Naar inhoud springen

Taalgids Noors

Uit Wikivoyage
Onderwerpen > Taalgidsen > Taalgids Noors
Taalgids Noors

Het Noors heeft twee officiële standaardtalen: het Bokmål en het Nynorsk. Het Bokmål (het woord bokmål bestaat uit de delen bok (boek) en mål taal); boekentaal dus) is het oudst en het meest gebruikt, zij het toch meer in oostelijk dan in westelijk Noorwegen. Het Nynorsk (Nieuw-Noors) wordt met name in westelijk Noorwegen gebruikt en is gevormd op basis van vooral westelijke plattelandsdialecten.

Grammatica

[bewerken]

Zelfstandige naamwoorden

[bewerken]

Het Noors heeft net als het Duits en Nederlands vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden. Het grote verschil met Nederlands en Duits is dat het bepaalde lidwoord (de/het) niet als een apart woord voor het woord komt, maar erachter als een soort uitgang. Het onbepaald lidwoord werkt net als in het Nederlands, maar dan zijn er andere vormen voor de verschillende geslachten.

Werkwoorden

[bewerken]

Noorse werkwoorden zijn zeer eenvoudig, omdat er slechts een vervoeging is voor alle personen. De tegenwoordige tijd van een werkwoord wordt gemaakt door een -r achter het hele werkwoord te zetten.

vb. å ha (hebben)

jeg har : ik heb
du har : jij hebt
hun har : zij heeft
han har : hij heeft
vi har : wij hebben
dere har : jullie hebben
de har : zij hebben

Naast de (voor ons gebruikelijke) 26 letters telt het alfabet nog 3 "extra" letters:

æ , ø en å

Deze "extra" letters kan je als volgt bekomen:

æ = alt+0230 Æ = alt+0198 | æ = alt+145 Æ = alt+146 | æ = ctrl+alt+z Æ = shift+ctrl+alt+z
ø = alt+0248 Ø = alt+0216 | Ø = alt+157 | ø = ctrl+alt+l Ø = shift+ctrl+alt+l
å = alt+0229 Å = alt+0197 | å = alt+134 Å = alt+143 | å = ctrl+alt+w Å = shift+ctrl+alt+w

Uitspraak

[bewerken]

Klinkers

[bewerken]

Medeklinkers

[bewerken]

Woordenboek

[bewerken]

Basiswoorden

[bewerken]

Gebruikelijke uitdrukkingen


OPEN
åpent
GESLOTEN
stengt
INGANG
inngang
UITGANG
utgang
DUWEN
TREKKEN
WC
toalett
HEREN, MANNEN
herrer
DAMES, VROUWEN
damer
VERBODEN
forbudt
Goeiedag. (formeel)
God dag. ( )
Hallo. (informeel)
Hei hei. ( )
Hoe gaat het?
Hvordan går det?. (voord-ahn gawr deh?)
Goed, dank u.
Vel, takk. ( )
Hoe heet u?
Hva heter du? ( )
Ik heet ______.
Jeg heter ______. (yei he:h-t'r _____.)
Aangenaam kennis te maken.
hyggelig å møte deg. ( )
Alstublieft.
Vennligst. ( )
Dank u wel.
Takk. ( )
Graag gedaan.
Du er velkommen. ( )
Ja.
Ja. ( )
Nee.
Nei. ( )
Excuseer.
Unnskyld. ( )
Het spijt me.
Beklager. ( )
Tot ziens.
Ha det. ( )
I spreek geen ______.
Jeg snakker ikke _____. ( )
Spreekt u Nederlands?
Snakker du Nederlandsk?. ( )
Spreekt hier iemand Nederlands?
Er det noen som snakker Nederlandsk?. ( )
Help!
Hjelp! ( !)
Goeiemorgen.
God morgen. ( )
Goeienavond.
God kveld. ( )
Welterusten.
Sov godt. ( )
Ik begrijp het niet.
Jeg forstår det ikke. ( )
Waar is de WC?
Hvor er toalettet? ( ?)

