Naar inhoud springen

Taalgids Russisch

Uit Wikivoyage
Onderwerpen > Taalgidsen > Taalgids Russisch
Taalgids Russisch

Russisch (русский язык; Russkij jazyk) is een van de grootste talen ter wereld en de grootste cultuurtaal in Europa. Het Russisch behoort tot de Indo-Europese taalfamilie. Binnen deze taalfamilie behoort het tot de Slavische talen. Het Russisch vormt samen met het Oekraïens en het Wit-Russisch de Oost-Slavische taalgroep.

Verspreiding van de Russische taal.

Russisch is de officiële taal van de Russische Federatie en een van de werktalen van de VN. Russisch is bovendien co-officieel in Kazachstan (naast het Kazachs), Kirgizië (naast het Kirgizisch), Wit-Rusland (naast het Wit-Russisch) en in de niet-erkende ministaat Transnistrië (naast het Moldavisch en het Oekraïens). Naast het Russisch wordt in Rusland nog een honderdtal andere talen gesproken, waaronder Mordwiens, Tsjetsjeens, Tataars, Kirgizisch, Basjkiers. Deze talen zijn noch verwant aan het Russisch, noch aan andere Indo-Europese talen. In de Sovjet-Unie werd het Russisch als lingua franca gebruikt en in sommige voormalige Sovjetrepublieken heeft de taal die status nog altijd, zij het in mindere mate.

Grammatica

[bewerken]

Uitspraak

[bewerken]

Russisch maakt gebruik van het cyrillische alfabet, net als landen als Bulgarije, Servië en Oekraïne. Het Russische cyrillische alfabet telt 33 letters. А а Б б В в Г г Д д Е е Ё ё Ж ж З з И и Й й К к Л л М м Н н О о П п Р р С с Т т У у Ф ф Х х Ц ц Ч ч Ш ш Щ щ ъ ы ь Э э Ю ю Я я

In tegenstelling tot het Nederlands of het Frans worden in het Russisch in beginsel alle letters uitgesproken, hoewel de letters wel allerlei verschillende soorten uitspraak kennen. Daarbij is van belang of - de klemtoon op de letter valt - een letter 'hard' of 'zacht' wordt uitgesproken. Als je een letter hard uitspreekt, dan spreek je er in gedachten bij een medeklinker een 'h' achter. Spreek je 'm zacht uit, dan spreek je er een 'j' achter. Het bekende Russische woord 'njet' schrijf je als 'net', waarbij de n zacht is, door de zachte e. De klemtoon wordt aangegeven met een streepje op de klinker.

Klinkers

[bewerken]

Klinkers kunnen hard of zacht worden uitgesproken. Om de klinkers en de uitspraak te herkennen staan hard en zacht naast elkaar.

  • А а / Я я - A of ja, De uitspraak is van de 'a' vergelijkbaar met de het Nederlands. dus soms als 'a', soms als 'aa'. Я wordt uitgesproken als 'jaa'. Als op 'я' geen klemtoon valt, dan wordt deze letter ook wel als 'i' uitgesproken.
  • Э э / Е е - È of jè. De uitspraak is vergelijkbaar met het Nederlands. Als na een 'e' een zachte klinker komt, dan wordt de letter uitgesproken als ee. Dit komt niet zo vaak voor.
  • О о / Ё ё - O of jò. De o wordt als zodanig uitgesproken als de klemtoon er op valt. Op de ë valt altijd de klemtoon. Als op de o geen klemtoon valt, dan wordt de letter uitgesproken als a. Молокó, melk, wordt uitgesproken als malaakóó.
  • У у / Ю ю - Oe of joe
  • ы / И и - De klank van ы komt niet voor in het Nederlands, een korte i, zoals in 'vis', komt er het dichtste bij. De и wordt uitgesproken als 'ie', tenderend naar 'jie'.

