Taalgids Sloveens

Uit Wikivoyage
Onderwerpen > Taalgidsen > Taalgids Sloveens
Taalgids Sloveens

COVID-19 Klik hier om te zien of er nog beperkende maatregel zijn voor het land van bestemming

Het Sloveens (Sloveens: slovenščina) is een Zuid-Slavische taal die wordt gesproken in Slovenië, en in kleine delen van Oostenrijk en Italië. De taal is sterk verwant aan het Kroatisch. Het Sloveens telt zo'n 2,2 miljoen sprekers en gebruikt een alfabet dat sterk verwant is aan het Tsjechische alfabet.

Grammatica[bewerken]

Uitspraak[bewerken]

Alfabet[bewerken]

Het Sloveense alfabet telt 25 tekens. Het is een Latijns alfabet waaraan drie tekens zijn toegevoegd (č, š en ž). De letters q, w, x en y bestaan niet in het Sloveens.

Aa Bb Cc Čč Dd Ee Ff Gg Hh Ii Jj Kk Ll Mm Nn Oo Pp Rr Ss Šš Tt Uu Vv Zz Žž

Klinkers[bewerken]

a als Nederlandse a

e als Nederlandse e

i als Nederlandse i

o als Nederlandse o

u als oe

(ij als ie; ij wordt niet gerekend als aparte klinker)

Medeklinkers[bewerken]

b als Nederlandse b

c als ts

č als tsj

d als Nederlandse d

f als Nederlandse f

g als zachte k (ĝ)

h als Nederlandse g of ch, maar iets zachter

k als Nederlandse k

l als Nederlandse l, maar voor in de mond

m als Nederlandse m

n als Nederlandse n

p als Nederlandse p

r als rollende r of tongpunt-r. In woorden zonder klinkers en in woorden waarbij in een bepaalde lettergreep geen klinker zit wordt voor de r een ë uitgesproken. Deze klinkt als de tweede e in weten.

s als Nederlandse s

š als sj

t als Nederlandse t

v als w

z als Nederlandse z

ž als zj

Woordenboek[bewerken]

Basiswoorden[bewerken]

Gebruikelijke uitdrukkingen


OPEN
Odprto (Odpërto)
GESLOTEN
Zaprto (Zapërto)
INGANG
Vhod (Wgod)
UITGANG
Izhod (Izgod)
DUWEN
TREKKEN
WC
Stranišče (Stranisjtsje)
HEREN, MANNEN
Moški (Mosjkie)
DAMES, VROUWEN
Ženske (Zjeenske)
VERBODEN

}}

Goeiedag. (formeel)
Dober dan. (Doober Daan)
Hallo. (informeel)
Zdravo. (Zdrawo)
Hoe gaat het?
Kako si?
Goed, dank u.
Dobro, Hvala
Hoe heet u?
. ( )
Ik heet ______.
Ime mi je....
Aangenaam kennis te maken.
. ( )
Alstublieft.
Prosim. (Proosiem)
Dank u wel.
Hvala. (Gwala)
Graag gedaan.
. ( )
Ja.
Ja. (Ja)
Nee.
Ne. (Nee)
Excuseer.
. ( )
Het spijt me.
. ( )
Tot ziens.
Na svidenje. (Na Swiedenje)
I spreek geen ______.
. ( )
Spreekt u Nederlands?
. ( )
Spreekt hier iemand Nederlands?
. ( )
Help!
! ( !)
Goeiemorgen.
Dobro Jutro
Goeienavond.
Dobro Vecer
Welterusten.
. ( )
Ik begrijp het niet.
Ne razumem
Waar is de WC?
? ( ?)

Bij problemen[bewerken]

Laat me met rust.
. ( )
Raak me niet aan!
! ( !)
Ik bel de politie.
. ( )
Politie!
! ( )
Stop! Dief!
!  ! ( )
Ik heb uw hulp nodig.
. ( )
Het is een noodgeval.
. ( )
Ik ben verdwaald.
. ( )
Ik ben mijn tas kwijt.
. ( )
Ik ben mijn portemonnee kwijt.
. ( )
Ik ben ziek.
. ( )
Ik ben gewond.
. ( )
Ik heb een dokter nodig.
. ( )
Mag ik uw telefoon gebruiken?
? ( )

Cijfers[bewerken]

0 nič (nitsj)
1 en (en)
2 dva (dwa)
3 trije (tri-jë)
4 štiri (sjtierie)
5 pet (peet)
6 šest (sjest)
7 sedem (seedëm)
8 osem (òsëm)
9 devet (deeveet)
10 deset (deeseet)
11 enajst (enajst)
12 dvanajst (dwanajst)
20 dvadeset (dwadeeset)
21 enaindvajset (enaindwajset)
30 trideset (trideeset)
100 sto (sto)
101 sto en (sto en)
1000 tisoč (tiesotsj)
1
( )
2
( )
3
( )
4
( )
5
( )
6
( )
7
( )
8
( )
9
( )
10
( )
11
( )
12
( )
13
( )
14
( )
15
( )
16
( )
17
( )
18
( )
19
( )
20
( )
21
( )
22
( )
23
( )
30
( )
40
( )
50
( )
60
( )
70
( )
80
( )
90
( )
100
( )
200
( )
300
( )
1.000
( )
2.000
( )
1.000.000
( )
1.000.000.000
( )
1.000.000.000,000
( )
nummer _____ (trein, bus, enz.)
( )
half
( )
minder
( )
meer
( )

