China

Uit Wikivoyage
China

COVID-19 Klik hier om te zien of er nog beperkende maatregel zijn voor het land van bestemming

Voor het gehele land geldt een zeker veiligheidsrisico
Voor het gehele land geldt een zeker veiligheidsrisico
WAARSCHUWING: Door de uitbraak van het nieuwe type coronavirus zijn de adviezen van overheden aangepast. Raadpleeg hier het actuele reisadvies van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het actuele reisadvies van het Belgische Ministerie van Buitenlandse Zaken kun je hier raadplegen. Er is ook gedetailleerde info over de veiligheid op deze website van de V.S.


noframe
Locatie
noframe
Vlag
Vlag van China
Beknopt
Hoofdstad Peking
Regering Volksrepubliek
Munt Renminbi (RMB, ¥)
Oppervlakte 9.596.960 km2
Bevolking 1.343.239.923 (2012)
Taal Mandarijn en andere Chinese talen
Religie Chinese volksreligie, boeddhisme, taoïsme, confucianisme
Elektriciteit 220V/50Hz (diverse stekkers)
Oproepcode +86
Internet TLD .cn
Tijdzone UTC +8

China (中国 Zhōngguó), officieel de Volksrepubliek China (中华人民共和国 Zhōnghuá Rénmín Gònghéguó) is een land in het Verre Oosten, ongeveer even groot als de Verenigde Staten van Amerika.

China ligt aan de Oostelijke Chinese Zee, de Baai van Korea, de Gele Zee en de Zuidelijke Chinese Zee. Het grenst in het zuiden aan Afghanistan, Pakistan, India, Nepal, Bhutan, Myanmar, Laos en Vietnam, in het westen aan Tadzjikistan, Kazachstan en Kirgizië, in het noorden aan Rusland en Mongolië en in het oosten aan Noord-Korea.

Info[bewerken]

China is zo groot en divers dat het zich moeilijk onder een noemer laat vangen. De laatste tijd horen we meer en meer over China, nu de economie aldaar zo van invloed is op de rest van de wereld. Verder is China druk doende om het hele land af te stoffen en te boenen met het oog op de Olympische Spelen die in 2008 in Beijing zijn gehouden. En daar horen we ook af en toe over. Voor hen die er in geïnteresseerd zijn en meer willen weten is er hier ook Engelstalig nieuws uit China.

Bevolking[bewerken]

China is een bijzonder gevarieerd land met nogal wat verscheidenheid in cultuur, taal, gewoontes, en levensstandaard. Vooral de economische toestand is uiteenlopend. De belangrijke steden zoals Beijing, Guangzhou en Shanghai zijn welvarend en modern. Meer dan de helft van de bevolking, zo'n 800 miljoen plattelandsbewoners, leeft echter nog steeds als boeren, het land bewerkend met handarbeid of met dieren, of gelijkaardige laaggeschoolde arbeid (als ze sowieso al werk hebben). Veel van deze mannen en vrouwen leven in ernstige armoede. Een schatting van de Chinese regering [1] in 2005 kwam uit op 90 miljoen mensen die met minder dan ¥ 924 (112 US$) per jaar moeten rondkomen; 26 miljoen zaten onder de officiële armoedegrens van ¥ 668 (81 US$) per jaar.

Recent maakt China een gigantische economische explosie mee. Naar schatting meer dan 200 miljoen landbouwers trekken naar de stad, als arbeiders of als zakenlui. Het gevolg in vele steden is een samenleving met twee snelheden. Enerzijds zijn er de gesofisticeerde stadslui, anderzijds hun eerder rustieke verwanten. Alhoewel de twee groepen soms economisch even sterk staan, wil de laatste groep nog wel eens gedrag tentoonspreiden dat vele mensen (autochtoon of niet) ongepast vinden. Het is zaak om met een open geest te reizen; dan ontdek je normaal gesproken wel dat er achter het idiosyncratische en soms kortaf boertige en ruwe gedrag, warme en vriendelijke mensen schuilgaan.

Zaken die je van de Chinese bevolking mag verwachten:

Niet spugen aub
  • Spuwen: op straat, in winkels, de supermarkt, de lobby van het hotel, gangen, of zelfs op restaurant of in het ziekenhuis.
  • "Hello": buiten de grote steden (en soms zelfs daar) vliegen de "hello"'s je om de oren.
  • lǎowài (老外) betekent letterlijk "oude (en dus gerespecteerde) vreemdeling", spreektaal voor "buitenlander"; de eerder formele term is wàiguórén (外国人). Ook het roepen van "laowai" is bijzonder courant buiten de grote steden (en soms ook daar); de uitroep kan van om het even wie komen, ongeacht leeftijd of uur van de dag.
  • Staren: courant in zowat het hele land. Meestal is er niks meer aan de hand dan welgemeende nieuwsgierigheid, vijandigheid is zo goed als uitgesloten.
  • Luide conversaties, discussies of ruzie op straat: dit alles komt erg vaak voor, soms op een ongepast moment of ongepaste plaats. Voluit knokken met fysiek geweld komt minder vaak voor, maar wil toch nog wel eens gebeuren. Als je toevallig in de buurt bent, kom dan niet tussenbeide.
  • Duwen, trekken en antiaanschuiven: meestal het geval zodra ergens een fatsoenlijke wachtrij dreigt te ontstaan, vooral aan een stationsloket.
  • Algemene minachting voor lokale en/of nationale regels — vooral dan een eventueel rookverbod.

Geen enkele van deze gedragingen wordt door een welopgevoede Chinees normaal gevonden. Helaas komen ze zo frequent voor dat je beter af bent door ze zoveel mogelijk te negeren, behalve dan wanneer iemand een wachtrij probeert te ontregelen (tenzij die persoon daar een goede dringende reden voor heeft).

Sommige buitenlanders die al langere tijd in China verblijven bemerken dat deze problemen de laatste jaren verergeren in grote steden, met Chengdu als fout voorbeeld. Dit ligt hoogstwaarschijnlijk aan een nog grotere toeloop van "rustieke verwanten" naar de grote steden.

Klimaat[bewerken]

Ook het klimaat is extreem divers, van tropisch in het zuiden tot noordpooltoestanden in het noorden. Het eiland Hainan ligt ongeveer ter hoogte van Jamaica terwijl Harbin, een van de grootste steden in het noorden, ter hoogte van Montreal ligt.

Het terrein varieert even spectaculair, met hoofdzakelijk gebergte, hoogvlaktes en woestijn in het westen; het oosten biedt vlaktes, deltagebieden en heuvels. Op de grens met Tibet en Nepal ligt de Mount Everest, met 8.850 m het hoogste punt op aarde. De Turpan-laagvlakte in noordwest-China is dan weer het laagste punt in het land, precies 154 m onder zeeniveau — het op twee na laagste landpunt van de wereld, na de Dode Zee en het Meer van Tiberias in Israël.

Vakanties[bewerken]

Chinees Nieuwjaar

  • 2020 – 25 januari (jaar van de rat)
  • 2021 – 12 februari (jaar van de os)
  • 2022 – 1 februari (jaar van de tijger)
  • 2023 – 22 januari (jaar van het konijn)
  • 2024 – 10 februari (jaar van de draak)
  • 2025 – 29 januari (jaar van de slang)
  • 2026 – 17 februari (jaar van het paard)
  • 2027 – 6 februari (jaar van de geit)
  • 2028 – 26 januari (jaar van de aap)
  • 2029 – 13 februari (jaar van de haan)
  • 2030 – 3 februari (jaar van de hond)
  • 2031 – 23 januari (jaar van het varken)

China is een gigantisch land met oneindig veel plaatsen om te verkennen. Tijdens vakanties echter zijn tickets voor om het even wat moeilijk te krijgen, en gaan de hotelprijzen door het dak. Het kan behoorlijk lastig zijn om ergens een plekje te bemachtigen, vooral als de reis horizontaal verloopt, van het verre westen van China naar de oostkust of terug.

China heeft drie grote jaarlijkse vakanties:

  • Nationale feestdag, 1 oktober
  • Chinees Nieuwjaar oftewel Lentefeest (春节 chūnjié), eind januari tot half februari
  • Feest van de arbeid (May Day), 1 Mei

Het feest van de arbeid is geen snipperdag: arbeiders zijn minstens een week of twee thuis met Chinees Nieuwjaar, en typisch ook een week op de Nationale Feestdag en op 1 Mei. Studenten hebben over het algemeen minstens vier weken vakantie voor het lente feest, en negen dagen (een weekend plus de week erop) voor de andere twee.

Bovendien gaan begin juli miljoenen universiteitsstudenten naar huis, om dan eind augustus massaal terug te keren — met als gevolg een complete blokkering van alle transportmogelijkheden, vooral dan tussen de oostkust en de westerse provincies Sichuan, Tibet, en Xinjiang.

Rond deze periodes moet de reis ruim op voorhand gepland zijn, of misschien zelfs meteen afgevoerd worden. Tientallen miljoenen migrantarbeiders keren naar huis terug, en miljoenen andere Chinezen gaan op reis. Elke transport-optie zit bomvol en het is wellicht nodig om ruim op voorhand te boeken. Allerlei diensten zoals hotels duwen de prijs flink omhoog tijdens dit piekseizoen.

Het lentefeest is bijzonder druk. Dit is niet alleen de langste vakantie, maar ook nog eens het moment waarop Chinezen traditioneel hun familie gaan bezoeken, een beetje zoals Kerstmis in het westen. Zo ongeveer elke universiteitsstudent (de volle twintig miljoen van hen) keert huiswaarts, en ongeveer elke migrantarbeider die de boerderij achter zich had gelaten voor beter werk in de stad, bezoekt z'n thuisbasis. Vaak is deze periode de enige kans die ze hebben. Iedereen wil naar huis, en in China hebben ze aardig wat "iedereen"!

Geschiedenis[bewerken]

De eerste beschavingen in China zijn ontstaan in de valleien langs de Yangtse en Gele Rivier, ongeveer gelijktijdig met de eerste beschavingen in Mesopotamië, Egypte en India.

Eeuwenlang had China de meest ontwikkelde beschaving, met een ruime voorsprong op de rest van de wereld op het vlak van kunst en wetenschap. Papier en buskruit bijvoorbeeld zijn Chinese uitvindingen, en ook astronomie en geneeskunde werden uitgebreid onderzocht.

China verkende ook de wereld en handelde intensief met andere landen. Rond de vijfde tot zesde eeuw AD werd er routineus met India en de Arabische landen gehandeld. Ook zijn er bewijzen voor Chinese reizen naar Oost-Afrika, Australië en Amerika. Toch is China uiteindelijk altijd narcistisch gebleven. China is letterlijk het "centrale koninkrijk". De Keizer ontving geen ambassadeurs, maar inde enkel hun belastingen. Rond 1425 bereikte het navelstaren een triest hoogtepunt: alle archieven van de vele handelsreizen werden vernietigd, en de schepen liet men wegrotten.

Toen westerse handelsschepen China bereikten in de zestiende eeuw was China hen dan ook niet meteen gunstig gezind. De keizer liet enkel handel toe via Canton (Guangzhou) en dan nog mits een waaier aan beperkingen. De eerste westerse basis was de kolonie van Portugal in Macau, nabij Canton.

Rond de negentiende eeuw hadden westerse grote mogendheden hun stukje China in bezit, en was handel de orde van dag. Westerlingen vonden China corrupt en decadent, terwijl Chinezen de westerlingen dan weer als gierig en verwerpelijk zagen. Beiden hadden op zijn minst een punt.

In diezelfde eeuw was China meermaals een strijdtoneel.

  • In twee opiumoorlogen nam China het op tegen de westerse macht. China verloor abrupt beide pogingen.
    • Na de eerste oorlog verkreeg Engeland Hong Kong, en vijf "handelshavens" — Guangzhou, Xiamen, Fuzhou, Shanghai en Ningbo — moesten noodgedwongen handel met het westen toestaan.
    • Na de tweede oorlog werden ook steden in het binnenland, zoals Nanjing en Wuhan, geopend voor handel.
  • De Tai Ping-rebellie werd geleid door een halve gare die beweerde de jongere broer van Christus te zijn. Het werd een van de bloedigste oorlogen ooit uitgevochten; enkel de Tweede Wereldoorlog maakte meer slachtoffers.
  • In 1895 verloor China de Sino-Japanse oorlog en moest het Taiwan aan Japan afstaan.

In de twintigste eeuw volgde de revolutie. De keizer werd afgezet in 1911 en Sun Yat Sen, een arts, nationalist, socialist en democraat, werd president.

Na de oorlog in 1895 zette Japan z'n imperialistische verovering voort doorheen Azië, en veroverde tegen eind de jaren dertig een groot stuk van China, te beginnen met de invasie van Mantsjoerije in 1931. Intussen had China ook nog andere problemen, zoals onrust onder de bevolking en ernstige hongersnood. De communisten van Mao Zedong en de Kuomintang (de door Sun Yat Sen opgerichte partij) van Chiang Kai Shek gingen geregeld met elkaar op de vuist op het moment dat ze beter Japan het hoofd hadden geboden. Daar kwam nog bij dat allerlei plaatselijke krijgsheren en gespuis om het even wie aanvielen als dat nodig was om hun plaatselijke macht te behouden.

Na Wereldoorlog II verviel het land in een regelrechte burgeroorlog, waarin meer Chinezen gedood werden dan bij de verdediging tegen Japan. In 1949 wonnen de communisten. Het Kuomintangleger, hun regering en iedereen die de verliezende kant had gekozen, vluchtten naar Taiwan — sinds 1945 terug onder Chinese controle.