Medeklinkers

[bewerken]

Medeklinkers bepalen of een klinker als hard of zacht wordt uitgesproken. En ook medeklinkers kennen een harde en een zachte uitspraak.

  • Б б - B. De B kan hard (tenderend naar bh) en zacht (bj) worden uitgesproken.
  • В в - V, aan het eind van een woord tenderend naar f. Deze letter kan hard (vh, meer f) en zacht (heel nette v, vj) worden uitgesproken.
  • Г г - G, uitgesproken op z'n Duits. In sommige constructies (сегодня, sjevódnja, vandaag) wordt de г als w uitgesproken
  • Д д - D De D kan hard (tenderend naar dh) en zacht (dj) worden uitgesproken.
  • Ж ж - Zj. Deze letter lijkt zacht, door de 'j', maar is altijd hard. De Z wordt wat dik uitgesproken.
  • Й й - J. Net als in het Nederlands. Daar waar in het Nederlands uitgangen bestaan als -ia is dat in het russisch geschreven als ija, dus ийа
  • К к - K. De K kan hard (kh) en zacht (kj) worden uitgesproken.
  • Л л - L. De L kan hard en zacht worden uitgesproken. Hard klinkt het als een dikke L, die in het Nederlands vaak als lelijk wordt beschouwd. De zachte l wordt dun uitgesproken, als lj.
  • М м - M. De M kan hard (M) en zacht (mj) worden uitgesproken.
  • Н н - N. De N kan hard (N) en zacht (nj) worden uitgesproken.
  • П п - P. De P kan hard (ph) en zacht (pj) worden uitgesproken.
  • Р р - R. De R kan hard (R) en zacht (rj) worden uitgesproken.
  • С с - S. De Russische S klinkt iets anders dan de Nederlandse. De nederlandse S klinkt meer als sj, de Russische is meer een sissende S, vooraan de tanden. De s kan hard en zacht worden uitgesproken. De zachte s klinkt als een dunne sj.
  • Т т - T. De T kan hard (Th) en zacht (Tj) worden uitgesproken.
  • Ф ф - F. De F kan hard (Fh, voor in de mond) en zacht (fj) worden uitgesproken.
  • Х х - Ch, zoals in ach.
  • Ц ц - Ts. Deze letter is altijd hard.
  • Ч ч - Tsj. Deze letter is altijd zacht.
  • Ш ш - Sj. ook deze letter is altijd hard. Deze letter lijkt meer op de Nederlandse S, maar dan wel met j erachter.
  • Щ щ - Sjtsj. Deze letter is altijd zacht. Wordt ook wel uitgesproken als een lange ssj.

Verharding - verzachting

[bewerken]

Het Russisch kent ook nog een tweetal tekens die zelf niet klinken, maar wel invloed hebben op de letters er omheen. ь - verzachtingsteken. Dit teken maakt de medeklinker ervoor 'zacht', ook als de klinker erna 'hard' is. En als er na dit teken geen letter meer staat, dan wordt het uitgesproken als een heel zwakke 'j'. Пермь wordt dan uitgesproken als Pjérmj, en die 'j' is hoorbaar. Zonder dit teken was de uitspraak meer zoals het Nederlands: PjerM. ъ - verhardingsteken. Dit teken komt weinig voor, maar maakt de medeklinker 'hard' voor een zachte klinker. Het legt er de klemtoon. Татъяня wordt uitgesproken als TaTJAna, in plaats van Tátjina zoals het zou klinken als dat verhardingsteken er niet stond.