Tijd[bewerken]

nu
( )
later
( )
voor
( )
ochtend
(jutro )
middag
( )
avond
(večer )
nacht
( )
Klok[bewerken]
Eén uur 's ochtends
( )
Twee uur 's ochtends
( )
Twaalf uur 's middags
(
Eén uur 's middags
( )
Twee uur 's middags
( )
Twaalf uur 's nachts
( )
Duur[bewerken]
_____ minu(u)te(n)
( )
_____ u(u)r(en)
(ura )
_____ dag(en)
( )
_____ we(e)k(en)
(teden )
_____ maand(en)
( )
_____ ja(a)r(en)
( )
Dagen[bewerken]
vandaag
( )
gisteren
( )
morgen
( )
deze week
( )
vorige week
( )
volgende week
( )
maandag
( )
dinsdag
( )
woensdag
( )
donderdag
( )
vrijdag
( )
zaterdag
( )
zondag
( )
Maanden[bewerken]
januari
( )
februari
( )
maart
( )
april
( )
mei
( )
juni
( )
juli
( )
augustus
( )
september
( )
oktober
( )
november
( )
december
( )

Kleuren[bewerken]

zwart
( )
wit
( )
grijs
( )
rood
( )
blauw
( )
geel
( )
groen
( )
oranje
( )
paars
( )
bruin
( )

Vervoer[bewerken]

Trein en bus[bewerken]

Hoeveel kost een kaartje naar _____?
? ( )
Een kaartje naar _____, alstublieft.
. ( )
Waar gaat deze trein/bus naartoe?
? ( )
Waar is de trein/bus naar _____?
? ( )
Stopt deze trein/bus in _____?
? ( )
Wanneer vertrekt de trein/bus naar_____ ?
? ( )
Wanneer komt de trein/bus aan in _____?
? ( )

Richtingen[bewerken]

Hoe kom ik in _____ ?
? ( )
...het station?
? ( )
...de bushalte?
? ( )
...de luchthaven?
? ( )
...het stadscentrum?
? ( )
...de jeugdherberg?
? ( )
...het _____ hotel?
? ( )
...het Nederlands/Belgisch/Surinaams consulaat?
? ( )
Waar zijn er veel...
( )
...hotels?
? ( )
...restaurants?
? ( )
...cafés?
? ( )
...bezienswaardigheden?
? ( )
Kunt u het op de kaart aanduiden?
? ( )
straat
( )
Links afslaan.
. ( )
Rechts afslaan.
. ( )
links
( )
rechts
( )
rechtdoor
( )
richting de _____
( )
voorbij de _____
( )
voor de _____
( )
Let op de/het _____.
. ( )
kruispunt
( )
noord
( )
zuid
( )
oost
( )
west
( )
bergop
( )
bergaf
( )

Taxi[bewerken]

Taxi!
! ( )
Breng me naar _____, alstublieft.
. ( )
Hoeveel kost het om naar _____ te rijden?
? ( )
Breng me daarheen, alstublieft.
. ( )

Slapen[bewerken]

Heeft u nog kamers beschikbaar?
? ( )
Hoeveel kost een kamer voor één persoon/twee personen?
? ( )
Beschikt de kamer over...
( )
...lakens?
? ( )
...een WC?
? ( )
...een badkamer?
? ( )
...een telefoon?
? ( )
...een televisie?
? ( )
Mag ik de kamer eerst even zien?
? ( )
Heeft u niets rustiger?
? ( )
...groter?
? ( )
...schoner?
? ( )
...goedkoper?
? ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Ik blijf _____ nacht(en).
. ( )
Kunt u mij een ander hotel aanbevelen?
? ( )
Heeft u een kluis? (voor waardevolle bezittingen)
? ( )
...kluisjes? (voor kleding)
? ( )
Is het ontbijt/avondeten inbegrepen?
? ( )
Hoe laat is het ontbijt/avondeten?
? ( )
Wilt u mijn kamer schoonmaken?
? ( )
Kunt u me wakker maken om _____ uur?
? ( )
Ik wil uitchecken.
. ( )

Geld[bewerken]

Kan ik met Amerikaanse dollars betalen?
( )
Kan ik met Britse ponden betalen?
( )
Kan ik met euro's betalen?
( )
Kan ik met een credit card betalen?
? ( )
Kunt u geld voor me wisselen?
? ( )
Waar kan ik geld wisselen?
? ( )
Kan ik hier traveler's cheques inwisselen?
? ( )
Waar kan ik traveler's cheques inwisselen?
( )
Wat is de wisselkoers?
? ( )
Waar is er een geldautomaat?
? ( )