De communistische regering legde strikte regels op waaraan het leven van alledag moest voldoen; in essentie regelde de Partij alles. Er werd ook geëxperimenteerd met zaken als De Grote Sprong Voorwaarts, een poging om China abnormaal snel te industrialiseren, en de Culturele Revolutie, levensverbetering door discipline voor en toewijding aan het gedachtegoed van Mao Zedong. De Chinese samenleving betaalde een hoge prijs voor deze gefaalde experimenten.

Mao Zedong stierf in 1976 en werd vervangen door zijn aangewezen opvolger Hua Guofeng. Hua's positie binnen de Partij werd onhoudbaar door een reeks mislukte economische maatregelen, en Deng Xiaoping drong zich op. Vanaf 1978 introduceerde Deng geleidelijk aan marktgerichte hervormingen, wat samen met het decentraliseren van de economische beslissingen leidde tot een verviervoudiging van de productie in 2000. Alhoewel de teugels economisch gevierd worden, blijft de politieke controle op het hele systeem bijzonder streng.

De huidige leider, Hu Jintao, beloofde China's economische groei in te perken, en te zorgen dat de gegenereerde welvaart ook het binnenland bereikt — een gebied dat de economische boom gemist heeft en dus nog vastzit in 1978. Concrete resultaten zijn belastingverlagingen voor de agrarische sector, en de ontwikkeling van infrastructuur in achtergestelde gebieden om investeringen aan te moedigen.

Dynastieën en hoofdsteden[bewerken]

Nogal wat steden zijn ooit de hoofdstad geweest van China, of anders van een van de kleinere staten in de periode dat China verdeeld was. Letterlijk betekenen Beijing en Nanjing noordelijke en zuidelijke hoofdstad en ze zijn dat inderdaad meerdere keren geweest. Er is ook een Dongjing oftewel oostelijke hoofdstad, namelijk wat de Chinezen soms gebruiken voor Tokyo.

  • De vroegste dynastieën — de semi-legendarische Xia en de Shang of Yin (ruwweg vanaf 1700 v.Chr. tot 1027 v.Chr.) — zwaaiden de plak langs de Gele Rivier en hadden hun hoofdstad in de buurt van Anyang in Henan.
  • De Zhou Dynastie, 1027-221 v.Chr., zetelde oorspronkelijk in Hao nabij het huidige Xi'an. Na een militaire nederlaag in 771 v.Chr. werden ze de "Oosterse Zhou" met hoofdstad Luoyang.
  • De Qin Dynastie, 221-206 v.Chr., waren de eersten die erin slaagden om een gebied ter grootte van China te verenigen. Hun hoofdstad was Xianyang. Het woord "China" komt hoogstwaarschijnlijk van de zogenaamde Wade-Giles-romanisatie Ch'in.
  • De Han-dynastie, 206 v.Chr. tot 220 n.Chr., had als hoofdstad Xi'an. Dit was de periode waarin de eerste handel langs de Zijderoute plaatsvond. "Han" is nog steeds de naam van de grootste etnische groep in China.
  • In een periode van een paar eeuwen, 220-618, was China niet langer een geheel. De belangrijkste staten hadden als hoofdsteden Luoyang, Nanjing en Suzhou.
  • De Tang-dynastie, 618-907, zetelde opnieuw in Xi'an.
  • De Song-dynastie, 979-1279, had als hoofdstad Hangzhou. Marco Polo, die daar langs kwam enkele jaren nadat de Mongolen Song hadden veroverd, beschreef de stad als een van de mooiste en weelderigste op aarde.
  • De Yuan- (Mongoolse) dynastie, 1279-1368, gebruikte het gebied dat nu Beijing is als hoofdstad. Polo vermeldt de stad onder de naam Canbulac, "het kamp van Khan".
  • De Ming-dynastie, 1368-1644, zat eerst in Nanjing, maar verkaste dan naar Beijing. Zij zijn de architecten van de meest bekende gebouwen daar — De Verboden Stad, de Tempel van de Hemel, enzovoort.
  • De Qing- (Manchu-) dynastie, 1644-1911, had Beijing als hoofdstad van China, maar tegelijk hadden ze hun eigen Manchuhoofdstad in Shenyang.
  • De Republiek China, heersers over China in 1911-1949, verplaatsten de hoofdstad terug naar Nanjing. Tegenwoordig heersen ze enkel nog over Taiwan met Taipei als hun "tijdelijke hoofdstad". Tijdens de Tweede Wereldoorlog is ook Chongqing zo'n tijdelijke hoofdstad geweest.
  • Sinds de overwinning van de communisten in 1949 is Beijing de hoofdstad van China.

Boeken[bewerken]

Dit zijn enkele titels over China, of door Chinezen, die buiten de klassieke reisliteratuur vallen.

  • The Travels of Marco Polo van Marco Polo is een bundel verhalen over de reizen van de beroemde avonturier uit Venetië. Op de Engelse wikivoyage vind je een uitgestippelde route waarmee je in z'n voetsporen stapt.
  • The Rape of Nanking door Iris Chang (ISBN 0140277447) vertelt het horror-verhaal van de Japanse brutaliteiten in 1937, en de pogingen, ironisch genoeg van hun nazi-bondgenoten, om de bevolking daartegen te beschermen.
  • Winter Stars door Beatrice Lao (ISBN 988979991X) is een gedichtenbundel.
  • Wilde Zwanen door Jung Chang (ISBN 0007176155) is een biografie van drie generaties, vanaf de periode van de krijgsheren tot de laatste dagen van Mao. Het biedt een goed inzicht in wat het concreet betekende om te leven in de Chinese versie van nationalisme en communisme. Let wel: verboden in China.
  • 1421: the Year China Discovered the World [2] door Gavin Menzies (ISBN 0553815229) maakt duidelijk hoe ver de handel en wetenschap in China al wel ontwikkeld was in die tijd, wat uiteindelijk leidde tot een heroïsche poging van admiraal Zheng He om meteen maar de hele wereld te ontdekken, te verkennen, en in kaart te brengen. Alhoewel de geschetste achtergrond interessant is, ligt het ontdekkingsverhaal zelf wel onder vuur vanuit de wetenschap, dus lees met enkele korrels zout.

Regio's[bewerken]

China is een uitgestrekt land, dat kan worden onderverdeeld in de volgende regio's:

Regio's van China
Noordoost-China (Liaoning, Jilin, Heilongjiang)
Industriële steden, omvangrijke bosgebieden, Russische, Koreaanse en Japanse invloeden, en lange, koude winters.
Noord-China (Shandong, Shanxi, Binnen-Mongolië, Henan, Hebei, Peking, Tianjin)
Het historische hart van China met de Gele Rivier.
Noordwest-China (Shaanxi, Gansu, Ningxia, Qinghai, Sinkiang)
De hoofdstad van China voor 1000 jaar met grasvlakten, woestijnen, bergen, nomaden en Islam.
Zuidwest-China (Tibet, Yunnan, Guangxi, Guizhou)
De meest exotische regio met etnische minderheden, spectaculaire landschappen en backpackers.
Zuid-Centraal China (Anhui, Sichuan, Chongqing, Hubei, Hunan, Jiangxi)
Landbouwgebied met bergen, valleien, en subtropische bosgebieden.
Zuidoost-China (Guangdong, Hainan, Fujian)
Het traditionele handelscentrum van China met een enorme industriële capaciteit.
Oost-China (Jiangsu, Shanghai, Zhejiang)
Het "land van vis en rijst" met traditionele waterdorpen, en het nieuwe kosmopoliete, economische centrum van China.


Steden[bewerken]

Aan grote en beroemde steden is in China geen tekort. Een vaak geciteerd gedicht beweert "De hemel heeft een paradijs, de Aarde heeft Hangzhou en Suzhou". Hieronder een lijst van de negen meest interessante steden voor reizigers. Andere steden zijn te vinden in de artikelen over de betreffende regio.

  • Peking — de hoofdstad van China met de Verboden Stad en een groot aantal culturele attracties
  • Guilin — een populaire bestemming voor zowel Chinese als buitenlandse toeristen dankzij z'n sensationele gebergtes en rivieren
  • Hangzhou — een voormalige hoofdstad beroemd voor z'n uitstraling en een belangrijk knooppunt voor de zijde-industrie
  • Harbin – in de regio Noordoost-China, vooral bekend door de ijssculpturen en Russische invloeden.
  • Kanton — een van China's meest welvarende en liberale steden
  • Kunming — de hoofdstad van Yunnan en een belangrijk verkeersknooppunt
  • Nanjing — voormalige hoofdstad met vele historische overblijfselen
  • Shanghai — De grootste stad van China, een economisch centrum met een prachtig uitzicht langs de rivier
  • Suzhou — een oude stad van kanalen en tuinen
  • Xi'an — voormalige hoofdstad, eindpunt van de oude Zijderoute, bewaakt door het terracottaleger.

Andere bestemmingen[bewerken]

Enkele van China's bekendste toeristische attracties zijn:

  • Chinese Muur — met een lengte van meer dan 8000 km is dit de meest iconische attractie van China
  • Hainan — dit eiland is een tropisch paradijs met een sterke ontwikkeling op toerisme
  • Tibet — met een overwegend Tibetaanse cultuur voelt Tibet als een geheel andere wereld
  • Wolong National Nature Reserve — waar de reuzenpanda nog in het wild voorkomt
  • Yunganggrotten — in de holtes en grotten op de flanken langs de Yangangvallei zijn maar liefst 51.000 Boeddhistische werken uitgehouwen

Arriveren[bewerken]

Visa[bewerken]

De meeste reizigers hebben een visum nodig. Normaal gezien haal je dit bij de Chinese ambassade of het consulaat voor het vertrek. Let wel, reizen naar Hong Kong en Macau heeft z'n eigen visumvereisten. Bekijk die pagina's voor meer informatie.

Per 2005 hebben inwoners van Singapore, Brunei en Japan geen visum nodig om China te bezoeken voor maximaal 15 dagen, ongeacht de reden van hun bezoek.

Om China te kunnen bezoeken moeten inwoners van Hong Kong en Macau van Chinese origine bij de China Travel Service een Home Travel Permit afhalen, een identiteitskaart op zakformaat waar je tien jaar lang het land meerdere keren mee binnen mag.

Visum overzicht

  • L-visum – toerisme
  • F-visum – zakenreis, stages, korte studie
  • Z-visum – werken
  • X-visum – meer dan zes maanden studeren

Een toeristenvisum krijgen is voor de meeste paspoorten geen probleem aangezien een uitnodiging niet nodig is, wat voor een zaken- of arbeidsvisum wel het geval is. In vergelijking met wat andere landen aanrekenen is een visum vrij duur (€35 voor Europeanen en €50 voor Amerikanen bij de ambassades in de Benelux). Het reguliere single-entry (eenmalig bezoek) visum geldt voor dertig dagen, en moet binnen de drie maanden na uitgifte worden gebruikt.

In Hong Kong en Macau kan je echter vaak een visum voor drie maanden krijgen. En in Chiang Mai Thailand kost een visum voor een Europeaan 1100 baht (€24), en dat duurt drie dagen; en als je €10 bijbetaalt dan kan je het de volgende werkdag al ophalen. Dus als je op wereldreis bent dan kan het de moeite zijn om elders pas een visum aan te vragen.

Voor recente informatie en visumaanvragen in de Benelux, check:

Sommige reizigers willen een double entry (dubbel bezoek) of multiple entry (meervoudig bezoek) visum. Als je bijvoorbeeld met een single entry visum naar China gaat, en dan Hong Kong of Macau bezoekt, geraak je China niet meer binnen. Met een multiple entry visum dus wel. Maar die worden pas afgegeven als er een originele Visa Notification vanuit China is aangeleverd.

De meeste paspoorthouders kunnen makkelijk een Chinees visum krijgen in Hong Kong of Macau, ofwel door zelf naar het regeringsgebouw te stappen, of door voor iets meer geld een reisagent de boel te laten regelen. China Travel Services regelt de visumafhandeling. Momenteel kan je gratis nog dezelfde dag het visum krijgen : voor de middag besteld, betekent om 17:30 visum in de hand. Een of drie dagen later kan ook.

Pas na aankomst een visum bemachtigen is soms mogelijk, maar meestal enkel voor de Speciale Economische Zones van Shenzhen of Zhuhai. Deze werkwijze is niet aan te raden aangezien niet elk toegangspunt dit wil doen, en het visum is ook beperkt: je kan er niet mee buiten deze SEZ reizen.

Om politieke redenen is er soms een beperking op het visum, die van dag tot dag kan veranderen. Halverwege 2004 bijvoorbeeld geldt:

  • Nigerianen kunnen in Hong Kong geen visum krijgen, wellicht omdat de Chinese regering aanstoot neemt aan de diplomatieke erkenning van Taiwan door Nigeria.
  • Amerikanen kunnen het bovengenoemde enkel-in-Shenzhen visum niet meer krijgen aan de grens, wellicht omdat de Chinese regering niet blij is met het Amerikaanse vingerafdrukgedoe met Chinese reizigers.
  • Ook Britten kunnen geen Shenzhen-visum meer krijgen aan de grens. (In februari 2007 lukt het ineens weer wel, maar ten koste van HK$450.)
  • Halverwege 2006 hebben Zuid-Afrikanen problemen met hun visa. Niemand heeft enig idee waarom.
  • Inwoners van India krijgen enkel nog een toeristenvisum voor tien of vijftien dagen, en moeten voor elke dag die ze in het land blijven 100 US$ bezitten aan reischeques, bij elkaar dus $1000 of $1500 — waarschijnlijk door grensgeschillen en ongerustheid rond immigratie.