Woordenboek

[bewerken]

Basiswoorden

[bewerken]

Gebruikelijke uitdrukkingen


OPEN
Открыто
GESLOTEN
Закрыто
INGANG
ВХОД
UITGANG
ВЫХОД
DUWEN
толкать
TREKKEN
рисовать
WC
Туалет
HEREN, MANNEN
Мужчины
DAMES, VROUWEN
Женщины
VERBODEN TOEGANG
Нет входа
Goeiedag. (formeel)
Zdráwstwoejtje. (Здравствуйте)
Hallo. (informeel)
Privjét. (Привет)
Hoe gaat het?
Kak delá? (Как дела?)
Goed, dank u.
Grasjó, spacíba (Хорошо, спасибо)
Hoe heet u?
Kak vas zawoét?.... (Как Вас зовут ?)
Ik heet ______.
Mjenjá zawoét... (Меня зовут .....)
Aangenaam kennis te maken.
Ótsjenj priátno. (Очень приятно)
Alstublieft.
Pazjálsta. (пожалуйста)
Dank u wel.
Spacíba. (спасибо )
Graag gedaan.
Pazjálsta . (Пожалуйста)
Ja.
Da. (Да )
Nee.
Njet. (Нет )
Excuseer.
Izvinjítje . (Извините )
Het spijt me. (formeel)
Prostíte . (Простите)
Het spijt me. (informeel)
Prostí . (Прости)
Tot ziens.
Da swidánja . (До свидания)
I spreek geen ______.
Ja nje gawarjóe pa ..... . (Я не говорю .... )
Spreekt u Nederlands?
Vy gawarjítje pa-galándski? . (Вы говорите по-голландски?)
Spreekt hier iemand Nederlands?
Kto gawaríet pa-galándski? . (Кто говорит по-голландски?)
Help!
Pamagíetje!/Karaoél! (Помогите! / Караул!)
Goeiemorgen.
Dóbraje oétra. (Доброе утро)
Goeienavond.
Dobryj wjétsjer. (Добрый вечер)
Welterusten.
Spakójnaj notsj. (Спокойной ночи)
Ik begrijp het niet.
Ja nje panimájoe. (Я не понимаю)
Waar is de WC?
Gdje toealjét? (Где туалет ?)

Bij problemen

[bewerken]

Bij de wat langere woorden is enkel voor de leesbaarheid een streepje toegevoegd. Dit streepje ligt op de grens van twee lettergrepen.

Laat me met rust.
Astávjtje mjenjá v pakóje. (оставьте меня в покое)
Raak me niet aan!
Nje trógajtje menjá! (Не трогайте меня!!)
Ik bel de politie.
Ja pazwanjóe v palítsijóe . (Я позвоню в полицию)
Politie!
Palítsija! (Полиция!)
Stop! Dief!
Ostanóvisj! Vor! (Остановись! Вор!)
Ik heb uw hulp nodig.
Mnjé noezná vásja pómastsj . (Мне нужна ваша помощь)
Het is een noodgeval.
Èto srótsjna . (Это срочно)
Ik ben verdwaald.
Ja zabloe-diélsja. (Я заблудился)
Ik ben mijn tas kwijt.
Ja paterjál svajoé sóemkoe. (Я потерял свою сумку)
Ik ben mijn portemonnee kwijt.
Ja paterjál svoj boemázjniek. (Я потерял свой бумажник)
Ik ben ziek.
Ja bóljen . (Я болен)
Ik ben gewond.
Ja ránen. (Я ранен)
Ik heb een dokter nodig.
Mnje nóezjen vratsj. (Мне нужен врач)
Mag ik uw telefoon gebruiken?
Magóe lie ja vaspólj-zawatsa vásjiem tjelje-fónom? (Могу ли я воспользоваться вашим телефоном?)

Cijfers

[bewerken]

Russische zelfstandige naamwoorden hebben een duaalvorm, die gebruikt wordt bij 2, 3, en 4, naast enkelvoud en meervoud. Enkelvoudige hoeveelheden en alle hoeveelheden die eindigen op 1 (21, 301, enz.) staan in nominatief enkelvoudsvorm: одна минута, двадцать один час. Hoevelheden 24 staan in de genitief enkelvoudsvorm: две минуты, три минуты, четыре минуты. Hoeveelheden boven de vier staan dan weer in de genitief meervoudsvorm: пять минут, одиннадцать минут, тринадцать минут, enz.