Bij problemen

[bewerken]
Laat me met rust.
. ( )
Raak me niet aan!
 ! ( !)
Ik bel de politie.
. ( )
Politie!
 ! ( )
Stop! Dief!
 !  ! ( )
Ik heb uw hulp nodig.
. ( )
Het is een noodgeval.
. ( )
Ik ben verdwaald.
. ( )
Ik ben mijn tas kwijt.
. ( )
Ik ben mijn portemonnee kwijt.
. ( )
Ik ben ziek.
. ( )
Ik ben gewond.
. ( )
Ik heb een dokter nodig.
. ( )
Mag ik uw telefoon gebruiken?
 ? ( )

Cijfers

[bewerken]
1
en ( )
2
to ( )
3
tre ( )
4
fire ( )
5
fem ( )
6
seks ( )
7
syv ( )
8
åtte ( )
9
ni ( )
10
ti ( )
11
elve ( )
12
tolv ( )
13
tretten ( )
14
fjorten ( )
15
femten ( )
16
seksten ( )
17
sytten ( )
18
atten ( )
19
nitten ( )
20
tjue ( )
21
tjueen ( )
22
tjueto ( )
23
tjuetre ( )
30
tretti ( )
40
førti ( )
50
femti ( )
60
seksti ( )
70
sytti ( )
80
åtti ( )
90
nitti ( )
100
hundre ( )
200
to hundre ( )
300
tre hundre ( )
1.000
tusen ( )
2.000
to tusen ( )
1.000.000
millioner ( )
1.000.000.000
milliarder ( )
1.000.000.000,000
( )
nummer _____ (trein, bus, enz.)
nummer( )
half
halv ( )
minder
mindre ( )
meer
mer ( )

Tijd

[bewerken]
nu
nå ( )
later
senere ( )
voor
før ( )
ochtend
morgen ( )
middag
middag ( )
avond
kveld ( )
nacht
natt ( )
Klok
[bewerken]
Eén uur 's ochtends
en i morgen ( )
Twee uur 's ochtends
to i morgen ( )
Twaalf uur 's middags
middag (
Eén uur 's middags
( )
Twee uur 's middags
( )
Twaalf uur 's nachts
( )
Duur
[bewerken]
_____ minu(u)te(n)
minutter ( )
_____ u(u)r(en)
timer ( )
_____ dag(en)
dager ( )
_____ we(e)k(en)
uker ( )
_____ maand(en)
monader ( )
_____ ja(a)r(en)
år ( )
Dagen
[bewerken]
vandaag
i dag ( )
gisteren
i går ( )
morgen
i morgen ( )
deze week
denne uken ( )
vorige week
forrige uken ( )
volgende week
neste uken ( )
maandag
mandag ( )
dinsdag
tirsdag ( )
woensdag
onsdag ( )
donderdag
torsdag ( )
vrijdag
fredag ( )
zaterdag
lørdag ( )
zondag
søndag ( )
Maanden
[bewerken]
januari
januar ( )
februari
februar ( )
maart
mars ( )
april
april ( )
mei
mai ( )
juni
juni ( )
juli
juli ( )
augustus
august ( )
september
september ( )
oktober
oktober ( )
november
november ( )
december
desember ( )

Kleuren

[bewerken]
zwart
( )
wit
( )
grijs
( )
rood
( )
blauw
( )
geel
( )
groen
( )
oranje
( )
paars
( )
bruin
( )

Vervoer

[bewerken]

Trein en bus

[bewerken]
Hoeveel kost een kaartje naar _____?
 ? ( )
Een kaartje naar _____, alstublieft.
. ( )
Waar gaat deze trein/bus naartoe?
 ? ( )
Waar is de trein/bus naar _____?
 ? ( )
Stopt deze trein/bus in _____?
 ? ( )
Wanneer vertrekt de trein/bus naar_____ ?
 ? ( )
Wanneer komt de trein/bus aan in _____?
 ? ( )