Per vliegtuig[bewerken]

Vanuit België[bewerken]

Hainan Airlines heeft een rechtstreekse verbinding tussen Brussels Airport en Beijing Capital International Airport en Shanghai Pudong Airport. Er is een samenwerking tussen Brussels Airlines (SN) en Hainan Airlines zodat je je tickets ook kan reserveren bij Brussels Airlines (SN) [3], Hainan Airlines [4]

Vanuit Nederland[bewerken]

KLM [5] heeft een rechtstreekse verbinding tussen Amsterdam Schiphol en Beijing International Airport, maar ook naar Hongkong, Shanghai, Chengdu, Hangzhou en een groeiend aantal steden.

Andere opties[bewerken]

  • Austrian Airlines [6] heeft een rechtstreekse verbinding tussen Vienna International Airport (Wenen) en Beijing International Airport.
  • Hainan Airlines [7] heeft ook een rechtstreekse verbinding tussen Berlijn Tegel International Airport en Beijing Capital Airport.
  • China Eastern heeft ook vluchten vanaf Frankfurt, Parijs, London, Moskou naar Shanghai Pudong of Beijing Capital Airport.
  • Air China heeft echter ook vluchten van London en naar veel Chinese bestemmingen en ook is er een verbinding tussen Düsseldorf en Beijing en Milaan en Beijing.

Per trein[bewerken]

De transsiberische spoorweg rijdt van Moskou tot Beijing Centraal station. Moskou kan je bijvoorbeeld met de busmaatschappij Eurolines bereiken als je het dan toch volledig wil doen over land.

Per auto[bewerken]

Het kan per auto ook, je zal wel lang onderweg zijn en zeer mooie dingen zien. Een 4x4 is aangeraden wegens de toestand van de Russische wegen. Met een gewone auto moet het ook wel lukken aangezien de Russen toch ook niet altijd beschikken over 4x4's. Misschien zal je af en toe eens komen vast te zitten maar dan vraag je toch gewoon aan de omstanders om te duwen. Als je er wil van genieten zal je er de tijd er voor moeten nemen, een maand voor de heenreis is een goede richtlijn.

Per bus[bewerken]

Per boot[bewerken]

Rondreizen[bewerken]

Per vliegtuig[bewerken]

Stap een reisbureau binnen voor een binnenlandse vlucht en je wordt duizelig van het kaartje met daarop al de beschikbare vluchten getekend.

Dergelijke vluchten worden in principe aan een vaste prijs verkocht, maar een korting komt toch nog vaak voor, vooral op de drukste routes. Een beetje fatsoenlijk hotel heeft z'n eigen balie voor vliegtickets, en als ze hun werk goed doen helpen ze je aan een korting van 15 tot zelfs 70 procent. Zelfs als je de kortingen even buiten beschouwing laat, is een vliegtuigreis in China niet zo duur.

Hou wel rekening met vertragingen alom; die komen steeds vaker voor, ondanks druk van de regering en de klanten om daar wat aan te doen.

Een vlucht tussen een stad in het binnenland, en Hong Kong of Macau, wordt aanzien als een internationale vlucht, en kost meteen een stuk meer. Het is omslachtiger, maar meestal aanzienlijk goedkoper, om het vliegtuig te nemen naar of van Shenzhen of Zhuhai, net aan de grens, of Guangzhou, wat iets verder ligt maar meer verbindingen telt.

Als voorbeeld: Fuzhou ligt ongeveer even ver van zowel Hong Kong, Shenzhen als Guangzhou, maar in de zomer van 2005 betaalde je ¥1400 om naar Hong Kong te vliegen, terwijl die andere steden slechts ¥880 kostten; naar Shenzhen kon je met korting zelfs voor ¥550. De nachtbus naar een van deze steden was dan weer ¥250.

Per trein[bewerken]

De meest gebruikte manier om lange afstanden te overbruggen in China is met de trein, wat zonder problemen verloopt dankzij een uitgebreid netwerk dat het hele land omvat.

Er zijn vijf manieren om de trein te nemen:

  • harde zitplaats (硬座 yìngzuò)
  • zachte zitplaats (软座 ruǎnzuò)
  • hard bed (硬卧 yìngwò)
  • zacht bed (软卧 ruǎnwò)
  • staande

Een zacht bed is de comfortabelste manier van reizen, en is nog steeds goed betaalbaar naar Westerse normen. Zachte bedden staan per vier in een coupe, twee keer twee boven elkaar (in sommige nieuwere treinen twee bedden per coupe), met een deur die op slot kan voor wat privacy, en voldoende ruimte. Een hard bed daarentegen komt in torentjes van drie, uitkijkend op de gang, en het hoogste bed ligt al vrij dicht tegen het plafond aan. Langs de andere kant is zo'n "hard" bed nu ook weer niet van beton – de bedden hebben een matras en zijn best nog wel comfortabel. Ongeacht het type zijn er steeds een kussen en dekentjes.

Een harde zitplaats (waar toch wel wat voering in zit) is niet voor iedereen weggelegd, zeker niet als je 's nachts moet sporen (ze komen in rijtjes van vijf, drie plus twee), maar dit is wel de klasse waar de rugzaktoeristen verzamelen blazen. Zelfs als de trein volgeboekt is, kan je mogelijk toch nog een ticket kopen, waarbij dan een merkteken naast je zitplaats staat. Soms is het resultaat dat de conducteur nog een plaatsje voor je vindt, soms betekent het ook gewoon op de gang blijven staan. Daarom is het aan te raden om een vouwstoeltje mee te brengen om de reis toch enigszins comfortabel te maken. De trein mag dan vol "niet roken"-borden hangen, op het einde van de wagon, of soms gewoon midden erin, vind je altijd wel een groep rokers. Dat betekent dat in zo'n coupé overnachten behoorlijk kan tegenvallen als je zelf niet rookt.

Op de vertrekplaats van een trein kan je de tickets normaal vijf dagen op voorhand beginnen kopen. Verdere verkooppunten langs de route hebben soms nog enkele reserveerbare tickets in voorraad, maar dat zijn dan meestal tickets waar je moet rechtstaan (wuzuowei, "no seat"). Als je toch een zitplaats wil bemachtigen (zuowei) of zelfs een bed (wopu) kan je altijd proberen bij de conducteur, die hoort te weten of er ergens nog een plaatsje vrij is. Het kan nodig zijn om aan een vriend uit de buurt te vragen om een kaartje te kopen voor een zitplaats, want verkopers willen deze niet altijd aan buitenlanders geven.

Het toilet op een trein is meestal meer aanvaardbaard dan op een bus of in een publieke ruimte, want ze gooien het zaakje gewoon op de sporen en daarmee is het opgelost. Nachttreinen hebben normaal zelfs een toilet Europese stijl (d.w.z. waar je op kan zitten) aan het ene uiteinde van een wagon, en een Chinees toilet (waar je hurkt) aan de andere kant. Om te vermijden dat er allerlei onfris wordt gedeponeerd midden in het station, zal de conducteur normaal de toiletten afsluiten net voor de trein tot stilstand komt. Daarbij doen ze meestal niet de moeite om na te gaan of het toilet soms toevallig in gebruik is, dus het kan gebeuren dat je eventjes ingesloten bent tot de trein weer op gang is.

Langeafstandstreinen hebben een buffet of restaurant aan boord, waar je een warme maaltijd kan krijgen, zij het aan naar Chinese normen nogal stevige prijzen (¥25 of daaromtrent). Het menu is normaal in het Chinees, maar als je wel een gokje aandurft, her en der iets kan lezen, en/of naar courante gerechten kan vragen, kan je wel lekker eten. Als het niet te veel mag kosten, kan je ook wachten tot de trein het volgende station binnenrolt, en daar even snel de standjes aflopen waar verkopers noedels en fruit aanbieden voor de normale prijzen. De treinen hebben ook kokend water, dus als je thee, soep of instantnoedels meebrengt kan je ook uit de voeten.

Let goed op je waardevolle spullen op de trein; de laatste jaren wordt diefstal een plaag.

Als je last hebt van misselijkheid, vergeet dan niet voor de nodige medicatie te zorgen.

Een leuke tip is om voor wat verhalen of spulletjes te zorgen die je met je mede-passagiers kan delen. De Chinese families en zakenlui naast je vervelen zich al even hard als jij, dus zelfs een halve poging tot een conversatie, of een filmpje op de laptop, kunnen de reis een stuk opvrolijken. Gewoon door het raam kijken naar het unieke Chinese landschap dat voorbij glijdt kan natuurlijk ook.

Per bus[bewerken]

Verplaatsingen met de openbare stadsbussen (公共汽车 gōnggòngqìchē) of bussen voor lange afstanden (长途汽车 chángtúqìchē) zijn goedkoop en ideaal in de stad, of voor korte afstanden.

Zo'n stadsbus begint vanaf ¥1 en zit behoorlijk vol in de spits. De modernere bussen met airco kosten ¥2 of meer. Soms staat de prijs op een bordje naast de deur, of hangt het onder het bakje waar je je munten inwerpt bij het instappen. Je krijgt geen wisselgeld, tenzij je de bus neemt waar nog een ouderwetse kaartjesverkoper op zit (wat je merkt omdat er geen bakje is, en er vlak achter de tweede (uitstap-)deur iemand zit met een soort kassa). Voor langere afstanden betaal je al gauw ¥5 of meer.

De slaapbus

Slaapbussen zijn door de afstanden heel gewoon in China; in plaats van zitjes zitten er bedden in gemonteerd. Dit is een prima manier om grote afstanden te overbruggen — via de snelwegen toch gauw zo'n 1000 km of meer op een nacht — maar echt comfortabel is het niet als je wat langer of breder bent dan gemiddeld.

Bij het instappen hoor je de schoenen uit te trekken; die gaan dan in een plastic zak, tot je ze weer nodig hebt bij een tussenstop om iets te eten of naar de WC te gaan. Om dat wat vlot te laten verlopen kan je best de bergschoenen nog even achterwege laten en makkelijke pantoffels aanschaffen.

Coaches ofte lange-afstands-bussen zijn een gans ander verhaal en kunnen ofwel redelijk comfortabel zijn, ofwel een hopeloos stuk ellende op wielen. De bussen die vertrekken vanaf de grote steden langs de oostkust hebben normaal airco en prima zachte stoeltjes of bedden. De wegen zijn prima en de rit is rustig, zodat je nog wat genieten hebt van het landschap of een tukje kan doen. Dergelijke bussen zijn dikwijls beter, maar dan ook iets duurder dan treinen. Het personeel doet meestal z'n best om behulpzaam te zijn, maar ze komen nu eenmaal minder buitenlandse reizigers tegen dan pakweg luchthavenpersoneel, dus moet je het stellen met wat minder Engels — of helemaal niks. Sommige bussen hebben een toilet, maar dat is meestal nogal vies, en los daarvan is het niet evident om het opspattend water te ontduiken terwijl de bus nogal gezwind zijn bochten neemt.

In het binnenland van China is zo'n bus een heel ander verhaal. Engelse borden vind je bijna niet, en om uit te vissen welke bus je hoort te nemen zou je de nummerplaat moeten vergelijken met wat op je ticket staat — maar helaas klopt dat meestal niet. Het personeel is meestal niet erg beleefd, en je medepassagiers zijn al niet veel beter, met gerochel door het raam, op de vloer, en nog een sigaretje tussendoor. Extra gezellig wordt het als de chauffeur onderweg ook nog stopt voor iedereen die mee wil tot het blikje echt stampvol zit. Op het platteland is wat "de weg" heet vaak niet meer dan een aaneenschakeling van putten en gaten, dus de rit kan letterlijk pijnlijk worden. Met wat pech heb je een zitje helemaal achteraan de bus, dan hang je het grootste deel van de rit namelijk in de lucht te zweven. Geplande vertrek- en aankomsttijden zijn zo'n beetje een ruwe benadering, want de meeste bussen blijven gewoon staan tot elk stoeltje bezet is, kwestie dat de rit iets opbrengt. Helaas kan dat letterlijk uren duren, en dan mag er onderweg nog niks verkeerd gaan zoals mechanische pech. Het wordt allemaal nog ellendiger als je dit moet ondergaan voor tien of twintig uur aan een stuk. Hoe bedenkelijk dat vooruitzicht ook mag wezen, voor een trip naar de meeste streken is dit soort avonturen-bus je enige optie — tenzij je het grotere geld bovenhaalt en je persoonlijke transport regelt.

Om het even waar in China worden verkeersregels grotendeels genegeerd, en ongelukken komen frequent voor. Favorieten zijn bruusk uitwijken, of onverwachts stoppen, dus hou je ten allen tijde stevig vast indien mogelijk. Bij wijze van "defensief rijden" wordt er voor het minste getoeterd (maar niet vertraagd), dus als je dacht te slapen zal je wellicht oordopjes nodig hebben.

Per metro[bewerken]

Al de belangrijke steden — het is te zeggen, Beijing, Tianjin, Shanghai, Guangzhou, Shenzhen en Nanjing — hebben een metro (地铁 dìtiě) rijden. Chongqing heeft een monorail. Bijna allemaal worden ze uitgebreid met nieuwe lijnen en/of haltes, en in andere steden zijn er (per zomer 2006) metro's in opbouw, bijvoorbeeld in Hangzhou en Xian. Deze zijn alle erg nieuw en dus modern, proper en efficiënt. De bordjes en ticketmachines gebruiken zowel Engels als Chinees.