1
a-DIN один m, ad-NA (одна) v, ad-NO (одно) o (bij tellen kan ook raz (раз) gebruikt worden)
2
dva два mn, dvje (две) v
3
tri три
4
tchi-TI-rje четыре
5
pjat’ пять
6
shjesht’ шесть
7
sjem’ семь
8
VO-sim’ восемь
9
DJE-vet’ девять
10
DJE-set’ десять
11
a-DIN-nat-sat’ одиннадцать
12
dvi-NAD-sat’ двенадцать
13
tri-NAD-sat’ тринадцать
14
tchi-TIR-nad-sat’ четырнадцать
15
pit-NAD-sat’ пятнадцать
16
shjist-NAD-sat’ шестнадцать
17
syem-NAD-sat’ семнадцать
18
vo-syem-NAD-sat’ восемнадцать
19
dje-vet-NAD-sat’ девятнадцать
20
DVAT-sat’ двадцать
21
DVAT-sat’ a-DIN (двадцать один)
22
DVAT-sat’ dva (двадцать два)
23
DVAT-sat’ tri (двадцать три)
30
trit-sat’ тридцать
40
SO-rak сорок
50
pji-di-SYAT пятьдесят
60
shyes-di-SYAT шестьдесят
70
SYEM’-di-syet семьдесят
80
VOH-syem-di-syet’ восемьдесят
90
di-vi-NO-sta девяносто
100
sto сто
150
pal-ta-RAS-ta полтораста
200
DVYE-sti двести
300
tri-sta триста
400
tchi-TIR-i-sta четыреста
500
пятьсот(pyet-SOT)
1000
Teui-si-tcha тысяча
2000
dvye Teui-si-tcha (две тысячи)
5000
pjat’ Teui-sitch (пять тысяч)
1,000,000
mil-li-ON (миллион)
1,000,000,000
mil-li-ART (миллиард)
Nummer _____ (trein, bus, enz.)
номер _____ (NO-mer)
half
pa-la-VI-na (половина)
less
MYEN’-she (меньше)
more
BOL’-she (больше)


Tijd

[bewerken]
nu
(сейча́с)
later
(пото́м, по́зже)
voor
(пе́ред)
ochtend
(у́тро, у́тром)
middag
(день, днём)
avond
(ве́чер, ве́чером)
nacht
(ночь, но́чью)
Klok
[bewerken]
Eén uur 's ochtends
(час но́чи)
Twee uur 's ochtends
(два часа́ ночи)
Twaalf uur 's middags
(двена́дцать часов дня)
Eén uur 's middags
(час дня)
Twee uur 's middags
(два часа́ дня)
Twaalf uur 's nachts
(двена́дцать часо́в но́чи)
Duur
[bewerken]
ееn minuut
(одна минута)
twee/drie/vier minuten
(две/три/четыре минуты)
vijf minuten
(пять минут)
een uur
(один час)
twee/drie/vier uren
(два/три/четыре часа)
vijf uren
(пять часов)
een dag
(один день)
een week
(одна неделя)
een maand
(один месяц)
een jaar
(один год)
vier/vijf en meer jaren
(четыре/пять лет)
Dagen
[bewerken]
vandaag
(Сегодня)
gisteren
(Вчера)
morgen
(Завтра)
deze week
(Эта неделя; На этой неделе)
vorige week
(Прошлая неделя; На прошлой неделе)
volgende week
(Следующая неделя; На следующей неделе)
maandag
(Понедельник)
dinsdag
(Вторник)
woensdag
(Среда)
donderdag
(Четверг)
vrijdag
(Пятница)
zaterdag
(Суббота)
zondag
(Воскресенье)
Maanden
[bewerken]
januari
(Январь)
februari
(Февраль)
maart
(Март)
april
(Апрель)
mei
(Май)
juni
(Июнь )
juli
(Июль )
augustus
(Август )
september
(Сентябрь )
oktober
(Октябрь )
november
(Ноябрь )
december
(Декабрь )