Richtingen

[bewerken]
Hoe kom ik in _____ ?
 ? ( )
...het station?
 ? ( )
...de bushalte?
 ? ( )
...de luchthaven?
 ? ( )
...het stadscentrum?
 ? ( )
...de jeugdherberg?
 ? ( )
...het _____ hotel?
 ? ( )
...het Nederlands/Belgisch/Surinaams consulaat?
 ? ( )
Waar zijn er veel...
( )
...hotels?
 ? ( )
...restaurants?
 ? ( )
...cafés?
 ? ( )
...bezienswaardigheden?
 ? ( )
Kunt u het op de kaart aanduiden?
 ? ( )
straat
( )
Links afslaan.
. ( )
Rechts afslaan.
. ( )
links
( )
rechts
( )
rechtdoor
( )
richting de _____
( )
voorbij de _____
( )
voor de _____
( )
Let op de/het _____.
. ( )
kruispunt
( )
noord
( )
zuid
( )
oost
( )
west
( )
bergop
( )
bergaf
( )

Taxi

[bewerken]
Taxi!
 ! ( )
Breng me naar _____, alstublieft.
. ( )
Hoeveel kost het om naar _____ te rijden?
 ? ( )
Breng me daarheen, alstublieft.
. ( )

Slapen

[bewerken]
Heeft u nog kamers beschikbaar?
 ? ( )
Hoeveel kost een kamer voor één persoon/twee personen?
 ? ( )
Beschikt de kamer over...
( )
...lakens?
 ? ( )
...een WC?
 ? ( )
...een badkamer?
 ? ( )
...een telefoon?
 ? ( )
...een televisie?
 ? ( )
Mag ik de kamer eerst even zien?
 ? ( )
Heeft u niets rustiger?
 ? ( )
...groter?
 ? ( )
...schoner?
 ? ( )
...goedkoper?
 ? ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Ik blijf _____ nacht(en).
. ( )
Kunt u mij een ander hotel aanbevelen?
 ? ( )
Heeft u een kluis? (voor waardevolle bezittingen)
 ? ( )
...kluisjes? (voor kleding)
 ? ( )
Is het ontbijt/avondeten inbegrepen?
 ? ( )
Hoe laat is het ontbijt/avondeten?
 ? ( )
Wilt u mijn kamer schoonmaken?
 ? ( )
Kunt u me wakker maken om _____ uur?
 ? ( )
Ik wil uitchecken.
. ( )

Geld

[bewerken]
Kan ik met Amerikaanse dollars betalen?
( )
Kan ik met Britse ponden betalen?
( )
Kan ik met euro's betalen?
( )
Kan ik met een credit card betalen?
 ? ( )
Kunt u geld voor me wisselen?
 ? ( )
Waar kan ik geld wisselen?
 ? ( )
Kan ik hier traveler's cheques inwisselen?
 ? ( )
Waar kan ik traveler's cheques inwisselen?
( )
Wat is de wisselkoers?
 ? ( )
Waar is er een geldautomaat?
 ? ( )

Eten

[bewerken]
Een tafel voor één persoon/twee personen, alstublieft.
. ( )
Mag ik de menukaart even zien?
. ( )
Mag ik een kijkje nemen in de keuken?
. ( )
Is er een specialiteit van het huis?
 ? ( )
Is er een streekgerecht?
 ? ( )
Ik ben vegetariër.
. ( )
Ik eet geen varkensvlees.
. ( )
Ik eet geen rundvlees.
. ( )
Ik eet alleen koosjer.
. ( )
Kunt u dat met minder olie/boter/vet maken, alstublieft?
 ? ( )
vast menu
( )
à la carte
( )
ontbijt
frokost ( )
lunch
lunsj ( )
afternoontea (maaltijd)
( )
avondeten
middag ( )
Ik wil graag _____.
. ( )
Ik wil graag een gerecht met _____.
( )
kip
( )
rundsvlees
( )
vis
( )
ham
( )
worst
( )
kaas
( )
eieren
( )
salade
( )
(verse) groenten
( )
(vers) fruit
( )
brood
brød ( )
geroosterd brood
( )
noedels
( )
rijst
ris ( )
bonen
( )
Mag ik een glas _____?
 ? ( )
Mag ik een kopje _____?
 ? ( )
Mag ik een fles _____?
 ? ( )
koffie
( )
thee
( )
sap
( )
koolzuurhoudend water
( )
mineraalwater
vann ( )
bier
( )
rode/witte wijn
( )
Mag ik wat _____?
 ? ( )
zout
( )
zwarte peper
( )
boter
( )
Ober!
 ! ( )
Ik ben klaar.
. ( )
Het was heerlijk.
. ( )
Kunt u de borden afruimen?
 ? ( )
De rekening, alstublieft.
. ( )

