Szczecin
Szczecin (Duits: Stettin) is een stad in Noordwest-Polen en de hoofdstad van het Woiwodschap West-Pommeren. Met 408.583 inwoners (medio 2007) is het de zevende stad van Polen. De hoofdstad van het historische Pommeren ligt aan weerszijden van de rivier de Oder, met het centrum op de linkeroever. Hoewel de Oostzee 65 km noordelijker ligt, heeft Szczecin samen met Świnoujście de grootste zeehaven van Polen. Het is een universiteitsstad.
Info
[bewerken]Geschiedenis
[bewerken]Szczecin is de hoofdstad van het historische Pommeren. In de 5de eeuw voor Chr. was hier al een versterking gesticht voor de handel tussen Scandinavië en Midden-Europa. Een burcht van aarden wallen en houten onderkomens kwam tot stand als een centrum voor de germaanse stam van de Rugiërs, die haar in de zevende eeuw verliet, waarna de slavische stam van de Pomoranen haar in de 8ste eeuw overnam. Daarna ontwikkelde zich een grote stapelplaats voor de handel, waarin de hertogen van Pommeren hun hof stichtten. Wellicht had Stettin toen 5.000 inwoners. De hertogen voegden zich halverwege de 10de eeuw onder de Poolse koning, maar maakten zich alweer een eeuw later los uit deze afhankelijkheid. Bisschop Otto von Bamberg werd in het 2de decennium van de 12de eeuw aangezocht de bevolking te kerstenen, en daarbij liet hij de heidense tempels voor de godheid Triglav verwoesten om op hun plaatsen kerken op te richten. Kooplieden uit het Duitse Rijk die hier al langer hun negotie hadden, kregen van de Pommerse hertog het recht om hun twee stadswijken zelf in te richten met verregaande autonomie. De hertogen moesten uiteindelijk een keuze maken tussen Duitse, Deense en Poolse soevereinen en zij namen in 1181 de Duitse keizer als hun leenheer aan waarmee hun land voorgoed een deel werd van het Duitse Rijk (Heilige Roomse Rijk). In 1243 werd Stettin volgens Duits (Maagdenburger) stadsrecht als moderne stad georganiseerd met een stadsraad, gilden, en een eigen rechtspraak. Kolonisten uit het Duitse Rijk bevolkten die stad en de slavische bevolking verdween gaandeweg naar de wijken en dorpen er omheen, voor zover ze niet in de burgerij geassimileerd werd. In 1272 trad de stad toe tot de Hanze waarin ze zich als vishandelsplaats onderscheidde. De bevolking verdubbelde tot 10.000 inwoners in de 15de eeuw. Maar toen had de stad zijn eerste plaats in de rangorde van Oostzeesteden beoosten de Oder al moeten afstaan aan Danzig. Het slavische bevolkingselement was in de stad en de dorpen erom heen inmiddels verdwenen (geassimileerd). In 1534 werd op de Pommerse landdag, onder druk van de hertog, besloten tot de kerkreformatie. Aan de lutheraan Johannes Bugenhagen werd de organisatie van de lutherse Landeskirche opgedragen. Hij zorgde voor een Nederduitse bijbelvertaling omdat het Hoogduits de Pommeren, die inmiddels Nederduitse (Platduitse) dialecten spraken, vreemd was. Overigens zou het Hoogduits een eeuw later toch de onbetwiste kerktaal worden. Na de Dertigjarige Oorlog werd de stad na het uitsterven van het hertogelijk geslacht onder soevereiniteit van de Zweedse koning gesteld (1648). Meer dan twee derde van de bevolking van het gedeelte van Pommeren waarin Stettin lag, was inmiddels in deze oorlog omgekomen, vooral door de uitgebroken epidemieën. De stad marginaliseerde tot een regionale haven en vesting, en zou deze positie niet verlaten tot ver in de 19de eeuw. Na de Grote Noordse Oorlog moest Zweden de stad aan Pruisen afstaan (1721). Met Pruisen werd het in 1870 deel van het Duitse keizerrijk. De stad zou als haven van Berlijn tot de belangrijkste Duitse Oostzeehaven uitgroeien met een strategisch belangrijke industrie. De bevolking groeide van bijna 90.000 in 1880 tot ruim 380.000 in 1940. Na Hamburg en Bremen was Stettin in omvang de derde Duitse zeehaven. Daarom zou ze aan het eind van de Tweede Wereldoorlog een doelwit van luchtbombardementen worden, die van de havens en de oude binnenstad weinig overlieten. De helft van de bebouwing ging verloren. Duitsland moest in 1945 een vierde deel van zijn grondgebied, namelijk de provincies ten oosten van de Oder en de Neisse aan Polen afstaan. Stettin lag weliswaar ten westen van de Oder, maar om Berlijn zijn zeehaven te ontnemen en Polen de strategische macht over de Odermonding te garanderen, werd na discussie uiteindelijk ook de stad en omgeving ter annexatie aan Polen overgelaten, waarbij Tsjechoslovakije er een vrijhaven kreeg. In het Bepalingen van Potsdam was Stettin nog bij de Sovjet-zone (latere DDR) gelaten maar op 5 juli 1945 zetten de Sovjet-bezettingsautoriteiten het communistische Duitse stadsbestuur af, waarna de Duitse bevolking werd verdreven en vervangen door nieuwe Poolse inwoners. Hoewel de DDR de Oder-Neisse grens zonder voorbehoud erkende, behield zij ten aanzien van Stettin nog lange tijd bedenkingen die overigens alleen in de interne diplomatie van het Oostblok werden geuit.
Arriveren
[bewerken]Per vliegtuig
[bewerken]Per trein
[bewerken]Per auto
[bewerken]Vanuit het westen kunt u de Duitse A11/E28 nemen vanuit Berlijn. Vanuit het zuiden de 3/E65 vanuit Gorzow Wielkopolski. Vanuit het oosten de 6/E28 vanuit Gdansk. Vanuit het noorden de 3/E65 vanuit Swinousjcie.
Per bus
[bewerken]Per boot
[bewerken]Rondreizen
[bewerken]Bekijken
[bewerken]- De Oderpromenade Wały Chrobrego
- Het laat-negentiende-eeuwse Grunwaldzki-plein
- Het slot van de Pommerse Greifen (hersteld vanaf 1958)
- De gotische Jacobskathedraal (hersteld 1971-1982)
- Het grotendeels gotische stadhuis (13e eeuw, hersteld 1972)