raak me niet aan!
Não me toques! (Nauw meh toksj!)
Ik bel de politie.
Chamo à polícia. (Sjaamoe a poliesie-a)
Politie!
Polícia! (Poliesie-a)
Stop! Dief!
Parre! Ladrão! (Parre! Ladrauw!)
Ik heb uw hulp nodig.
Preciso de sua ajuda. (Presiezoe de soea asjoeda)
Het is een noodgeval.
Está uma emergência. (Sjta oema emersjensie-a)
Ik ben verdwaald.
Estou perdido. (Sjto -waarbij de o zoals in lof- perdiedoe)
Ik ben mijn tas kwijt.
Tenho perdido a minha bolsa. (Teinjoe perdiedoe a mienja bolsa)
Ik ben mijn portemonnee kwijt.
. ( )
Ik ben ziek.
Estou doente. (Sjto -o zoals in lof- doe-eent)
Ik ben gewond.
Estou ferido. (Sjto -o zoals in lof- feriedoe)
Ik heb een dokter nodig.
Preciso dum dotor. (Presiezoe doeng dotoor)
Mag ik uw telefoon gebruiken?
Posso usar o seu telemóvel? (Possoe oesar oe see-oe telemovel -waarbij de o zoals in lof)

Cijfers[bewerken]

1
um (oeng)
2
dois (doisj)
3
três (treesj)
4
quatro (kwatroe)
5
cinco (sienkoe)
6
seis (seisj)
7
sete (seteh))
8
oito (oitoe)
9
nove (noveh)
10
dez (desj)
11
onze (onzeh)
12
doze (dozeh)
13
treze (treezeh)
14
catorze (katorzeh)
15
quinze (kienzeh)
16
dezasseis (dezaseisj)
17
dezassete (dezaseteh)
18
dezoito (dezoitoe)
19
dezanove (dezanoveh)
20
vinte (vienteh)
21
vinte e um (vient-ie-oem)
22
vinte e dois (vient-ie-doisj)
23
vinte e três (vient-ie-treesj)
30
trinta (trienta)
40
quarenta (kwarenta)
50
cinquenta (sienkwenta)
60
sessenta (sesenta)
70
setenta (setenta)
80
oitenta (oitenta)
90
noventa (noventa)
100
cem (ceing)
200
duzentos (doezentoesj)
300
trezentos (trezentoesj)
1.000
mil (miel)
2.000
dois mil (doisj miel)
1.000.000
milhão (mieljauw)
1.000.000.000
bilhão (Bieljauw)
1.000.000.000,000
trilhão (trieljauw)
nummer _____ (trein, bus, enz.)
número (noemeroe)
half
metade (metadeh)
minder
menos (menoesj)
meer
mais (maisj)

Tijd[bewerken]

nu
agora (agora -waarbij de g zoals in goal en de o zoals in lof)
later
mais tarde (maisj tardeh)
voor
antes de (antesj deh)
ochtend
manhã (manjah -waarbij de tweede a zoals in af)
middag
tarde (tardeh)
avond
noite (noit)
nacht
noite (noit)
Klok[bewerken]
Eén uur 's ochtends
É uma hora da manhã (é -zoals de e in erg of merg- oema ora -zoals de o in lof- daa manjah)
Twee uur 's ochtends
São duas horas da manhã (sau doe-asj orasj daa manjah)
Twaalf uur 's middags
Meio-dia (mei-oe die-a)
Eén uur 's middags
É uma hora da tarde (é oema ora daa tardeh)
Twee uur 's middags
São duas horas da tarde (sauw doe-asj orasj daa tardeh)
Twaalf uur 's nachts
meia-noite (meia noite)
Duur[bewerken]
_____ minu(u)te(n)
minuto/minutos (mienoetoe/mienoetoesj)
_____ u(u)r(en)
hora/horas (ora/orasj)
_____ dag(en)
dia/dias (die-a/die-asj)
_____ we(e)k(en)
semana (semana)
_____ maand(en)
mês/mêses (meesj/meesesj)
_____ ja(a)r(en)
ano/anos (anoe/anoesj)
Dagen[bewerken]
vandaag
hoje (osje -waarbij de o zoals in lof))
gisteren
ontem (onteing -waarbij o zoals in lof)
morgen
amanhã (amanjah)
deze week
esta semana (esta -waarbij e zoals in erg- semana)
vorige week
semana passada (semana pasaada)
volgende week
próxima semana (prosiema semana)
maandag
segunda-feira (segoenda -waarbij g zoals in goal- -feira)
dinsdag
terça-feira (tersa-feira)
woensdag
quarta-feira (kwarta-feira)
donderdag
quinta-feira (kienta-feira)
vrijdag
sexta-feira (seisjta-feira)
zaterdag
sábado (saabadoe)
zondag
domingo (doemiengo -waarbij g zoals in goal)
Maanden[bewerken]
januari
janeiro (sjaneiro)
februari
fevereiro (fehvereiroe)
maart
março (marso)
april
abril (ebriel -waarbij eerste e zoals in erg-)
mei
maio (maio)
juni
junho (sjoenjo)
juli
julho (sjoeljo)
augustus
agosto (egosjtoe -waarbij eerste e zoals in erg-)
september
setembro (sehtengbroe)
oktober
outobro (otoobroe -waarbij eerste o zoals in lof-)
november
novembro (novembroe)
december
dezembro (dihsembroe )