Per taxi[bewerken]

Taxi's (出租车 chūzūchē of 的士 dishì) zijn normaal courant, en redelijk van prijs. De startprijs gaat van ¥5 in sommige steden tot ¥12 in andere, met een prijs per km rond ¥2. Normaal gezien kost een gewone verplaatsing in de stad zo'n ¥10 a ¥50. Er wordt niet extra aangerekend voor bagage, maar wel een ietsje extra voor ritten 's nachts. Een chauffeur wil de passagier wel eens tillen met een overbodige rondrit, maar dit komt niet zo vaak voor en zou dus geen groot probleem mogen vormen.

Tijdens een spits een taxi te pakken krijgen is soms moeilijk. Als het regent wordt het wel erg lastig. Buiten de spits, en dan vooral in de nacht, kan er soms over een korting van tien tot twintig procent gepraat worden als je er voor de rit over begint — zelfs als alles netjes gebeurt met de meter en met een reçu'tje. Zoals altijd in China geef je geen extra's. Raar maar waar: in sommige steden wordt een fooi zelfs ronduit geweigerd.

Bemerk dat je normaal vooraan plaatsneemt — sommige taxi's monteren hun teller op zo'n plaats dat het ding van de achterbank niet eens te zien is.

Zelfs in grote steden als Shanghai en Beijing is het zeer ongewoon om een chauffeur te vinden die Engels spreekt. Aangezien de Chinese uitspraak ver af staat van zowel Engels als Nederlands, is het best mogelijk dat je poging om de bestemming in het Chinees uit te spreken (met een "westers" accent) helemaal fout begrepen wordt, of zelfs in het geheel niet. Daarom is het beter om de bestemming gewoon op papier te hebben, tenzij je vlotjes Mandarijns spreekt. Chinese karakters zijn nog beter dan Chinees-met-ons-alfabet (pinyin). Probeer altijd naamkaartjes vast te krijgen van het hotel, restaurants enzovoort, om aan de chauffeur te tonen.

Als je redelijk wat tijd in China wil doorbrengen, kan je ook een gsm kopen zodat je desnoods een Chinese vriend kan bellen die het dan aan de chauffeur kan uitleggen.

In de meeste steden hebben de taxibedrijven een sterrensysteem voor hun chauffeurs, gaande van nul tot vijf sterren die je op het naamplaatje van de bestuurder kan zien (voor de passagiersstoel). Weinig of geen sterren betekent niet meteen "slechte chauffeur", maar meer sterren betekent toch een betere kennis van de stad, en een bereidheid om je van A naar B te brengen via de kortste route. Een andere aanwijzing is het licentienummer van de chauffeur, op datzelfde naamplaatje. Een laag getal betekent dat de man of vrouw al een aardig tijdje meedraait, en dus de stad beter kent.

Let wel op dat Chinezen er erg hard tegenaan kunnen gaan als ze een taxi willen; het is niet omdat iemand een taxi doet stoppen, dat hij automatisch ook degene is die mag instappen. Autochtonen willen zich wel eens in het verkeer gooien om een vertragende taxi nog vroeger te doen stoppen (zodat zij erin kunnen), of anders duwen ze wel iemand aan de kant die al half ingestapt is. Als er nog andere wachtenden zijn, sta dan klaar om naar de taxi te lopen en erin te springen zodra je teken hebt gedaan.

Per fiets[bewerken]

China wordt wel eens "koninkrijk van de fiets" genoemd. Fietsen zijn het meest gebruikte transportmiddel; tijdens de spits zal je er om het even waar honderden tegelijk zien. De meeste zijn simpele rechttoe-rechtaan gevallen, maar racefietsen met versnellingen en alles er op en er aan komen geregeld voor, met af een toe een mountainbike ertussen. Voor de reiziger kan een fiets (zìxíngchē, 自行车) een goedkope en handige manier van verplaatsen zijn, een stuk handiger in elk geval dan uren aan een stuk op een openbare bus geklemd zitten.

Fietsen in China is evenwel gevaarlijk om twee redenen:

  • Er is het verkeer; auto's en motorrijders veranderen dikwijls van richting zonder de minste waarschuwing, en in sommige streken staan verkeerslichten er kennelijk voor de sfeer. Uitgebreider commentaar op Rijden in China.
  • Als een motor je al niet van de fiets kegelt, kan het ding altijd nog gestolen worden. Fietsendiefstal is een plaag in gans China. Breng minstens een slot van hoge kwaliteit mee als je vaak wilt fietsen, vooral als het met een hip, nieuw buitenlands model is. Probeer de fiets achter te laten in bewaakte zones; dat kost normaal een miniem bedrag, maar het is het waard.

In de meeste toeristische gebieden — zowel grote steden als Beijing als zwaar toeristische dorpen als Yangshuo — kan je makkelijk een fiets huren, en is er een fietsenmaker om elke hoek. Fietstochtjes met gids zijn vaak beschikbaar.

Een fiets kopen is niet echt een probleem, aangezien de meeste supermarkten voldoende keuze bieden, te beginnen vanaf nauwelijks ¥150 ($18). Het probleem is echter dat de kwaliteit van de gemiddelde Chinese fiets erg pover is, met verhalen van fietsen waar al een pedaal of ander stuk ijzer afvalt nog voor de koper het blokje om is. Herstellers zijn frequent in de meeste Chinese steden; de gemiddelde toerist die geen Chinees kan lezen zal ze misschien niet meteen herkennen, maar meestal zijn de fietsen en wielen nogal duidelijk. Snel even een lekke band laten herstellen kan ook bij de vele Chinezen die langs de weg paraat staan, kommetje water en gereedschap in de hand.

China is een uitgestrekt land en langs bergen en woestijnen fietsen vindt niet iedereen even leuk. Ondanks de moeilijkheden van een fietstocht door China vind je toch wel eens een buitenlandse toerist die per fiets door de Tibetaanse hoogvlakte rijdt, of langs een dorp van een etnische minderheid. De Karakoram Highway is zo'n spectaculaire maar moeilijke route. Kleine groepen kunnen zo'n traject volgen georganiseerd door bv. Bike China of Intrepid Travel.

Per auto[bewerken]

Als je een wagen huurt krijg je er meestal een chauffeur bij; dat is wellicht dan ook de veiligste manier om in China rond te trekken. Een internationaal rijbewijs is in China niet geldig; als je toch zelf achter het stuur wil kruipen moet je een Chinees rijbewijs bemachtigen.

Per bromfiets[bewerken]

In China bestaat er in de kleinere steden en in landelijke gebieden zoiets als de taxibromfiets, een goedkoop en efficiënt vervoermiddel, zij het mogelijk licht angstaanjagend. Over de vergoeding kan gepraat worden.

Per pedicab (riksja)[bewerken]

Per wat?

Voor buitenlanders is riksja en pedicab allemaal hetzelfde, maar in werkelijkheid zijn dit toch twee heel verschillende transportmogelijkheden — de ene intussen al in onbruik geraakt. De beruchte riksja was een voertuig op twee wielen, met langszij twee lange staven of palen. De "chauffeur" greep die staven vast en sleurde, wandelde of liep zo het hele gevaarte met klant en al tot aan de bestemming. Tot het eind van de negentiende eeuw waren deze erg populair in China, maar rond 1950 doofde dit uit. Filmpjes van westerse hoge piefen die polo spelen op een door Chinezen rondgesleepte riksja maken het uitbuitende karakter van de riksja pijnlijk duidelijk. Een verre afstammeling van de riksja is in het moderne China nog te zien in de vorm van de vrachten die door dagarbeiders worden verstouwd in kleinere of minder ontwikkelde steden. De arbeiders komen samen met hun riksja-achtige kar in de hoop dat iemand bouwmateriaal, kolen of andere spullen van de ene naar de andere locatie verplaatst wil zien. Voor het overige is de riksja nu vervangen door de pedicab, een karretje op drie wielen met vooraan een fiets.

In sommige steden is de pedicab de beste optie voor korte afstanden. Sanlunche (三轮车), de Chinese term voor pedicabs met zowel een fiets als motortje, zijn werkelijk overal in landelijk China en minder uitgebouwde (wat wil zeggen, minder toeristische) stukken van grote steden. Je moet wel op voorhand over de prijs onderhandelen om gedoe te voorkomen.

Op deze en andere websites hoor je vaak dat "de chauffeurs hun best doen om je op te lichten", een stelling waar mensen die al jaren naar China reizen zich niet in vinden. Mogelijk gaat het in dat soort verhalen over echte oplichters die speciaal op toeristen mikken in bijvoorbeeld de Silk Alley in Beijing, Wanfujing, of vooral rond het Lao Shetheehuis. Misschien komt het erop neer dat je eenvoudigweg op je hoede moet zijn voor om het even wie die om het even wat probeert te verkopen in de buurt van toeristische trekpleisters...

Als je merkt dat de gewone Chinees op de "sanlun" springt — bijvoorbeeld, tussen de Beijing Zoo en de bijhorende metrohalte — dan is alles kits. Maak geen gebruik van een sanlun die met een fotogeniek kostuum uit de goeie ouwe tijd rondtrekt. Dat dient namelijk om toeristen te verleiden, en hen dan het tienvoudig tarief aan te rekenen.

Indien mogelijk, verkies een pedicab boven andere opties. Zo help je de allerarmsten om rond te komen, en in een moeite door scheelt het ook qua vervuiling, en hou je de Chinese traditionele charmes in stand.

Doen[bewerken]

Massage[bewerken]

Massage is populair in gans China, en is normaal zowel vakkundig als betaalbaar.

  • Bij de kapper kan je een wasbeurt en hoofdmassage krijgen voor ¥10. Daar is vaak het wegwerken van oorsmeer plus wat massage van hals en armen bij inbegrepen. Met knippen en scheren kom je uit op ¥15 tot ¥25.
  • Voetmassage is alomtegenwoordig, herkenbaar aan de afdruk van een voetzool op het uithangbord. De prijs ligt tussen ¥15 en ¥60. Zo'n voetmassage geldt in China ook als niet te onderschatten medische behandeling voor allerlei problemen met interne organen.
  • Je kan ook een massage van het hele lichaam laten doen, aan een tarief van ¥15 per uur en meer. Deze massages komen in twee soorten: ànmó (按摩) is algemene massage, tuīná (推拿) focust zich op de meridianen die ook in acupunctuur gebruikt worden.
    • Voor een massage door een expert moet je in een ziekenhuis zijn dat Chinese geneeskunde aanbiedt, en dat kost dan ¥50 per uur of daaromtrent.
    • Het meeste waar voor je geld vind je in piepkleine salons ergens in een uithoek van de stad, meestal uitgebaat door blinden — want massage is het traditionele werk voor een blinde in Azië — vakwerk aan ¥15 tot ¥30 per uur.

Deze drie soorten worden dikwijls gecombineerd, en de meeste plaatsen bieden ze dan ook alle drie aan.

Sommige massage salons zijn in werkelijkheid plaatsen van lichte zeden. Prostitutie is dan wel illegaal in China, maar wordt heel frequent aangeboden, dikwijls onder het mom van een massage. De meeste saunazaken of hete baden bieden alle voorzieningen die een zakenman nodig heeft om te ontspannen. De kleinere salons hebben waarschijnlijk meer dan enkel een massage in de aanbieding als de vitrine nogal veel roze gebruikt, of als de masseuses nogal kort gerokt zijn. Als je daar dan toch binnenstapt voor een massage, is die meestal niet erg goed.

De normale, "niet-roze" plaatsen weten normaal wat ze doen, bieden een goeie massage, en absoluut geen seks.

In veel salons is het geen punt om een paar uur een tukje te doen, soms mag je zelfs de hele nacht doorslapen. Bij de kappers is dat meestal niet het geval, maar in een echt massagesalon mag je gewoon op de tafel blijven liggen pitten, of (nog beter) in de zetel gaan hangen die voor voetmassages gebruikt wordt. De prijzen zijn erg bescheiden, zodat dit mogelijk de goedkoopste manier is die er bestaat om in China te overnachten. Het nadeel is wel dat je het toilet moet gebruiken waar de uitbaters gebruik van maken, en er is ook geen plaats om je bagage veilig achter te laten. Eventuele uitzondering hierop is de duurdere sauna die privékamers aanbiedt.

Enkele nuttige woorden:

  • tòng (痛) en bú tòng (不痛) zijn "pijnlijk" en "niet pijnlijk"
  • hǎo (好) en bù hǎo (不好) is "goed" en "niet goed"; hěn hǎo (很好) is "erg goed" of "geweldig"
  • yào (要) is "willen", bú yào (不要) "niet willen"
  • yǎng (痒) is "dat kriebelt"

De masseur of masseuse kan z'n vragen op verschillende manieren formuleren. Bij voorbeeld, "doet dit pijn" kan zowel tòng bú tòng? als tòng ma? zijn. Voor beide antwoord je tòng dan wel bú tòng.

Traditionele kunsten[bewerken]

Als je van plan bent wat langer in China te verblijven loont het misschien de moeite om enkele van de traditionele kunsten te bekijken, zoals "tai chi" (太极拳 tàijíquán) of kalligrafie (书法 shūfǎ), een noemer die zowel het schrijven van hanzi als het schilderen van landschappen e.d. omvat. Je hebt dan namelijk een unieke kans om alvast de basis te leren, of om reeds bestaand talent verder te verfijnen, rechtstreeks van meesters in het vak, in het land van herkomst nog wel. De meeste steden hebben plaatsen waar je als complete beginner aan de slag kan. Geen Chinees spreken is niet zo'n groot probleem, want door goed te kijken en na te bootsen kan je al heel wat leren. Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld een Chinees instrument leren bespelen (vraag even na in winkels waar ze dergelijke zaken verkopen, meestal organiseren ze wel een cursus of privéles), Chinese kooklessen volgen, of zelfs Chinese opera (京剧 jīngjù) leren zingen. Het inschrijvingsgeld is meestal heel erg laag, en aan de benodigde materialen ga je ook al niet bankroet gaan. De enige vereisten zijn dat je lang genoeg op dezelfde plaats verblijft om het wat de moeite te maken, en voldoende respect; zo'n klas is niet bedoeld als een soort toeristische attractie.

