Albina
Albina is een stadje met ongeveer 4000 inwoners in het gelijknamige ressort Albina, in het uiterste noordoosten van Suriname. Het is de hoofdplaats van het district Marowijne. De plaats ligt circa 140 kilometer ten oosten van Paramaribo aan een bocht van de rivier Marowijne, tegenover Saint-Laurent-du-Maroni (Frans-Guyana).
Info
[bewerken]Albina werd gesticht op 13 december 1846 door de Duitse ex-legerkorporaal August Kappler op de plaats van een voormalige Caraïbennederzetting (van de overleden hoofdman Kwakoe). De plaats lag op 3 meter boven de hoogste waterstand van de rivier, die daar ongeveer 2,2 kilometer breed was. Kappler noemde de plaats Albina, naar zijn verloofde en latere vrouw Albina Liezenmaier. In de buurt van de plaats lag eerder een indianendorp genaamd "Abrina", die echter niets van doen heeft met de naam (lokale inwoners noemden/noemen de plaats ook wel naar Kappler zelf: Kaplari). Kappler was er niet voor het eerst, toen hij districtscommandant was in de toenmalige militaire post Willem Frederik aan de Marowijnerivier was hij al eens op zoek geweest naar een geschikte locatie om zich te vestigen na zijn dienst in het Nederlandse Leger in Suriname. Hij wilde er naturellen (zoals vlinders en insecten) verzamelen, houthakken en handel drijven met de lokale marrons en andere inheemse stammen langs de rivier.
De plaats lag ten tijde van de stichting erg geïsoleerd (eerder bestonden er een aantal Nederlandse militaire vestigingen langs de rivier, maar die waren enige tijd daarvoor opgeheven) en was alleen per rivier te bereiken.
In het Lawagebied werd in de tweede helft van de 19e eeuw goud gevonden. Het plaatsje groeide nu snel en werd in 1876 de vestigingsplaats van de districtscommissaris. Na de Eerste Wereldoorlog werd Albina bekend als badplaats. De langs de rivier gelegen Emmastraat telde tal van witgeschilderde houten huizen die sterk leken op de statige huizen van Paramaribo. Veel inwoners van Paramaribo kwamen hier een korte vakantie houden of een dagtripje maken. Eind jaren twintig werd een weg aangelegd vanaf Moengo, die nu deel uitmaakt van de Oost-Westverbinding. Op 27 februari 1969 werd een veerdienst op Saint-Laurent-du-Maroni geopend. Begin jaren '80 werd het een plaats voor dagjesmensen uit Paramaribo.
In december 1986 werd Albina door het Nationaal Leger van Suriname in brand gestoken, nadat de plaats tijdens de Binnenlandse Oorlog herhaaldelijk was geplunderd, door zowel het leger als het Junglecommando. Grote delen van Albina werden verwoest en grote groepen Surinamers vluchtten naar de overkant van de rivier. Na afloop van de oorlog werd de beschoeiing langs de Marowijne via Nederlandse ontwikkelingshulp hersteld en werd een begin gemaakt met de wederopbouw. De veerpont naar Saint-Laurent-du-Maroni is weer in de vaart. In Oost-Suriname is verder echter weinig geïnvesteerd door de Surinaamse regering en politie en leger hebben er nauwelijks invloed.
De laatste jaren zijn steeds meer Brazilianen -vaak illegaal- in het dorp komen wonen. Veel van hen komen uit de favela's. Hun sociale positie is laag. In december 2009 kwam het op kerstavond tot etnische onlusten onder de bevolking nadat een inwoner was doodgestoken door een Braziliaanse goudzoeker. Ongeveer 500 inwoners (veelal Marrons of, zoals ze in de media vaak worden genoemd - boscreolen) vooral uit de wijk Patanam vielen daarop de Braziliaanse en Chinese gemeenschap aan, waarbij ten minste een dode en zeven gewonden vielen, bezittingen werden geplunderd en ruim twintig Braziliaanse vrouwen werden verkracht. Een aantal personen wordt nog vermist. Na het incident kregen de Braziliaanse en Chinese gemeenschappen militaire bescherming. De Surinaamse politie heeft tientallen verdachten opgepakt in verband met het incident. In een Braziliaans vliegtuig werden Brazilianen geëvacueerd naar Belém. Surinaamse media hebben de regering opgeroepen om te komen met een sociaal plan voor de regio en willen het gebied verklaren tot 'zorggebied' om meer geld en mankracht beschikbaar te krijgen voor onderwijs, werkgelegenheid, herstel van het overheidsgezag, ondernemersbegeleiding en sociale begeleiding.
Arriveren
[bewerken]Albina ligt aan de oostelijke eindpunt van de Oost-Westverbinding, de belangrijkste weg van het land, en is dus vlot bereikbaar met de auto. Blue Wing Airlines (binnenkort), Caricom Airways en Gum Air (charters) vliegen vanuit Paramaribo naar het vliegveld van Albina.
Rondreizen
[bewerken]Men kan Albina omwille van de centrale ligging gebruiken als uitvalsbasis voor uitstapjes naar Moengo, Galibi en Langetabbetje. Over de weg (naar Moengo) of over het water (naar Galibi en Langetabbetje).
Bekijken
[bewerken]De Marowijne is de levensader van Albina en in het stadje draait alles om de rivier. Bij zonsondergang kan men genieten van het uitzicht over het water.
Maak een wandeling langs de Emmastraat, de hoofdstraat van Albina. In vervlogen tijden stonden hier prachtige witte huisjes maar de straat heeft veel van zijn uitstraling verloren. Men kan er wel nog altijd de Marrons zien wachten op werk, men komt immers naar deze centrale plaats om hun diensten aan te bieden aan passanten.
Doen
[bewerken]Ga mee met een visser, of één of andere eigenaar van een boot, de Marowijnerivier op. Voor het juiste bedrag vind men zeker iemand bereid om een plaatsje vrij te houden voor jou. De rivier is een prachtig kronkelende slang die zich een weg baant door het groene oerwoud. Vlakbij Albina is het een komen en gaan van kleine en grotere bootjes.
Kopen
[bewerken]Koop of huur een typische "tentboot". De naam zegt al wat men kan verwachten, een bootje met een zeil over gespannen (tegen de zon).
Eten
[bewerken]Wie een hapje wil eten in Albina kan maar beter houden van de Chinese keuken. verspreid in het stadje zijn er meerdere afhaalchinezen. Er zijn ook enkele restaurantjes.
Een goed adresje op ongeveer 100 meter van de waterkant: Restaurant De Rots (hoek Wilhelminastraat en weg naar Marijkedorp).
Uitgaan
[bewerken]In het kleine Albina zijn de uitgaansgelegenheden beperkt tot wat groezelige cafés en bars.
Overnachten
[bewerken]Voor 1986 was Albina een toeristisch plaatsje maar sinds de plunderingen en vernielingen in dat jaar is daar niet veel meer van overgebleven. De Weinige toeristen die nu nog naar het stadje komen gebruiken het vooral als doorgangsplaats naar Galibi of Frans-Guyana. Daardoor is het niet zo eenvoudig om in Albina een hotel of een andere plek om te overnachten te vinden. In de buurt is er wel (beperkte) toeristische accommodatie voorzien:
Creek Guesthouse, tel. 034 20 31; Creek Guesthouse is een eenvoudig pension in het dorpje Erowarte. Dit inheemse dorpje ligt 15 kilometer ten noorden van Albina. Het ligt aan de waterkant aan een klein rivierstrandje. Lagere prijsklasse.