Uitgaan

[bewerken]
Serveert u alcohol?
 ? ( )
Is er bediening aan tafel?
 ? ( )
Een biertje/twee biertjes, alstublieft.
. ( )
Een glas rode/witte wijn, alstublieft.
. ( )
Een vaasje, alstublieft
. ( )
Een fles, alstublieft.
. ( )
_____ (sterke drank) met _____ (toegevoegde drank), alstublieft.
. ( )
whisky
( )
wodka
( )
rum
( )
water
( )
sodawater
( )
tonic
( )
sinaasappelsap
( )
cola
( )
Heeft u bittergarnituur?
 ? ( )
Nog eentje, alstublieft.
. ( )
Nog een rondje, alstublieft.
. ( )
Wanneer gaat u dicht?
 ? ( )
Proost!
 ! ( )

Winkelen

[bewerken]
Heeft u dit in mijn maat?
 ? ( )
Hoeveel kost dat?
 ? ( )
Dat is te duur.
. ( )
Wilt u het voor _____verkopen?
 ? ( )
duur
( )
goedkoop
( )
Dat kan ik mij niet veroorloven.
. ( )
Ik wil het niet.
. ( )
U bedriegt me.
. ( )
Ik ben niet geïnteresseerd.
. ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Mag ik een tasje?
 ? ( )
Bezorgt u (overzee)?
( )
Ik wil graag...
. ( )
...tandpasta.
. ( )
...een tandenborstel.
. ( )
...tampons.
. ( )
...zeep.
. ( )
...shampoo.
. ( )
...een pijnstiller.
. ( )
...een middel tegen verkoudheid.
( )
...maagtabletten.
... ( )
...scheermesjes
. ( )
...een paraplu.
. ( )
...zonnebrandcrème.
. ( )
...een ansichtkaart.
. ( )
...postzegels.
. ( )
...batterijen.
. ( )
...schrijfpapier.
. ( )
...een pen.
. ( )
...Nederlandstalige boeken.
. ( )
...Nederlandstalige tijdschriften.
. ( )
...een Nederlandstalige krant.
. ( )
...een Nederlands-Noors woordenboek.
. ( )

Rijden

[bewerken]
Ik wil een auto huren.
. ( )
Kan ik het laten verzekeren?
 ? ( )
stop
( )
éénrichtingsstraat
( )
voorrang verlenen
( )
parkeerverbod
( )
snelheidslimiet
( )
tankstation
( )
benzine
( )
diesel
( )

Autoriteiten

[bewerken]
Ik heb niets verkeerds gedaan.
. ( )
Het was een misverstand.
. ( )
Waar brengt u me naartoe?
 ? ( )
Ben ik gearresteerd?
 ? ( )
Ik ben Nederlands/Belgisch/Surinaams staatsburger.
( )
Ik wil praten met de Nederlandse/Belgische/Surinaamse ambassade/consulaat.
( )
Ik wil met een advocaat spreken.
( )
Kan ik niet gewoon nu een boete betalen?
( )
Dit artikel is nog geheel in opbouw. Het bevat een sjabloon, maar nog niet genoeg informatie om bruikbaar te zijn voor een reiziger. Duik erin en breid het uit!