Bezoeken[bewerken]

Karst formaties, Guilin

Karstgebergte[bewerken]

Karst is een type zandsteenformatie, zo genoemd naar een gebied in Slovenië.

Grote delen in Zuid-China zijn karst terrein, met inbegrip van de bekendste toeristische gebieden — Wu Yi Mountain in Fujian, Guilin en Yangshuo in Guangxi, en grote delen van de Guizhou-provincie (alhoewel net die gebieden veel minder bezocht worden door toeristen). Veel mensen denken dat Chinese schilderijen met daarop Karstterrein een rare gestileerde versie van bergen moeten voorstellen — waarna ze verbaasd zijn dat China werkelijk bergen heeft die er precies zo uitzien.

Karst kan ook zo uitslijten dat er een wirwar aan torentjes, bogen en passages ontstaat. Het beroemdste voorbeeld hiervan staat in het Stone Forest (石林 shi lin) nabij Kunming in Yunnan.

Praten[bewerken]

Kaart van Chinese dialecten

De officiële taal in China is Standaard Mandarijns, in het Chinees zelf genaamd Putonghua (普通话, "gedeelde spraak"). Sinds 1950 is dit op het vasteland de enige taal die nog gebruikt wordt in het onderwijs, dus delen de meeste mensen inderdaad deze spraak. Er is echter wel redelijk veel variatie in de uitspraak van streek tot streek. Tenzij anders vermeld zijn alle termen, spellingen en uitspraken in deze reisgids in standaard Mandarijns.

Behalve variaties in uitspraak, hebben vele streken — vooral in het zuidoosten — hun eigen "dialecten", werkelijk te onderscheiden talen die even hard verschillen als Frans en Italiaans, hoewel dit een gevoelig politiek onderwerp is. Van deze dialecten kan de uitspraak enorm verschillen, en om de zaak te verlevendigen komt er ook aardig wat slang en lokale terminologie aan te pas. De grootste dialectgroepen zijn Kantonees, gesproken in Guangdong (Kanton) en Hong Kong, Wu (Shanghais), gesproken in de regio rond Shanghai, en Minnan (Hokkien, Teochew), gesproken in de regio rond Xiamen. Veel Chinezen zijn tweetalig in hun lokale taal en Mandarijn. Een enkeling die al wat ouder is, minder gestudeerd heeft of van het platteland komt kan wel eens enkel z'n dialect begrijpen, maar dit heeft wellicht geen belang voor toeristen. Toch kan het nuttig zijn om een gids mee te hebben die de plaatselijke taal machtig is, want dan wordt die gids als "insider" bekeken, en jij als vriend van een insider. De vuistregel is: praktisch alle Chinezen begrijpen gesproken Mandarijn, zelfs als ze enkel in hun eigen streektaal kunnen antwoorden.

Wat het dialect ook mag zijn, de geschreven taal is altijd en overal hetzelfde. Zelfs de Japanners en Koreanen gebruiken vaak dezelfde karakters in dezelfde betekenis. Toch is er ook hier een complicatie. Het vasteland gebruikt "vereenvoudigde karakters", ooit aangenomen om het analfabetisme te bestrijden door karakterstudie makkelijker te maken. De voormalige karakters, nu "traditioneel" genoemd, worden nog gebruikt in Taiwan, Hong Kong, Japan, en door vele overzeese Chinezen — maar ook op het vasteland voor advertenties en uithangborden. Het gevolg is dat je net zo vaak 银行 (yínháng) als 銀行 kan zien voor "bank". Er zit gelukkig een zeker systeem in de vereenvoudiging, zodat het niet compleet hopeloos is voor de reiziger die onderweg enkele karakters wil leren lezen.

In het uiterste westen van het land spreken sommige niet-Han etnische minderheden Turkse talen zoals Uighur, Kirghiz en Kazakh. In toeristische gebieden kan je echter normaal altijd met Mandarijn of Engels uit de voeten.

Zie ook: Taalgids Chinees, Taalgids Kantonees, Taalgids Minnan.

Engels[bewerken]

De meeste Chinezen leren Engels op school, en voor een universitair diploma moeten ze slagen voor een Engels examen. Desondanks leren weinigen onder hen voldoende Engels om stand te houden in een conversatie, aangezien de focus gericht is op formele grammatica en schrijfoefeningen. Buiten de grote toeristische trekpleisters is het dan ook ongewoon om iemand te vinden die fatsoenlijk Engels spreekt.

Dat gezegd zijnde zijn er altijd toch wel enkele mensen die een redelijke tot zelfs uitmuntende kennis van het Engels hebben dankzij studies op universitair niveau (vooral dan indien in het buitenland).

Nuttige tip: het helpt vaak als je de Engelse zinnen wat vereenvoudigt. Vermijd complexere constructies zoals "Would you mind if I come back tomorrow?" en hou het bij een eenvoudiger, directer "Tomorrow I will come back." Dat ligt dichter bij hoe dat in het Chinees zou klinken, en is niet denigrerend bedoeld.

Chinees leren[bewerken]

Bij ons heeft Chinees een onverdiende reputatie als onmogelijk te leren taal. Hoewel het inderdaad mijlenver afstaat van Engels of andere westerse talen, is er geen enkele reden waarom de reiziger geen kleine basis kan oppikken; elk beetje dat je leert is al een enorme hulp. De grootste moeilijkheid is de uitspraak; Chinese basisgrammatica is erg eenvoudig.

Geschreven Chinees is bij westerlingen berucht om zijn complexiteit, maar het voordeel is dan weer dat het vrij makkelijk is om hier of daar iets te leren. Met een normaal alfabet begrijp je namelijk helemaal niks zolang je niet het ganse alfabet van buiten kent. In het Chinees daarentegen staat elk karakter los van al de rest, dus als je eenmaal door hebt hoe pakweg "Internet Cafe" of "Gebakken noedels" geschreven zijn, is dat meteen van praktisch nut, ook al weet je verder helemaal niks over de taal. Sterker nog, als je een goed visueel geheugen hebt is het best mogelijk dat je karakters leert herkennen ook al heb je geen flauw idee hoe je ze zou moeten uitspreken — nog steeds geweldig nuttig al was het maar om bijvoorbeeld de uitgang 出口 van de ingang 入口 te onderscheiden. Om de overgang tussen herkennen en luidop lezen te overbruggen werd pinyin ontwikkeld, een systeem dat Chinees schrijft met ons (Romeins) alfabet. Via pinyin wordt dan Chinees aangeleerd aan schoolkinderen en buitenlandse studenten. Pinyin ligt niet honderd procent voor de hand — sommige karakters en combinaties zijn niet wat je verwacht — maar ook hier geldt: zelfs een elementaire kennis maakt al een wereld van verschil op reis.

Zie ook onder "Leren".

Kopen[bewerken]

Munteenheid[bewerken]

De officiële munt van China is de renminbi (人民币 "Geld van het volk"), afgekort tot RMB. De officiële eenheid van deze munt is de yuan (), internationale code CNY. Prijzen in China zijn uitgedrukt in yuan, typisch als ¥ of .

Tot 2005 was de yuan vastgeklikt aan de US-dollar met een koers van 8,29, waarna de Chinese regering de munt iets revalueerde en aan een gewogen korf van munten klikte. Gedurende 2005 en 2006 bleef de yuan hangen rond zo'n 8 yuan per dollar, en staat per maart 2007 aan 7,75. Verschillende landen oefenen druk uit op China om de yuan verder de revalueren, aangezien dat Chinese export duurder zou maken, en buitenlandse import goedkoper. Hoogstwaarschijnlijk zit zo'n verdere correctie er aan te komen, die de yuan duurder maakt, maar dramatische verschuivingen zijn zo goed als uitgesloten.

De laatste koers tegen de Euro vind je hier.

Samengevat

  • 10 fen (分) is 1 jiao (角)
  • 10 jiao is 1 yuan (元), de basiseenheid
  • voor yuan zegt iedereen kuai (块)
  • voor jiao zegt iedereen mao (毛)
  • 10 is shí (十)
  • 100 is bǎi (百)
  • 1000 is qiān (千)
  • 10000 is wàn (万)

De officiële onderverdelingen voor de yuan zijn de jiao (), aan 10 jiao per yuan, en de fen () tegen 10 fen per jiao. Een munt ter waarde van ¥0,10 is dus 壹角 ("1 jiao"), geen "10 fen". In gesproken Mandarijn echter heeft niemand het over yuan; de standaard term is kuai (), en de jiao wordt de mao (). fen blijft hetzelfde, dus een prijs als ¥3,75 wordt uitgesproken als "3 kuai 7 mao 5 fen" (de laatste eenheid wordt dikwijls niet gelezen).

Als je met getallen werkt, denk er aan dat bijvoorbeeld "wu bai san", letterlijk "vijf honderd drie", 530 is, ofte "vijf honderd drie tien", waarbij de laatste eenheid tien niet wordt uitgesproken. Het getal 503 moet dan gelezen worden als "wu bai ling san", letterlijk "vijf honderd nul drie", om verwarring te vermijden. In dezelfde lijn is "yi qian ba", letterlijk "een duizend acht", 1800. Als het om grote getallen gaat geldt bovendien dat de Chinezen een apart woord hebben voor tienduizend, wàn (), zodat bijvoorbeeld 50000 "wu wan" is (vijf "tienduizend"), en niet "wu shi qian" (vijftig duizend).

Veel Chinees geld circuleert in de vorm van papiergeld — zelfs kleine bedragen. Tegenwoordig wordt er voor het gemak meer en meer overgeschakeld op munten, maar intussentijd is zelfs de jiao, hoop en al een tiende yuan, op de markt als biljet (het kleinste) en als twee verschillende munten. Omgekeerd bestaat de kuai zowel als munt, als in twee verschillende biljetten. Zorg dat je met eender welke versie kan omgaan!

Valsmunterij is een groot probleem, vooral van ¥1 munten, en biljetten van ¥10, ¥20, ¥50, en ¥100. Als je geld wisselt bij de bank, vraag de bediende dan of hij wil nakijken op vals geld. Bekijk elk biljet dat je ontvangt. Wees op je hoede als je meerdere biljetten krijgt met de kleine bedragen bovenaan het stapeltje. De volgende zaken kunnen op vals geld wijzen: een scherp omlijnd watermerk, geen metalen strook, zacht papier, vlakke zachte inkt, een foute kleur (op biljetten van ¥50 en ¥100) voor het reflecterend nummer linksonder in de hoek, of de reflectie verandert niet van kleur als je het biljet wat schuin houdt. Wijzen dan weer op een authentiek biljet: een wazig watermerk, metalen strook, ruw papier, inkt die op het papier ligt, juiste kleuren voor het reflecterend nummer, veranderd kleureffect. Om het moeilijk te maken hebben oudere biljetten sowieso geen metalen strook noch reflecterend nummer. Vals geld heeft gelukkig dikwijls veel te heldere, oplichtende kleuren. Het is niet onbeleefd om biljetten te weigeren en andere te vragen.

Probeer te vermijden dat je grote biljetten moet wisselen in een taxi — in een donkere taxi is het moeilijk te zien of biljetten echt zijn of vals. Honderd yuan gebruik je best in grote winkels en restaurants zodat je geen biljet van 50 moet terugkrijgen, het meest nagemaakte model.

Een andere truc is als je een borg achterlaat bijvoorbeeld bij de fietsenverhuur. Het komt voor dat je dan vals geld mee terug krijgt.

Geld wisselen[bewerken]

In westerse landen zijn RMB moeilijk of onmogelijk te krijgen, en zelfs als het kan is de wisselkoers bijzonder ongunstig. Normaal is het veel minder ellende om gewoon te wachten tot na aankomst en dan met een krediet- of bankkaart geld uit de automaat te halen, aanwezig in de meeste steden. De laatste jaren ligt de officiële wisselkoers erg dicht bij de marktwaarde, zodat het nauwelijks de moeite loont buiten officiële kanalen om geld te wisselen — als je al geen winst boekt! De luchthavens in Beijing en Shanghai hebben een geldautomaat waar de meeste internationale kredietkaarten mee werken. Kijk wel uit voor een logo dat je bekend voorkomt, want nogal wat automaten hangen niet aan het internationale netwerk en slikken een buitenlandse kaart meteen in als "ongeldig", geen vrolijk vooruitzicht. Als de automaat zes cijfers vraagt en je hebt er maar vier, probeer dan met twee nullen ervoor. In meer afgelegen gebieden zijn automaten met internationale toegang uiteraard zeldzamer, dus zorg dat je voor deze verplaatsingen voldoende geld op zak hebt.

Buitenlands geld en/of reischeques kan je in RMB omwisselen in de meeste hotels en banken, bij de een al wat vlotter dan bij de ander, maar in elk geval moet je een paspoort of identificatiebewijs kunnen voorleggen. De handtekening op de pas moet kloppen met die op de reischeque, en beide documenten zullen mogelijk aandachtig bestudeerd worden. Als de zaak niet precies klopt kan het geld geweigerd worden. Een bewijsje met juiste handtekening meebrengen kan soms helpen. Reischeques met dubbele handtekening zoals bijvoorbeeld American Express levert, kunnen dan ook aardig wat gezeur opleveren als niet beide partijen aanwezig zijn. Bovendien vinden zelfs grote banken het verdacht als je met reischeques rondloopt voor een munt die niet je eigen is. Een Canadees die Amerikaanse reischeques op zak had, had bijna twee uur nodig om die in een hoofdkantoor van de Bank of China uit te wisselen.