Kleuren

[bewerken]
zwart
tsjornyi (чёрный)
wit
(белый)
grijs
(серый)
rood
(красный)
blauw
(синий, голубой)
geel
(жёлтый)
groen
(зелёный)
oranje
(оранжевый)
paars
(фиолетовый)
bruin
(коричневый)

Vervoer

[bewerken]

Trein en bus

[bewerken]
Hoeveel kost een kaartje naar _____?
 ? (Сколько стоит билет до ...?)
Een kaartje naar _____, alstublieft.
. (Один билет до ..., пожалуйста.)
Waar gaat deze trein/bus naartoe?
 ? (Куда идёт этот поезд/автобус?)
Waar is de trein/bus naar _____?
 ? (Где можно сесть на поезд/автобус до ...?)
Stopt deze trein/bus in _____?
 ? (Этот поезд/автобус останавливается в ...?)
Wanneer vertrekt de trein/bus naar_____ ?
 ? (Когда отправляется поезд/автобус до ...?)
Wanneer komt de trein/bus aan in _____?
 ? (Когда поезд/автобус прибывает в ...?)

Richtingen

[bewerken]
Hoe kom ik in _____ ?
 ? ( )
...het station?
 ? ( )
...de bushalte?
 ? ( )
...de luchthaven?
 ? ( )
...het stadscentrum?
 ? ( )
...de jeugdherberg?
 ? ( )
...het _____ hotel?
 ? ( )
...het Nederlands/Belgisch/Surinaams consulaat?
 ? ( )
Waar zijn er veel...
( )
...hotels?
 ? ( )
...restaurants?
 ? ( )
...cafés?
 ? ( )
...bezienswaardigheden?
 ? ( )
Kunt u het op de kaart aanduiden?
 ? ( )
straat
( )
Links afslaan.
. ( )
Rechts afslaan.
. ( )
links
( )
rechts
( )
rechtdoor
( )
richting de _____
( )
voorbij de _____
( )
voor de _____
( )
Let op de/het _____.
. ( )
kruispunt
( )
noord
(север)
zuid
(юг)
oost
(восток)
west
(запад)
bergop
(вверх)
bergaf
(вниз)

Taxi

[bewerken]
Taxi!
 ! (Такси!)
Breng me naar _____, alstublieft.
. (До ... / в ... / на ..., пожалуйста.)
Hoeveel kost het om naar _____ te rijden?
 ? (Сколько стоит проезд до ...?)
Breng me daarheen, alstublieft.
. ( )

Slapen

[bewerken]
Heeft u nog kamers beschikbaar?
 ? (Есть ещё свободные номера?)
Hoeveel kost een kamer voor één persoon/twee personen?
 ? (Сколько стоит номер для одного/двух человек?)
Beschikt de kamer over...
(Есть ли в номере ...)
...lakens?
 ? (постельное бельё?)
...een WC?
 ? (туалет?)
...een badkamer?
 ? (ванна?)
...een telefoon?
 ? (телефон?)
...een televisie?
 ? (телевизор?)
Mag ik de kamer eerst even zien?
 ? ( )
Heeft u niets rustiger?
 ? ( )
...groter?
 ? ( )
...schoner?
 ? ( )
...goedkoper?
 ? ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Ik blijf _____ nacht(en).
. ( )
Kunt u mij een ander hotel aanbevelen?
 ? ( )
Heeft u een kluis? (voor waardevolle bezittingen)
 ? ( )
...kluisjes? (voor kleding)
 ? ( )
Is het ontbijt/avondeten inbegrepen?
 ? ( )
Hoe laat is het ontbijt/avondeten?
 ? ( )
Wilt u mijn kamer schoonmaken?
 ? ( )
Kunt u me wakker maken om _____ uur?
 ? ( )
Ik wil uitchecken.
. ( )

