Ebensee

Uit Wikivoyage
Ebensee

COVID-19 Klik hier om te zien of er nog beperkende maatregel zijn voor het land van bestemming

Zicht op het meer, met Ebensee in de voorgrond

Ebensee (officieel Ebensee am Traunsee) is een dorp aan de zuidelijke oever van de Traunsee, het diepste meer van Oostenrijk.

Info[bewerken]

Geschiedenis[bewerken]

De geschiedenis van Ebensee gaat terug tot de 15e eeuw toen het ontstond als een landbouwdorpje aan de oevers van het meer. Aan dit landelijke bestaan kwam echter snel een einde, toen in 1596 op initiatief van keizer Rudolf II begonnen werd met de aanleg van een zoutpannerij. Deze installatie maakt zout door pekel afkomstig van Hallstatt en omgeving uit te koken in grote ketels die met hout gestookt werden. Origineel was deze activiteit in Hallstatt zelf gevestigd, maar rond het einde van de 16e eeuw kreeg de regio daar te maken met een acuut gebrek aan brandhout, en daardoor werd de activiteit verplaatst naar de beboste regio rond de Traunsee. De pekel werd getransporteerd naar Ebensee via een 40 km lange pijpleiding, die nog steeds actief is en deel uitmaakt van de Hallstatt-Dachstein UNESCO Werelderfgoedsite. Dankzij de zoutpannerij werd er werkgelegenheid gecreëerd voor houthakkers, die massaal naar Ebensee toestroomden. In deze periode groeide de bevolking van Ebensee daardoor fors. In 1625 had Ebensee al 1000 inwoners.

Dankzij de nieuwe industrie kon Ebensee zich heel wat luxe veroorloven. In 1729 werd er een imposante katholieke kerk gebouwd die deel uitmaakte van het Traunkirchenklooster. Het tij keerde in 1835 toen een brand een groot deel van het dorp inclusief kerk, zoutpannerij, en talrijke huizen in de as legde. Er werd snel gestart met wederopbouw, en in 1877 werd Ebensee verbonden met het Oostenrijkse spoornet (de Salzkammergutbahn). De spoorverbinding was een noodzaak om brandstof naar Ebensee te voeren; door de inefficiëntie van de zoutpannerij was brandhout ook in Ebensee geleidelijk aan schaars geworden, net zoals dat 200 jaar ervoor in Hallstatt gebeurde. Aan de vooravond van de industriële revolutie werd er in steenkool een oplossing gevonden om brandhout te vervangen als brandstof in de zoutpannerij. De industrialisering kwam vrij snel op gang, en de zoutwinning werd gaandeweg omgevormd tot een chemische industrie. De Belgische gebroeders Alfred en Ernest Solvay bouwden een    sodafabriek in Ebensee in 1883 die gebruik maakte van het solvayproces ontdekt door Ernest Solvay in 1861 om soda te produceren. De twee ingrediënten voor het solvayproces zijn pekel, dat al via een pijpleiding werd aangevoerd, en kalksteen dat in een nabijgelegen    kalksteengroeve werd gewonnen. De goedkope lokale basisingrediënten en energie-efficiëntie van het solvayproces leidden ertoe dat meer dan 100 jaar lang soda werd geproduceerd in Ebensee op basis van de uitvinding van de gebroeders Solvay. Soda vond toepassing in tal van producten, en de verkoop ervan bracht welvaart naar Ebensee.

Pas in 1907 werd er elektriciteit aangelegd, dankzij een kleine stuwdam op de Offenseebach. Dit maakte een eerste kabelbaan naar de Feuerkogel mogelijk in 1927. In 1938 werd Ebensee, samen met de rest van Oostenrijk, geannexeerd door de nazi's, die er in 1943 een concentratiekamp oprichtten. Projekt Zement zoals het kamp officieel heette, was een onderdeel van het concentratiekamp Mauthausen en stelde ongeveer 18 000 politieke gevangenen te werk. Het doel van het kamp was een tunnelnetwerk uit te graven waarin een assemblagehal voor raketonderdelen zou worden ondergebracht. De bevrijding van het kamp in 1945 maakte aan deze plannen echter een einde, en er zijn dus nooit raketten geassembleerd in Ebensee. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de site van het concentratiekamp omgevormd tot een opvangkamp voor vluchtelingen, en begin jaren '50 gaandeweg volgebouwd met woningen. Er blijft nog maar weinig over van het voormalige concentratiekamp, op enkele monumenten na.

Sinds de verdere industrialisering van de chemische nijverheid in de 2e helft van de 20e eeuw is de werkgelegenheid in Ebensee afgenomen, en daarmee ook de bevolkingsomvang. In 70 jaar tijd speelde Ebensee meer dan 25% van haar bevolking kwijt, van meer dan 10 000 inwoners in 1951 tot een goede 7 500 in 2021. De zoutindustrie kreeg te maken met steeds meer concurrentie, en in 2005 besloot Solvay de sodaproductie definitief stop te zetten, twee jaar voor de 400ste verjaardag van Ebensee. Sindsdien wordt er vooral ingezet op toerisme: twee musea werden opgericht, de kabelbaan werd gerenoveerd en een skigebied werd aangelegd, en de watersporten op het meer werden verder uitgebouwd.

Het meer[bewerken]

De Traunsee is met een diepte van 191 meter het diepste meer in Oostenrijk. Het meer was reeds bekend bij de Romeinen die het Lacus Felix doopten, vrij vertaald als geluksmeer. Het meer kreeg een symbolische plek in de kronieken van de Tweede Wereldoorlog toen op 8 mei 1945, de laatste dag van de oorlog, een P-47 gevechtsvliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht neerstortte in het meer. Het was daarmee het laatste vliegtuig dat verloren ging tijdens de oorlog, en werd in 2006 geborgen om in de V.S. gerestaureerd te worden.

Na eeuwenlange lozingen van pekelhoudend afvalwater en aan het begin van de 20e eeuw ook chemisch afval, was het in de jaren '70 maar triest gesteld met de waterkwaliteit in het meer. Met het oog op toerisme werd er ingezet op verbetering van de waterkwaliteit, en deze inspanningen begonnen begin jaren '90 eindelijk hun vruchten af te werpen. Tegenwoordig is de waterkwaliteit in het meer vrij goed, met uitstekende zichtbaarheid tot een diepte van ongeveer 60 meter. De watertemperatuur in de zomer stijgt tot ongeveer 19 °C. Er zit weer volop vis in het meer, waaronder baars, snoek, en paling.

Ligging[bewerken]

Ebensee ligt 443 m boven de zeespiegel aan de zuidelijke oever van de Traunsee. Het maakt deel uit van het Traunviertel of Salzkammergut. The Schönberg is met 2093 m boven de zeespiegel het hoogste punt in de gemeente, een hoogteverschil van een kleine 1500 m die wordt benut als skigebied.

Arriveren[bewerken]

Per vliegtuig[bewerken]

De    luchthaven van Salzburg is de dichtstbijgelegen luchthaven in de regio. Vanaf Salzburg is er een treinverbinding naar Ebensee, via de Westbahn naar Linz, met overstap in    Attnang-Puchheim.

Per trein[bewerken]

Het    station van Ebensee ligt op de Salzkammergutbahn die Attnang-Puchheim ten noorden van de Traunsee verbindt met de Ennstalbahn in    Stainach-Irdning.

Rondreizen[bewerken]

Categorie aanmaken

Dit artikel is een beginnetje en heeft uw aandacht nodig. Het heeft geen sjabloon. Duik erin en verbeter het!