Amerikaanse dollar uitwisselen naar RMB is een pak eenvoudiger, alhoewel ook hier de biljetten zorgvuldig zullen worden bestudeerd. Mogelijkheden om RMB te kopen vooraleer je China binnengaat, bijvoorbeeld als je via land van Hong Kong of Vietnam komt, lonen de moeite aangezien de koers gunstiger is. Dat geldt ook in de andere richting — net over de grens verkopen valt net iets beter uit. De meeste banken laten toe geld af te halen via een kredietkaart. Toch is het nuttig om een grote internationale munt als Britse Pond, US Dollar, Euro of Japanse Yen op zak te hebben in geval van nood.

Bewaar alle ontvangstbewijzen want zonder kun je de overtollige RMB niet meer terug omwisselen in je eigen munt (dit om zeker te zijn dat enkel in China gekochte RMB wordt teruggekocht — de economische logica is te vaag om hier op in te gaan). Dit geldt ook voor geldopvragingen aan de automaat, of elke andere omwisseling. Als je buiten de officiële kanalen om geld wisselt (met andere woorden, als je de bewijsjes "verloren hebt") ben je technisch gezien illegaal bezig, maar in de praktijk luistert het niet altijd zo nauw.

Belangrijk om weten is dat elektronische overschrijvingen naar het buitenland ofwel een ellende zijn, ofwel regelrecht onmogelijk, behalve in een handvol grote steden aan de oostkust en in het uiterste zuiden. In het grootste deel van het land bieden de banken deze dienst eenvoudigweg niet aan, en als ze het toch willen doen hangt er een overdreven hoge kost aan vast, is het personeel niet fatsoenlijk opgeleid om de overdracht efficiënt en/of correct uit te voeren, en duurt het dan ook nog twee tot zeven dagen. Western Union is aanwezig (maar dan ook nauwelijks buiten de grote steden), minder duur en dikwijls professioneler. Desalniettemin valt het ook bij WU voor dat je een bediende tegen komt die geen idee heeft waar hij of zij mee bezig is. Bijvoorbeeld, de bediende kan aandringen dat je nummer van het paspoort en/of visum geeft van de persoon die het geld moet ontvangen, ook al is de ontvanger niet in het land, is dat nooit geweest, en is dat ook niet van plan (Dit bizarre en behoorlijk onprofessionele scenario valt bijvoorbeeld regelmatig voor in het WU kantoor in Chengdu's Agricultural Bank of China. De transfer is dan letterlijk onmogelijk. Je bent altijd beter af met een binnenkantoor van WU. Toevallig wil het echter vaak lukken dat in zo'n binnenkantoor "het systeem plat ligt").

Als je een rekening opent voor hetzij een buitenlandse munt, hetzij voor buitenlands plus Renminbi, controleer dan of je vanuit andere provincies toegang hebt tot die rekening (bv. de Bank of China laat dit per 2006 niet toe).

Kopen[bewerken]

Behalve in hotels worden kredietkaarten zelden aangenomen, en voor de meeste verkopen betaal je contant. Wees op je hoede voor zakkenrollers.

Veel winkels hebben een betaalterminal voor Chinese bankkaarten; normaal werken deze niet voor buitenlandse kaarten. Als je langere tijd in China wil verblijven en redelijk wat geld moet spenderen, open je beter een rekening bij een Chinese bank.

Als er op het artikel al een prijs afgedrukt staat gaat het normaal over de toonbank voor dat bedrag, of ietsje eronder, maar er is meer ruimte om af te dingen als er niks vermeld staat. Tenzij je in een winkel staat met geafficheerde prijzen, is het net de bedoeling dat je gaat afdingen, al kan dat meer resultaat hebben als je een vriend uit de streek aan het woord laat. Verkopers rekenen namelijk de laagste prijs aan de plaatselijke bevolking (die het dialect spreken), dan iets meer aan de andere Chinezen, en het volle pond voor buitenlanders. Hou er wel rekening mee dat sommige lokale mensen uit de meer gegoede middenklasse misschien niet zo hard willen staan afdingen als je had gehoopt.

Veel toeristen hopen een antiquiteit op de kop te tikken, en rondsnuffelen op de vlooienmarkt is een leuke ontdekkingstocht. Bedenk wel dat de absolute meerderheid van de "antieke" koopjes gewoon namaak is, hoe authentiek het er allemaal ook mag uitzien. Het is aan te raden om geen stevige bedragen op te souperen, tenzij je absoluut weet waar je mee bezig bent — beginners worden zo goed als zeker gerold.

Afdingen[bewerken]

Tijdens het afdingen op de prijs kan de lokale bevolking een "harde stijl" hanteren die voor buitenlanders misschien onbeleefd overkomt (zoals negatieve uitlatingen over de kwaliteit van de waar). De hele discussie blijft echter sereen — hysterische toestanden op z'n Monty Pythons halen weinig uit.

Een toerist veel te veel laten betalen is voor elke verkoper natuurlijk de kunst. Om een nauwkeurig idee te krijgen van de prijs, kies een voorwerp dat je wel wil kopen en dat meerdere winkeltjes aanbieden. Begin met een absurd lage prijs (pakweg 1 tot 5 procent van de vraagprijs), en als het obligate "Nee, ben je gek?" antwoord komt, bekijk het nog eventjes en loop dan verder. De verkoper zal dan een steeds lagere prijs naroepen, een bedrag dat zakt naarmate je verder weg loopt. Onthoud het laagste bedrag dat werd aangeboden (in het beste geval wordt dat zelfs je "belachelijk lage" prijs), en stop aan het volgende winkeltje, waar je de procedure herhaalt te beginnen met 50 tot 75 procent van het laagste aanbod van zonet. Uiteindelijk kom je dan toch op een aanvaardbare prijs uit. In het beste geval kan je op obsceen lage bedragen uitkomen, maar maak geen misbruik van je overwicht! Veel mensen moeten namelijk overleven door een fatsoenlijke marge te rekenen aan toeristen. Het kan nooit kwaad om iets meer te betalen dan de absolute bodemprijs; een klein bedrag voor de toerist kan een wereld van verschil maken voor een arme handelaar wiens kost en inwoon maandelijks meer bedraagt dan je hele aankoop bij elkaar.

Zie ook Gids voor Afdingen.

Tijdens de koopjesperiode staan er bij ons overal percentages op de ramen, die aangeven hoeveel er van de prijs af gaat. In China is het net andersom, daar adverteren ze wat er nog overblijft na de korting. Als je wil profiteren van solden moet je dan ook op zoek naar het karakter 折 (zhé). Een korting van 20% bijvoorbeeld wordt aangegeven met 8折.

Namaakspullen[bewerken]

China heeft de reputatie zo ongeveer alles na te maken, en eigenlijk is die niet geheel onverdiend. Alles wat te koop staat kan namaak zijn.

Luxe artikelen zoals jade, duur keramiek en andere kunstvoorwerpen, antiquiteiten of tapijten zijn extra link. Tenzij je er verstand van hebt zul je wellicht een hoge prijs betalen voor een product van lage kwaliteit. Voor dergelijke zaken ga je best naar een grote en gerespecteerde verkoper; dan heb je weliswaar minder mogelijkheden om het soort superkoopje te doen dat een expert elders misschien voor mekaar krijgt, maar je zal waarschijnlijk ook niet opgelicht worden.

Het meeste "antieke" meubilair op de markt is replica. Veel "jade" is ofwel gewoon glas, of een lage kwaliteit steen met een groen laagje vernis erop; soms is het zelfs gewoon plastiek. Vele "stenen beeldhouwwerkjes" zijn gewoon gegoten glas. De "samuraizwaarden" zijn ofwel inferieure wapens die in Wereldoorlog II massaal werden gemaakt door het Japans leger, of anders gewoon Chinese kopieën. Voor de juiste prijs kunnen dit best wel leuke spullen zijn. Maar in geen geval zijn deze de prijs waard van het equivalent van topkwaliteit.

De meeste cd's (muziek of software) en dvd's in China zijn illegale kopieën. Als het schijfje maar een euro kost en in een goedkope papieren verpakking zit is het met zekerheid namaak. Als het meer kost en in een betere verpakking zit kan het een legaal exemplaar zijn, maar dan nog is het moeilijk om zeker te zijn. De beste manier om namaak te vermijden is waarschijnlijk om naar grote boekhandels of shoppingcentra te gaan; meestal is daar een cd/dvd-afdeling, met prijzen rond twee tot vijf euro.

Blijkbaar circuleren in China nogal wat zilveren munten. In de 19e eeuw gebood de keizer dat buitenlanders hun zijde en thee cash in zilver moesten betalen, zodat er honderden zilveren dollars uit Mexico, de VS, Frans Indonesië, China en andere contreien toestroomden, de meeste uit de periode 1850-1920. Helaas is wat daar nu nog van aangeboden wordt hoofdzakelijk namaak, zeker in toeristische streken.

Zaken van grote wereldwijde merken kunnen namaak zijn, vooral dure sportartikelen zoals loopschoenen of golf clubs. Dit betekent niet dat deze allemaal namaak zijn, de grote multinationals zijn ook in China aanwezig. Sommige artikelen zijn echter ofwel niet-geautoriseerd, ofwel ronduit namaak. Waar komen die spullen dan vandaan?

  • In de meest voorkomende variant krijgt een Chinese firma het order om pakweg 100.000 T-shirts te leveren aan "DuurMerk". Ze moeten er sowieso enkele te veel maken want een bepaald percentage zal niet aan de kwaliteitsnormen voldoen. Laten we zeggen 105.000? Waarom niet, maak er meteen 125.000. De overschot gaat toch vlot van de hand; het zijn namelijk echte DuurMerk-spullen. En dus komen 25.000 T-shirts op de Chinese markt — sommige met een fabrieksfout, maar de meeste van perfecte kwaliteit — maar dan zonder de toestemming van DuurMerk. Voor de toerist zijn dit buitenkansjes — als je even goed oplet of je geen exemplaar met fouten vast hebt, heb je precies hetzelfde artikel in de hand dat door DuurMerk wordt verkocht voor een veel hogere prijs.
  • Daar stopt het verhaal echter niet. Als de fabriekseigenaar wil bijklussen, laat hij de machines gewoon nog eventjes langer draaien. DuurMerk kijkt intussen niet meer mee over de schouder om de kwaliteitsgaranties te controleren, en dus kan er hier en daar nog wat bespaard worden — gooi het DuurMerk-logo erop, en de winst is verzekerd. Afhankelijk van hoe kort de productie door de bocht gaat kan het nog de moeite lonen om deze spullen te kopen, maar hoe dan ook krijg je niet de kwaliteit die je van DuurMerk mag verwachten.
  • Uiteindelijk kan de fabriek natuurlijk ook gewoon helemaal foute "DuurMerk"-spullen gaan maken. Op deze regelrechte namaak staat het merk dan meestal verkeerd afgedrukt, waardoor je meteen weet hoe laat het is. Het is niet duidelijk of dit een stommiteit is, bedenkelijk Engels, of een halfhartige poging om vervolging te vermijden.

Een reiziger vond ooit een omkeerbaar jasje met "Adidas" aan de ene kant en "Nike" aan de ander. Alhoewel een aardige curiositeit, is dit uiteraard geen artikel van eender merk.

Als je dure merkartikelen wil kopen in China hou je best rekening met twee zaken.

  • Ten eerste kan je niet blindelings op het merk vertrouwen; kijk het product zorgvuldig na op fouten of gebreken. Zoek ook op het etiket naar spelfouten.
  • Ten tweede, wees erg achterdochtig als het de koop van je leven lijkt. China mag dan wel enorm veel goedkope waar produceren, een "Rolex" van honderd euro blijft met zekerheid een hoop rommel.

Met namaakgoederen kan je ook in de problemen komen. "Gepirateerde" dvd's of namaakgoederen zijn illegaal in China, maar niemand kijkt daar naar om. Dat is wel even anders aan de douane van de Europese Unie. Douane beambten zullen piraat-dvd's en andere namaak in beslag nemen. In het slechtste geval kan daar nog een boete en/of proces verbaal bijkomen.

Wat te kopen[bewerken]

China blinkt uit in met de hand gemaakte waar, deels door een lange traditie van uitmuntend ambachtelijk werk, deels doordat in China arbeid voorlopig toch erg goedkoop blijft. Neem de tijd, inspecteer de kwaliteit en aarzel niet om vragen te stellen (maar geloof niet blindelings elk antwoord!).