Geld

[bewerken]
Kan ik met Amerikaanse dollars betalen?
(Могу я заплатить американскими долларами?)
Kan ik met Britse ponden betalen?
(Могу я заплатить фунтами стерлингов?)
Kan ik met euro's betalen?
(Могу я заплатить в евро?)
Kan ik met een credit card betalen?
 ? (Могу я заплатить кредитной картой?)
Kunt u geld voor me wisselen?
 ? ( )
Waar kan ik geld wisselen?
 ? (Где я могу поменять валюту?)
Kan ik hier traveler's cheques inwisselen?
 ? ( )
Waar kan ik traveler's cheques inwisselen?
( )
Wat is de wisselkoers?
 ? ( )
Waar is er een geldautomaat?
 ? (Где здесь банкомат?)

Eten

[bewerken]
Een tafel voor één persoon/twee personen, alstublieft.
. (Столик для одного/двух человек, пожалуйста.)
Mag ik de menukaart even zien?
. (Могу я посмотреть меню?)
Mag ik een kijkje nemen in de keuken?
. (Могу я заглянуть на кухню?)
Is er een specialiteit van het huis?
 ? (На чём вы специализируетесь?)
Is er een streekgerecht?
 ? (Это местное блюдо?)
Ik ben vegetariër.
. (Я вегетарианец.)
Ik eet geen varkensvlees.
. (Я не ем свинину.)
Ik eet geen rundvlees.
. (Я не ем говядину.)
Ik eet alleen koosjer.
. (Я ем только кошерную пищу.)
Kunt u dat met minder olie/boter/vet maken, alstublieft?
 ? (Можно положить поменьше масла/жира, пожалуйста?)
vast menu
(комплексный обед)
à la carte
(а-ля карт)
ontbijt
(завтрак)
lunch
(обед)
afternoontea (maaltijd)
(полдник)
avondeten
(ужин)
Ik wil graag _____.
. (Я хотел бы ...)
Ik wil graag een gerecht met _____.
(Я хотел бы блюдо из ...)
kip
(курица/цыплёнок)
rundsvlees
(говядина)
vis
(рыба)
ham
(ветчина)
worst
(колбаса)
kaas
(сыр)
eieren
(яйца)
salade
(салат)
(verse) groenten
((свежие) овощи)
(vers) fruit
((свежие) фрукты)
brood
(хлеб)
geroosterd brood
(тосты)
noedels
(макароны)
rijst
(рис)
bonen
(бобы (горох, фасоль, ...))
Mag ik een glas _____?
 ? (Можно стакан ...?)
Mag ik een kopje _____?
 ? (Можно чашечку ...?)
Mag ik een fles _____?
 ? (Можно бутылку ...?)
koffie
(кофе)
thee
(чая)
sap
(сока)
koolzuurhoudend water
(газированной воды / газировки)
mineraalwater
(минеральной воды / минералки)
bier
(пива)
rode/witte wijn
(красного/белого вина)
Mag ik wat _____?
 ? (Можно ...?)
zout
(соли)
zwarte peper
(чёрного перца)
boter
(сливочного масла)
Ober!
 ! (Официант!)
Ik ben klaar.
. (Я закончил.)
Het was heerlijk.
. (Всё было превосходно.)
Kunt u de borden afruimen?
 ? (Можно унести тарелки?)
De rekening, alstublieft.
. (Принесите счёт, пожалуйста.)