Eten[bewerken]

Een tafel voor één persoon/twee personen, alstublieft.
. ( )
Mag ik de menukaart even zien?
. ( )
Mag ik een kijkje nemen in de keuken?
. ( )
Is er een specialiteit van het huis?
? ( )
Is er een streekgerecht?
? ( )
Ik ben vegetariër.
. ( )
Ik eet geen varkensvlees.
. ( )
Ik eet geen rundvlees.
. ( )
Ik eet alleen koosjer.
. ( )
Kunt u dat met minder olie/boter/vet maken, alstublieft?
? ( )
vast menu
( )
à la carte
( )
ontbijt
( )
lunch
( )
afternoontea (maaltijd)
( )
avondeten
( )
Ik wil graag _____.
. ( )
Ik wil graag een gerecht met _____.
( )
kip
( )
rundsvlees
( )
vis
( )
ham
( )
worst
( )
kaas
( )
eieren
( )
salade
( )
(verse) groenten
( )
(vers) fruit
( )
brood
( )
geroosterd brood
( )
noedels
( )
rijst
( )
bonen
( )
Mag ik een glas _____?
? ( )
Mag ik een kopje _____?
? ( )
Mag ik een fles _____?
? ( )
koffie
( )
thee
( )
sap
( )
koolzuurhoudend water
( )
mineraalwater
( )
bier
( )
rode/witte wijn
( )
Mag ik wat _____?
? ( )
zout
( )
zwarte peper
( )
boter
( )
Ober!
! ( )
Ik ben klaar.
. ( )
Het was heerlijk.
. ( )
Kunt u de borden afruimen?
? ( )
De rekening, alstublieft.
. ( )

Uitgaan[bewerken]

Serveert u alcohol?
? ( )
Is er bediening aan tafel?
? ( )
Een biertje/twee biertjes, alstublieft.
. ( )
Een glas rode/witte wijn, alstublieft.
. ( )
Een vaasje, alstublieft
. ( )
Een fles, alstublieft.
. ( )
_____ (sterke drank) met _____ (toegevoegde drank), alstublieft.
. ( )
whisky
( )
wodka
( )
rum
( )
water
( )
sodawater
( )
tonic
( )
sinaasappelsap
( )
cola
( )
Heeft u bittergarnituur?
? ( )
Nog eentje, alstublieft.
. ( )
Nog een rondje, alstublieft.
. ( )
Wanneer gaat u dicht?
? ( )
Proost!
! ( )

Winkelen[bewerken]

Heeft u dit in mijn maat?
? ( )
Hoeveel kost dat?
? ( )
Dat is te duur.
. ( )
Wilt u het voor _____verkopen?
? ( )
duur
( )
goedkoop
( )
Dat kan ik mij niet veroorloven.
. ( )
Ik wil het niet.
. ( )
U bedriegt me.
. ( )
Ik ben niet geïnteresseerd.
. ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Mag ik een tasje?
? ( )
Bezorgt u (overzee)?
( )
Ik wil graag...
. ( )
...tandpasta.
. ( )
...een tandenborstel.
. ( )
...tampons.
. ( )
...zeep.
. ( )
...shampoo.
. ( )
...een pijnstiller.
. ( )
...een middel tegen verkoudheid.
( )
...maagtabletten.
... ( )
...scheermesjes
. ( )
...een paraplu.
. ( )
...zonnebrandcrème.
. ( )
...een ansichtkaart.
. ( )
...postzegels.
. ( )
...batterijen.
. ( )
...schrijfpapier.
. ( )
...een pen.
. ( )
...Nederlandstalige boeken.
. ( )
...Nederlandstalige tijdschriften.
. ( )
...een Nederlandstalige krant.
. ( )
...een Nederlands-Sloveens woordenboek.
. ( )

Rijden[bewerken]

Ik wil een auto huren.
. ( )
Kan ik het laten verzekeren?
? ( )
stop
( )
éénrichtingsstraat
( )
voorrang verlenen
( )
parkeerverbod
( )
snelheidslimiet
( )
tankstation
( )
benzine
( )
diesel
( )

Autoriteiten[bewerken]

Ik heb niets verkeerds gedaan.
. ( )
Het was een misverstand.
. ( )
Waar brengt u me naartoe?
? ( )
Ben ik gearresteerd?
? ( )
Ik ben Nederlands/Belgisch/Surinaams staatsburger.
( )
Ik wil praten met de Nederlandse/Belgische/Surinaamse ambassade/consulaat.
( )
Ik wil met een advocaat spreken.
( )
Kan ik niet gewoon nu een boete betalen?
( )
Dit artikel is nog geheel in opbouw. Het bevat een sjabloon, maar nog niet genoeg informatie om bruikbaar te zijn voor een reiziger. Duik erin en breid het uit!