Porselein op de antiekmarkt van Shanghai
  • Porselein: China heeft een traditie in kwaliteitsporcelein en zet die tot op vandaag voort. Blauw en wit zijn de bekende kleuren, maar er is veel meer op de markt, waaronder allerlei mooi monochroom glazuur dat een zoektocht waard is. Gespecialiseerde winkels in de buurt van hotels of op de bovenste etages van shoppingcentra zijn een begin, alhoewel minder goedkoop. Reproducties vind je bij de vleet op de antiekmarkt, al is het daar soms lastig om de verkopers te mijden die bij hoog en bij laag beweren dat hun spullen historisch authentiek zijn (met bijbehorend prijskaartje). De twee bekendste centra voor porselein zijn Jingdezhen en Quanzhou.
  • Meubilair: de laatste 15 jaar is China een belangrijke bron geworden van antiek meubilair, afkomstig uit het uitgestrekte binnenland. Aangezien die voorraad stilaan uitgeput raakt, gaan veel restaurateurs nu over tot nieuwe productie. De kwaliteit van deze nieuwe stukken is vaak excellent en er vallen goede zaken te doen voor zowel nieuw als oud spul. Meubilair heeft al snel een pakhuis nodig en dus vind je dit soort winkels aan de rand van stad. In bijvoorbeeld Beijing, Shanghai en Chengdu is aan meubelwinkels geen gebrek, en je hotel kan je wellicht meer vertellen. In de meeste gevallen regelt de winkel ook de verzending. Zhongshan heeft een gigantische meubelmarkt.
  • Kunst: het kunstwereldje in China valt uiteen in twee strikt gescheiden groepen. Enerzijds zijn er de traditionele conservatoria, die zich specialiseren in de "klassieke" schilderkunst (vogels en bloemen, landschap met stenen en rivier, kalligrafie), met een conservatieve benadering die resulteert in schilderijtjes zoals iedereen die van China verwacht. Anderzijds is er ook een modernere kunststroming in opkomst, met olieverfschilderijen, fotografie en beeldhouwkunst, wat nog weinig te maken heeft met het oude werk. Beide "stromingen" zijn het bestuderen waard, en beide produceren werk dat kan variëren van wonderbaarlijk tot lachwekkend. Het epicentrum voor de moderne groep is zonder twijfel Beijing, waar het Da Shan Zi-pakhuisdistrict (ook bekend als 798) het nieuwe knooppunt lijkt te worden voor galerijen, een beetje zoals het New Yorkse Soho dat was midden de jaren tachtig.
  • Jade: in China vind je tegenwoordig twee types jade: het eerste is bleekjes en bijna kleurloos en wordt gemaakt van allerlei gesteentes die in China worden ontmijnd. Het andere type is groen van kleur en wordt geïmporteerd uit Myanmar (Burma) – indien authentiek! Hou vooreerst in gedachten dat je bij de aankoop van jade in het beste geval krijgt waar je voor betaalt, en zeker niks meer. Echte Burmese jade met een solide groene kleur is exorbitant duur, en de "goedkope" groene jade op de markten is ofwel een synthetische steen, ofwel een of andere natuursteen met een laagje groene verf omheen. Zaken waar je bij de aankoop op moet letten zijn de kwaliteit van het snijwerk — is de afwerking wel keurig? Is ze geraffineerd, of zijn langs alle kanten inkepingen zichtbaar? De kwaliteit van de steen hangt meestal nauw samen met de kwaliteit van de afwerking. Doe het rustig aan en vergelijk de prijzen vooraleer je beslist. Als je een aanzienlijk bedrag wil geven, doe dat dan in gespecialiseerde winkels en niet op de vlooienmarkt. Khotan in Xinjiang is een beroemde regio voor jade.
  • Tapijt: China is de bakermat van een verrassende diversiteit aan ambachtelijke tapijt tradities, zoals die uit Mongolië, Ningxia, Tibet, plus modernere types. Veel toeristen zijn op zoek naar zijden tapijten: deze zijn echter een vrij recent uitgevonden "traditie", met de meeste ontwerpen afkomstig uit het Midden-Oosten, eerder dan van Chinese origine. Het is wel zo dat het vakmanschap normaal prima is bij deze tapijten, maar dat er nogal wordt bespaard op de materialen, vooral dan de verven. Als het tapijt op een heldere plaats ligt kunnen de kleuren verdwijnen of veranderen. In China worden ook uitstekende wollen tapijten gemaakt. Tibetaans tapijt behoort tot het beste in termen van kwaliteit en constructie, maar op een paar uitzonderingen na geldt alweer dat het meeste "Tibetaans" tapijt helemaal niet uit Tibet afkomstig is. Net als bij jade koop je beter bij winkels die een reputatie hoog te houden hebben.
  • Overige kunst en ambachten: andere zaken die de moeite lonen zijn Cloisonné (gekleurde glaslaagjes op een metalen basis), lakwerk, maskers, vliegers, houtsneden, scholar's stenen (decoratieve steen, soms natuurlijk, soms niet), kunstig uitgesneden papier, enzovoort.

Westerse producten[bewerken]

Steden waar het barst van residente buitenlanders, zoals Beijing, Shanghai en Shenzhen hebben Chinese speciaalzaken met producten van en voor die nationaliteiten. Op de pagina's van zo'n stad vind je meer details.

Er zijn ook een aantal buitenlandse supermarkten die intussen goed vertegenwoordigd zijn in China. Denk daarbij aan het Amerikaanse Walmart, het Duitse Metro, het Franse Carrefour of het Japanse Jusco. In dergelijke winkels vind je westerse voeding en dies meer. Metro is misschien wel de beste van de reeks, in het bijzonder als je op zoek bent naar een mooie keuze aan alcohol.

Eten[bewerken]

Bekende keukens[bewerken]

  • Cantonees/ Guangzhou/ Hong Kong: dit is het soort Chinese gerechten dat bij de meeste bezoekers al bekend is. Niet te pikant, nadruk op verse gekookte ingrediënten en voedsel uit zee. Dim Sum (kleine hapjes als ontbijt of middagmaal) zijn een aanrader.
  • Sichuan: berucht heet en pikant, alhoewel niet elk gerecht met chili wordt bereid. Er valt iets voor te zeggen om dit als meest verfijnde keuken in China te klasseren, overal te vinden buiten Sichuan.
  • Hunan: Hunan Cuisine, op de kaart ook wel Xiang cuisine genoemd, is eigenlijk de keuken van de Xiangjiang streek, het Dongting-meer en de westelijke Hunan-provincie. Net als bij de Sichuan-keuken kan een Hunan-gerecht meer "gepeperd" zijn in de Westerse betekenis.
  • Beijing: noedels en baozi (broodzakjes) op grootmoeders wijze, "peking duck" (gebraden eend), en koolgerechten, geweldige augurken. Eenvoudig maar met smaak.
  • Zhejiang: Zhejiang-cuisine omvat gerechten uit Hangzhou, Ningbo, en Shaoxing. Een delicaat afgewerkte mengeling van zeeproducten en groenten, licht van smaak en vaak geserveerd in soep. Soms licht gezoeten en soms zoet-zuur, en vaak een combinatie van gekookt vlees en groenten.
  • Fujian: Fujian-cuisine gebruikt hoofdzakelijk ingrediënten van de kust en riviermondingen. Een bekend en amusant voorbeeld van een Fujian-gerecht is "Boeddha Springt over de Muur". Volgens het verhaal ruikt dit zee-gerecht zo fantastisch lekker dat een monnik z'n vegetarische gelofte vergat, en meteen over de kloostermuur sprong om te kunnen proeven.

Snelle hap[bewerken]

Een snelle, goedkope, lichte en lekkere maaltijd vind je in China in alle soorten en maten:

  • allerlei lekkers van de alomtegenwoordige bakkerijen;
  • een brochette van de barbecue langs de straat;
  • jiaozi, wat de Chinezen vertalen in "dumplings", gekookte ravioli-achtige zakjes gevuld met verschillende soorten groente, vlees en soms zeevruchten;
  • baozi, gestoomde zakjes met een zoute, zoete of groenten-vulling;
  • mantou, gestoomd brood van straatventers – perfect als goedkoop en goed vullend tussendoortje;
  • verse handgemaakte noedels; kijk rond voor een piepklein restaurantje met personeel in moslimkledij — een witte fez-achtige hoed voor mannen en hoofddoeken voor vrouwen;
  • in Guandong en soms ook elders, dim sum. Rond elke toeristische trekpleister staat wel iemand dim sum te verkopen aan de toeristen uit Hong Kong.

Ook fast-food-westerse-stijl is intussen in China aanbeland. Je struikelt over de McDonalds, KFC's en Pizza Hutten, toch zeker in de grote steden. Af en toe kom je een Burger King tegen.

Fastfood[bewerken]

Er bestaan ook Chinese ketens fastfood restaurants met als voorbeeld Dicos (kippenburgers, frietjes etc., het is goedkoper dan KFC (Kentucky Fried Chicken)¤¤ en volgens sommigen ook beter) en Kung Fu. Al is de KFC nog steeds bekender en populairder dan de meeste fastfood restaurants in China.

Uitgaan[bewerken]

Alcohol[bewerken]

De Chinezen gieten ze er ook niet naast, en het begrip jiǔ (酒) omvat dan ook aardig wat alcoholische geneugten.

Bier (啤酒 píjiǔ) is zeer courant in China en vind je in praktisch elk restaurant. De bekendste naam is Tsingtao (青島), van Qingdao, wat vroeger een Duitse concessie was. Andere merken bij de vleet, alle licht lager-achtig bier van zowat 3% alcohol. De prijzen gaan van ¥2,5 bij de kruidenier, ¥4 tot ¥6 op restaurant en ¥10 of meer in een gewoon café, wat stijgt tot ¥20-30 in de betere bar. Helaas zul je in de ontwikkelde steden op de meeste plaatsen je biertje op kamertemperatuur geserveerd krijgen, welk seizoen het ook is. In de streek rond Shanghai is de plaatselijke soort REEB een aanrader — "beer" maar dan achterstevoren. Zes flesjes gaan voor ongeveer 1 euro.

Rode wijn komt eveneens vaak voor en is normaal redelijk geprijsd, tot ¥20 bij de kruidenier, zo'n ¥100-150 in de betere gelegenheid. Als je evenwel Australische, Europese of Californische wijn gewoon bent verwacht je best niet teveel van de Chinese wijnen, op hier of daar een uitzondering na. Nogal wat bars serveren de wijn met ijs, of soms zelfs met Sprite erdoorheen gemengd. Er zijn ook enkele witte wijnsoorten, sommige schuimend. De kwaliteit is iets hoger dan bij de rode wijnen.

Bemerk: het woord 酒 wordt dikwijls vertaald als "wijn" door Chinese drankhandelaren en Engelstaligen (zie hieronder). Als je werkelijk naar westerse wijn op zoek bent — gemaakt van druiven dus — vraag dan expliciet naar 葡萄酒 (putao jiu – druivenwijn) om misverstanden te voorkomen.

Plaatselijke distilleerderijen produceren brandy en báijiǔ (白酒), een wit Chinees brouwsel. baijiu (letterlijk "white spirits") wordt dikwijls fout vertaald als "witte wijn", maar met een alcoholpercentage van 40 tot 60% is dit toch wel even andere koek. Maotai (茅台) is een bekend en relatief duur soort baijiu uit Guizhou. Baijiu wordt geserveerd in kleine glaasjes bij gelegenheden zoals een banket of festival. Op zo'n moment moet er getoast worden bij de vleet. Chinese brandy is z'n geld waard, het kost evenveel als wijn maar is normaal beter van smaak dan baijiu. De Chinezen zijn ook massaal wild van zogenaamd medische likeuren, waar dan allerlei exotische kruiden en onderdelen van dieren in verwerkt zijn — met helaas vooral een stevig effect op de prijs maar weinig effect op de smaak.

De betere bars hebben normaal ook geïmporteerd bier in huis (¥20-40) en ook relatief mindere geïmporteerde whisky (Chivas, Johnny Walker, Jim Beam, Jack Daniels; zeer uitzonderlijk eens een single malts); verder ook nog cognac, die per fles wordt verkocht tegen ¥300-800. Vodka en tequila komen minder vaak voor, maar bestaan. Ook dit alles kan weer namaak zijn, dus met wat pech kom je de volgende dag niet uit je bed.

In disco's en sommige bars koop je het bier aan ¥100 per lot; dat zijn dan ergens tussen de vier tot tien biertjes. Meestal hangen daar ook hostessen rond, jonge vrouwen die stevig doordrinken en klanten tot allerlei drinkspelletjes willen verleiden om de consumptie nog verder op te krikken. Uiteraard hebben ze een percentje op hetgeen je soupeert. Dit zijn "professionele flirters", geen prostituees, dus reken niet op meer.

Karaoke (卡拉OK) is zeer populair in China en bestaat in twee soorten. Standaard karaoke is een karaoke-"doos" of KTV zonder toeters of bellen; je huurt een kamer, brengt de vrienden mee en de club zorgt voor de microfoon en drank. Populair bij studenten door z'n lage kostprijs kan dit met het juiste gezelschap erbij erg leuk zijn.

Iets helemaal anders is het opmerkelijk waziger special KTV, dat zich richt op amusement voor zakenlui die hun relaties willen verwennen, of gewoon stoom moeten afblazen — de club zorgt hier voor alles en iedereen wat de klant zou kunnen wensen, voor de juiste prijs. In deze vaak kitscherige etablissementen — overdreven Romeinse en Egyptische decors zijn de norm — word je vergezeld door kortgerokte professionele karaokemeisjes, die per uur rekenen voor hun aanwezigheid, en wiens diensten normaal niet beperkt zijn tot uit de toon zingen en de glazen bijvullen. Het valt bijzonder af te raden om hier naar binnen te stappen, tenzij je absoluut zeker bent dat iemand anders de rekening betaalt, want met minder dan enkele honderden euro's kom je niet rond, zelfs als je al je kleren aanhoudt.

Toasten in het Chinees doe je met ganbei ("leeg glas" of "droog glas", i.e. ad fundum), en traditioneel moet het glas dan in 1 teug leeg. Let daar wel erg goed mee op. Tijdens een maaltijd met de plaatselijke bevolking wordt van de buitenstaander verwacht dat hij toast met elke aanwezige. Op zich verplicht niemand je hier toe, en het is dan ook beter van niet; je reputatie wordt er niet beter op door misselijk te worden, of de zatlap uit te hangen. Bovendien moet de plaatselijke bevolking begrip hebben voor je noden en wensen, groepsdruk of niet. Het is dan ook perfect acceptabel om bijvoorbeeld drie keer te toasten (het traditionele getal om vriendschap te sluiten) met het volledige gezelschap, eerder dan het hele rijtje af te gaan. Als je de gevolgen van de drank begint te voelen, maar je wil niemand voor het hoofd stoten, kan je je er eventueel van af maken met een "suibian" in plaats van ganbei. In dat geval hoef je maar zoveel te drinken als je nog wil.