Kleuren[bewerken]

zwart
Preto (Pretoe)
wit
Branco (Brankoe)
grijs
Cinzento (Sienzentoe)
rood
Vermelho (Vermeljoe)
blauw
Azul (Ahzoel)
geel
Amarelo (Amareloe)
groen
Verde (Verdeh)
oranje
Cor-de-laranja (Kor-deh-laransja)
paars
Violeta (Vie-oleta)
bruin
Castanho (Kastanjoe)

Vervoer[bewerken]

Trein en bus[bewerken]

Hoeveel kost een kaartje naar _____?
? ( )
Een kaartje naar _____, alstublieft.
Um bilhete a _____, por favor. (Oem bieljetuh a _____, poer favor)
Waar gaat deze trein/bus naartoe?
? ( )
Waar is de trein/bus naar _____?
? ( )
Stopt deze trein/bus in _____?
? ( )
Wanneer vertrekt de trein/bus naar_____ ?
? ( )
Wanneer komt de trein/bus aan in _____?
? ( )

Richtingen[bewerken]

Hoe kom ik in _____ ?
Para _____? (para _____)
...het station?
O estação? (oe estasauw)
...de bushalte?
O paragem autocarro? (oe parasjeing autoekachoe)
...de luchthaven?
O aeroporto? (oe aeeroeportoe)
...het stadscentrum?
O centro histórico? (oe sentroe istoriekoe)
...de jeugdherberg?
A albergue da juventude? (ah albergeh -g zoals in goal- daa sjoeveingtoedeh)
...het _____ hotel?
O _____ hotel? (oe _____ otel)
...het Nederlands/Belgisch/Surinaams consulaat?
? ( )
Waar zijn er veel...
Onde há muito(s) _____ (Ongde a -zoals in af- moe-iengtoe(sj) _____)
...hotels?
hotéis? (oteisj)
...restaurants?
restaurantes? (restaurantesj)
...cafés?
cafés? (kafésj-e zoals in erg)
...bezienswaardigheden?
? ( )
Kunt u het op de kaart aanduiden?
? ( )
straat
rua (roe-a)
Links afslaan.
vire à esquerda. (viere a isjkerda)
Rechts afslaan.
vire à direita. (viera diereita)
links
esquerda (iskwerda)
rechts
direita (diereita)
rechtdoor
em frente (eing frent)
richting de _____
em direção de _____ (eing dieressauw deh)
voorbij de _____
atrás de _____ (atraasj deh)
voor de _____
antes de (antesj deh)
Let op de/het _____.
. ( )
kruispunt
( )
noord
norte (norteh)
zuid
sul (soel)
oost
este (esteh)
west
oeste (oe-esteh)
bergop
( )
bergaf
( )

Taxi[bewerken]

Taxi!
Táxi! (Taksi)
Breng me naar _____, alstublieft.
. ( )
Hoeveel kost het om naar _____ te rijden?
? ( )
Breng me daarheen, alstublieft.
. ( )