Uitgaan

[bewerken]
Serveert u alcohol?
 ? (Вы продаёте алкоголь?)
Is er bediening aan tafel?
 ? ( )
Een biertje/twee biertjes, alstublieft.
. ( )
Een glas rode/witte wijn, alstublieft.
. ( )
Een vaasje, alstublieft
. ( )
Een fles, alstublieft.
. ( )
_____ (sterke drank) met _____ (toegevoegde drank), alstublieft.
. ( )
whisky
( )
wodka
( )
rum
( )
water
( )
sodawater
( )
tonic
( )
sinaasappelsap
( )
cola
( )
Heeft u bittergarnituur?
 ? ( )
Nog eentje, alstublieft.
. ( )
Nog een rondje, alstublieft.
. ( )
Wanneer gaat u dicht?
 ? ( )
Proost!
 ! ( )

Winkelen

[bewerken]
Heeft u dit in mijn maat?
 ? (У вас есть это моего размера?)
Hoeveel kost dat?
 ? (Сколько это стоит?)
Dat is te duur.
. (Это слишком дорого)
Wilt u het voor _____verkopen?
 ? (Вы уступите мне это за ...?)
duur
(дорого)
goedkoop
(дёшево)
Dat kan ik mij niet veroorloven.
. (Я не могу себе это позволить.)
Ik wil het niet.
. (Я не хочу это.)
U bedriegt me.
. (Вы меня обманываете.)
Ik ben niet geïnteresseerd.
. (Мне это не интересно.)
Oké, ik neem het.
. (Хорошо, я беру.)
Mag ik een tasje?
 ? (Можно пакет?)
Bezorgt u (overzee)?
( )
Ik wil graag...
. (Я хотел бы ...)
...tandpasta.
. (зубную пасту)
...een tandenborstel.
. (зубную щётку)
...tampons.
. (тампон)
...zeep.
. (мыло)
...shampoo.
. (шампуть)
...een pijnstiller.
. (болеутоляющее)
...een middel tegen verkoudheid.
(средство от простуды)
...maagtabletten.
... (средство от изжоги)
...scheermesjes
. (лезвия для бритвы)
...een paraplu.
. (зонтик)
...zonnebrandcrème.
. (крем от солнца / крем от загара)
...een ansichtkaart.
. (открытку)
...postzegels.
. (марку)
...batterijen.
. (батарейки)
...schrijfpapier.
. (бумагу для письма)
...een pen.
. (ручку)
...Nederlandstalige boeken.
. (книги на голландском языке)
...Nederlandstalige tijdschriften.
. (журналы на голландском языке)
...een Nederlandstalige krant.
. (газету на голландском языке)
...een Nederlands-Russisch woordenboek.
. (голладнско-русский словарь)

Rijden

[bewerken]
Ik wil een auto huren.
. (Я хотел бы арендовать автомобиль.)
Kan ik het laten verzekeren?
 ? (Могу я его застраховать?)
stop
(остановка)
éénrichtingsstraat
(одностороннее движение)
voorrang verlenen
(уступить дорогу)
parkeerverbod
(стоянка запрещена)
snelheidslimiet
(ограничение скорости)
tankstation
(заправка)
benzine
(бензин)
diesel
(дизель)

Autoriteiten

[bewerken]
Ik heb niets verkeerds gedaan.
. (Я не сделал ничего плохого.)
Het was een misverstand.
. (Это недоразумение)
Waar brengt u me naartoe?
 ? (Куда Вы меня ведёте/везёте?)
Ben ik gearresteerd?
 ? (Я арестован?)
Ik ben Nederlands/Belgisch/Surinaams staatsburger.
(Я гражданин Нидерландов/Бельгии/Суринама.)
Ik wil praten met de Nederlandse/Belgische/Surinaamse ambassade/consulaat.
(Я хочу позвонить в посольство/консульство Нидерландов/Бельгии/Суринама.)
Ik wil met een advocaat spreken.
(Я хочу позвонить адвокату.)
Kan ik niet gewoon nu een boete betalen?
(Могу я просто заплатить штраф сейчас?)
Dit is een bruikbaar artikel. Het bevat informatie over hoe er te arriveren, en over de belangrijkste attracties, uitgaansgelegenheden en hotels. Een avontuurlijk persoon zou dit artikel kunnen gebruiken, maar duik erin en breid het uit!