Slapen[bewerken]

Heeft u nog kamers beschikbaar?
Tem quartos disponíveis? (Teing kwaartoesj diespoenieveisj)
Hoeveel kost een kamer voor één persoon/twee personen?
Quanto costa um quarto para uma pessoa/duas pessoas? (Kwaantoe kosta oem kwaartoe para oema pessoa/para doeasj pessoasj)
Beschikt de kamer over...
Tem ... no quarto? (Teing ... noe kwaartoe)
...lakens?
? ( )
...een WC?
Um sanitário? (oeng sanitarioe)
...een badkamer?
uma casa de banho? (oema kaza deh banjoe)
...een telefoon?
um telefone? (Oeng telefoneh)
...een televisie?
uma televisão? (oema telehvisauw)
Mag ik de kamer eerst even zien?
Posso ver o quarto primeiro? (Possoe ver oe kwaartoe primeiroe)
Heeft u niets rustiger?
Não tem algo mais tranquilo? (Nauw teing algoe -g zoals in goal- maisj trankieloe)
...groter?
maior? ( maior)
...schoner?
mais limpo? (maisj liempoe)
...goedkoper?
mais barato? (maisj baratoe)
Oké, ik neem het.
. ( )
Ik blijf _____ nacht(en).
Vou ficar ____noites. (Voo fikar ____noitesj)
Kunt u mij een ander hotel aanbevelen?
Pode acomendar-me um outro hotel? (Pode -o zoals in lof- akomendar-me -e zoals in te- oeng otroe -eerste o zoal in lof- otel)
Heeft u een kluis? (voor waardevolle bezittingen)
? ( )
...kluisjes? (voor kleding)
? ( )
Is het ontbijt/avondeten inbegrepen?
O pequeno-almoço/jantar é incluido? (Oe pekeenoe-almosoe -eerste o zoals in lof- /sjantar é -zoals in lef- inkloe-iedo)
Hoe laat is het ontbijt/avondeten?
Que hora é o pequeno-almoço/jantar? (Ke ora -o zoals in lof- é -zoals in lef- oe pekeenoe almosoe -eerste o zoals in lof- /sjantar)
Wilt u mijn kamer schoonmaken?
Pode limpar o meu quarto? (Pode -o zoals in lof- lingpar oe mee-oe kwartoe)
Kunt u me wakker maken om _____ uur? '
Pode acordar-me às ___horas? (Pode -o zoals in lof- akordar-me -e zoals in te- aasj ____oresj)
Ik wil uitchecken.
. ( )

Geld[bewerken]

Kan ik met Amerikaanse dollars betalen?
( )
Kan ik met Britse ponden betalen?
( )
Kan ik met euro's betalen?
( )
Kan ik met een credit card betalen?
? ( )
Kunt u geld voor me wisselen?
? ( )
Waar kan ik geld wisselen?
? ( )
Kan ik hier traveler's cheques inwisselen?
? ( )
Waar kan ik traveler's cheques inwisselen?
( )
Wat is de wisselkoers?
? ( )
Waar is er een geldautomaat?
? ( )

Eten[bewerken]

Een tafel voor één persoon/twee personen, alstublieft.
. ( )
Mag ik de menukaart even zien?
. ( )
Mag ik een kijkje nemen in de keuken?
. ( )
Is er een specialiteit van het huis?
? ( )
Is er een streekgerecht?
? ( )
Ik ben vegetariër.
. ( )
Ik eet geen varkensvlees.
. ( )
Ik eet geen rundvlees.
. ( )
Ik eet alleen koosjer.
. ( )
Kunt u dat met minder olie/boter/vet maken, alstublieft?
? ( )
vast menu
( )
à la carte
( )
ontbijt
( )
lunch
( )
afternoontea (maaltijd)
( )
avondeten
( )
Ik wil graag _____.
. ( )
Ik wil graag een gerecht met _____.
( )
kip
frango ( )
rundsvlees
( )
vis
( )
ham
( )
worst
( )
kaas
( )
eieren
ovo(s) ( )
salade
( )
(verse) groenten
( )
(vers) fruit
( )
brood
O pão (Oe pau)
geroosterd brood
( )
noedels
( )
rijst
( )
bonen
( )
Mag ik een glas _____?
? ( )
Mag ik een kopje _____?
? ( )
Mag ik een fles _____?
? ( )
koffie
O café (Oe kafee)
thee
O chá (Oe sjaa)
sap
( )
koolzuurhoudend water
A água com gas (Ah agua -g zoals in goal- kong gasj -g zoals in goal)
mineraalwater
A água mineral (Ah agoe-a -g zoals in goal- mieneral)
bier
A cerveja (Ah serveisja)
wijn
O vinho (Oe vienjoe): Rode wijn
O vinho tinto (Oe vienjoe tientoe)
Witte wijn
O vinho branco (Oe vienjoe brankoe)
Mag ik wat _____?
? ( )
zout
( )
zwarte peper
( )
boter
( )
Ober!
! ( )
Ik ben klaar.
. ( )
Het was heerlijk.
. ( )
Kunt u de borden afruimen?
? ( )
De rekening, alstublieft.
. ( )

Uitgaan[bewerken]

Serveert u alcohol?
? ( )
Is er bediening aan tafel?
? ( )
Een biertje/twee biertjes, alstublieft.
. ( )
Een glas rode/witte wijn, alstublieft.
. ( )
Een vaasje, alstublieft
. ( )
Een fles, alstublieft.
. ( )
_____ (sterke drank) met _____ (toegevoegde drank), alstublieft.
. ( )
whisky
( )
wodka
( )
rum
( )
water
( )
sodawater
( )
tonic
( )
sinaasappelsap
( )
cola
( )
Heeft u bittergarnituur?
? ( )
Nog eentje, alstublieft.
. ( )
Nog een rondje, alstublieft.
. ( )
Wanneer gaat u dicht?
? ( )
Proost!
! ( )

Winkelen[bewerken]

Heeft u dit in mijn maat?
? ( )
Hoeveel kost dat?
? ( )
Dat is te duur.
. ( )
Wilt u het voor _____verkopen?
? ( )
duur
Caro (Karoe)
goedkoop
Barato (Baratoe)
Dat kan ik mij niet veroorloven.
. ( )
Ik wil het niet.
. ( )
U bedriegt me.
. ( )
Ik ben niet geïnteresseerd.
. ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Mag ik een tasje?
? ( )
Bezorgt u (overzee)?
( )
Ik wil graag...
. ( )
...tandpasta.
. ( )
...een tandenborstel.
. ( )
...tampons.
. ( )
...zeep.
. ( )
...shampoo.
. ( )
...een pijnstiller.
. ( )
...een middel tegen verkoudheid.
( )
...maagtabletten.
... ( )
...scheermesjes
. ( )
...een paraplu.
. ( )
...zonnebrandcrème.
. ( )
...een ansichtkaart.
. ( )
...postzegels.
. ( )
...batterijen.
. ( )
...schrijfpapier.
. ( )
...een pen.
. ( )
...Nederlandstalige boeken.
. ( )
...Nederlandstalige tijdschriften.
. ( )
...een Nederlandstalige krant.
. ( )
...een Nederlands-Portugees woordenboek.
. ( )

Rijden[bewerken]

Ik wil een auto huren.
. ( )
Kan ik het laten verzekeren?
? ( )
stop
( )
éénrichtingsstraat
( )
voorrang verlenen
( )
parkeerverbod
( )
snelheidslimiet
( )
tankstation
( )
benzine
( )
diesel
( )

Autoriteiten[bewerken]

Ik heb niets verkeerds gedaan.
. ( )
Het was een misverstand.
. ( )
Waar brengt u me naartoe?
? ( )
Ben ik gearresteerd?
? ( )
Ik ben Nederlands/Belgisch/Surinaams staatsburger.
( )
Ik wil praten met de Nederlandse/Belgische/Surinaamse ambassade/consulaat.
( )
Ik wil met een advocaat spreken.
( )
Kan ik niet gewoon nu een boete betalen?
( )
Dit is een bruikbaar artikel. Het bevat informatie over hoe er te arriveren, en over de belangrijkste attracties, uitgaansgelegenheden en hotels. Een avontuurlijk persoon zou dit artikel kunnen gebruiken, maar duik erin en breid het uit!