Thee[bewerken]

Het ligt nogal voor de hand dat ze in China ook redelijk wat thee hebben (茶 chá). Groene thee krijg je meestal gratis op restaurant, de meest voorkomende soorten zijnde buskruitthee (珠茶 zhūchá, gunpowder tea) — zo genoemd niet vanwege z'n smaak maar omwille van de bijeengepakte blaadjes waar mee gebrouwen wordt (deze thee heet iets lyrischer soms ook "parelthee") — jasmijnthee (茉莉茶 mòlichá) naar de gelijknamige bloem, en verder nog half gefermenteerde oolong (烏龍 wūlóng). Ontelbare andere soorten kun je echter vinden in gespecialiseerde theehuizen, gaande van bleke, delicate witte thee (白茶 báichá) tot het sterk gefermenteerde, geurige pǔ'ěrchá (普洱茶); controleer even de prijs voor je de ober roept want de betere variëteiten tikken snel aan.

Enkele streken hebben hun eigen bekende soorten. Hangzhou, nabij Shanghai, is bekend voor de "Dragon Well" ofte "Drakenbron"thee (龙井 lóngjǐng). Mount Wuyi in Fujian schenkt de "Donkerrood Kleed"thee (大红袍 dàhóngpáo).

Je kan ook thee kopen in een winkeltje. Als het een fatsoenlijke winkel is, kan je even zitten en je tijd nemen om meerdere variëteiten te proeven. "Ten Fu Tea" is een nationale keten, en in Beijing is "Wu Yu Tai" volgens de plaatselijke klandizie een aanrader.

Chinese thee drinkt men normaal gezien op zich, zonder suiker of melk. Op sommige plaatsen vind je evenwel "melkthee", stijl Hong Kong, of Tibetaanse "boterthee". Wat in het Westen "zwarte" thee heet, kent men in China als "rode" thee (紅茶 hóngchá).

Koffie[bewerken]

Koffie (咖啡 kāfēi) wint in de grote steden aan populariteit, maar dan ook enkel daar — in de kleinere dorpen en stadjes is koffie nog steeds een zeldzaamheid.

Verschillende koffieketens zijn aanwezig, waaronder Starbucks, UBC Coffee (Senda Kafei in het Chinees), Ming Tien Coffee Language (wat mogelijk "lounge" hoort te zijn?) en SPR. Deze ketens bieden zowel koffie als Chinees en Westers eten, meestal met fatsoenlijke airco en een aangenaam decor, weliswaar tegen de hogere prijs van ¥25 of meer per kopje koffie.

Er zijn ook heel wat kleinere onafhankelijke koffiewinkeltjes, of plaatselijke miniketens. Ook daar betaal je iets meer, maar toch al wat minder met zo'n ¥15 per tankbeurt. De kwaliteit is wel een loterij, of het is excellent, of het is niet te zuipen.

Om in een noodgeval de ontwenningssyndromen weg te werken kan je ook naar een Westerse fastfoodketen gaan (KFC, McDonalds, enzovoort) voor een goedkope ¥6-koffie. Of anders kan je in bijna elke supermarket koude koffie kopen in blik, of zakjes oplos-Nescafé waar al meteen melkpoeder en suiker ingemengd zit — enkel nog warm water toevoegen en klaar.

Frisdranken[bewerken]

In China worden de meeste dranken op zijn minst op kamertemperatuur geserveerd — ook die zaken die we in het westen gekoeld of met ijs gewend zijn. Vraag bijvoorbeeld een biertje of cola in een restaurant en je krijgt het zo goed als zeker lauw. Water is normaal zelfs ronduit warm. Bij de kruidenier en in sommige restaurants kan je koude dranken krijgen als je gewoon op de koelkast afstapt — al werkt dat ding niet noodzakelijk.

Je kan altijd proberen om ijs te vragen. Dat hebben ze niet overal, en eigenlijk is het ook niet zo'n goed idee, want het wordt mogelijk gemaakt van kraantjeswater, wat niet helemaal gezond is in China.

Overnachten[bewerken]

Hotelbrandje geweest, maar hotel is nog gewoon open.

Hotels in China zijn een verhaal apart. Hoewel er overal voldoende accommodatie is, is dat de eerste keer niet altijd even duidelijk. De Chinezen richten zich terecht met name nog op de Chinezen zelf. Dus van de 10 hotels in een stad(je) hebben er misschien twee dat ook in Romeinse letters op de gevel staan. De anderen doen het in het Chinees. Als je langs loopt zonder Chinees te kunnen lezen, dan kun je ze herkennen aan de simpele, strakke balies waarachter bijna altijd een aantal klokken aan de muur hangen om de verschillende tijden in de wereld aan te duiden.

Woord van waarschuwing: de antirookwetten zijn nog niet zover ontwikkeld als in de rest van de wereld en de Chinezen roken graag en veel, altijd en overal, zo lijkt het. Hotelbranden komen dan helaas ook regelmatig voor, dus als je een vaste slaper bent kan het verstandig zijn om daar rekening mee te houden en op de begane grond te boeken.

Goedkope opties[bewerken]

Je hebt meerdere mogelijkheden om in China voor weinig geld onderdak te vinden — herbergen, dorms, zhusu en massagesalons.

  • Herbergen zijn de meeste comfortabele van de lowbudgetopties. Meestal richten ze zich op buitenlanders, hebben ze mensen in dienst die Engels spreken, en regelen ze ook goedkoop, gemakkelijk vervoer doorheen de stad. Het kan zelfs gebeuren dat een herberg properder en beter gemeubileerd is dan de duurdere hotels. Het voordeel is ook dat er vaak een meer gezellige, internationale sfeer hangt door het soort publiek dat herbergen aantrekt; je kan er makkelijker andere reizigers ontmoeten en misschien zelfs min of meer deftig Westers voedsel krijgen — een godsgeschenk na dagen of weken van rijst en noedels. De meeste steden van een beetje omvang hebben op zijn minst één herberg, de hotspots zoals Yangshou en Chengdu hebben er bij de vleet, al lopen die wel erg snel vol door hun populariteit bij de rugzaktoeristen. Dikwijls kan je via internet reserveren, maar dan moet je zeker een kopie meebrengen van je bevestiging; sommige plaatsen slagen er namelijk in om zich niet bewust te zijn van het feit dat je hun eigen kamers online kan boeken, en de balie valt dus uit de lucht.
  • Een andere mogelijkheid is een dorm room ofte een (grote) gedeelde kamer annex ruimte, hetzij in een hotel, op een universiteitscampus, of gewoon nabij eerder landelijk gelegen toeristische attracties. Zo'n gedeelde kamer is een beetje een loterij. De ene verhaalt van een vlekkeloos verblijf met soms ware buitenkansjes qua prijs, de andere vertelt over slapeloze nachten door feestjes van zatte zakenlui een meter van z'n bed. De faciliteiten zijn gedeeld en zijn vaak even wennen, zeker als je niet wild bent van hurken boven een gat in de grond, of letterlijk een koude douche. Soms heb je nu echter eenmaal niet zo veel keus; zeker op de top van China's heilige bergen is zo'n dormitory de enige keuze die je hebt met een beperkt budget.
  • Weinig mensen weten dat een van de goedkoopste overnachtingen in China de zogenaamde zhùsù (住宿) zijn. Dat betekent eenvoudigweg "accommodatie", en kan dus om het even wat voorstellen; meestal gaat het om een extra kamer bij iemand thuis of op restaurant, dikwijls in de buurt van een station of drukke bushalte. In geen geval gaat het om een eigenlijk hotel. Zo'n kamer is behoorlijk spartaans, het toilet is gedeeld. Het goede nieuws is dat de prijs navenant laag is, hooguit enkele tientallen renminbi. Officieel mag zo'n zhusu niet aan buitenlanders verhuurd worden, maar dikwijls kan dat de eigenaar niet veel schelen en verhuren ze aan om het even wie. Een gevolg is wel dat de zhusu niet in het Engels geadverteerd worden; je moet werkelijk op zoek naar de karakters, die je desnoods afdrukt ter referentie. De veiligheid is zeer minimaal, dus dit is misschien geen aanrader als je waardevolle spullen op zak hebt.
  • Na een massage kan je in de meeste salons en sauna's een tukje doen, in sommige gevallen kan je zelfs de hele nacht doorbrengen. Kijk onder "Doen" voor meer details.

Budgethotel[bewerken]

Ook nog zeer redelijk van prijs zijn de budgethotels die zich op Chinezen richten. Meestal zijn die zogezegd ontoegankelijk voor buitenlanders, maar met wat gezeur geraak je er meestal wel in, zeker als je een paar woorden Chinees kan uitkramen. Er hangt niet noodzakelijk een Engels uithangbord, maar je kan op zoek gaan naar de woorden lǚguǎn (旅馆, betekent "reishotel"), bīnguǎn of jiǔdiàn (宾馆 resp. 酒店, wat staat voor "hotel") in de naam. Het aanbod bestaat typisch uit enkele en dubbele kamers met bijbehorende badkamer, en gedeelde kamers (dorms) met gedeeld sanitair. In kleine stadjes te lande betaal je soms hooguit ¥25; in de grotere steden kost een kamer rond ¥80 tot ¥120. Het addertje zit hem in de Chinese sfeer in deze hotels: zowel het personeel als de gasten maken er geen punt van om tot een gat in de nacht heen en weer te schreeuwen op de gang. Ook is het uitkijken met kamers waar het sanitair gedeeld is. Dan gaat het soms over exact één badkamer voor twintig of dertig kamers, wat neerkomt op lang wachten om eens naar het toilet te gaan, en een half uur of meer voor een douche.

Gemiddeld[bewerken]

Als je een kamer zoekt die nog steeds betaalbaar is, maar wat properder en comfortabeler, dan kan je bij de middenklassehotels terecht. Dit zijn de grotere hotels, met prijzen vanaf ¥150 tot ergens rond de ¥200 tot ¥300. Diezelfde hotels hebben dikwijls ook dure luxe kamers. Een dubbele kamer in dit soort hotels is meestal fatsoenlijk en zoals we die in het westen gewend zijn, met een propere eigen badkamer, inclusief handdoeken en andere benodigdheden. Soms zit in de prijs zelfs een gratis buffetontbijt inbegrepen; indien niet koop je apart een ticket, tegen zo'n ¥10. Over gans China schieten hotelketens uit de grond die vrij goedkoop zijn en toch de kwaliteit van het westen bieden:

  • JJ Inn (锦江之星) [8]
  • Rujia Home Inn (如家快捷酒店) [9]
  • Motel 168 (莫泰168) [10]

Al deze ketens hebben kamers van ¥150-300 en bieden de mogelijkheid om in het Engels online te boeken. Enige minpunt is dat je bij een verblijf in deze iets duurdere hotels kan opgebeld worden 's nachts, met de vraag of je geen "massage" wil. Dit is echter een eufemisme voor prostitutie.

Luxueus[bewerken]

Ook de bekende maar dure hotelketens zijn in China aanwezig; denk daarbij aan een Marriott of een Shangri-La, waar je honderden euro per nacht betaalt voor een luxe verblijf. Als dit binnen je budget past, waarom dan ook niet; als je bij een reisagent een rondreis boekt, kan er bovendien dikwijls een fikse korting inbegrepen zijn voor dit soort verblijven. Als je dus met een groep naar China komt is het zeker de moeite om eens na te gaan of je via de organisator geen luxueus verblijf kan regelen voor een fractie van de normale prijs.

Ook hier geldt dat je misschien beter de telefoon loskoppelt 's nachts, anders riskeer je op de meest onmogelijke uren wakker gebeld te worden door aanbieders van "massage"-diensten.

Via internet reserveren[bewerken]

Er zijn meer dan genoeg websites waar je met je kredietkaart een hotelkamer kan regelen. Dit is uiteraard handig en snel en biedt je normaal wel zekerheid dat je bij aankomst effectief een kamer hebt. Dat is waarschijnlijk ook nodig als je tijdens de Chinese vakanties reist, wanneer het bijzonder druk is. Buiten deze piekperioden is dit echter niet zo heel erg nodig; op de meeste plaatsen zijn er meer dan voldoende kamers voorhanden en kun je dus net zo makkelijk gewoon even rondkijken ter plekke.

De was[bewerken]

Een moeilijkheid bij reizen doorheen China is dat wasserijen ofwel peperduur zijn, niet-bestaande, of onvindbaar. In de duurdere hotels kan je spullen laten wassen voor ¥10 tot ¥30 per kledingstuk, niet echt een optie dus met een krap budget. Goedkopere hotels hebben geen wasserij, en slechts heel af en toe vind je een jeugdherberg of gelijkaardig waar een wasmachine staat. In de meeste streken van China, behalve dan de buitenwijken van de grote steden, hebben piepkleine winkeltjes die de was doen. Zoek voor een teken op de voordeur, 洗衣 (xǐyī), of kijk uit voor kledij die hangt te drogen aan het plafond. De prijs is ruwweg ¥2 tot ¥5 per artikel. Zelfs de kleinste stadjes hebben dry cleaning (干洗 gānxǐ)winkeltjes bij de vleet en soms kan je daar kledij laten wassen. Maar als alles tegenzit kan het gebeuren dat er niets anders op zit dan met de hand wassen, de ouderwetse, tijdrovende en lastige manier. Bovendien kan het dagen duren eer pakweg een jeans weer droog is, zeker als je hem niet fatsoenlijk kan ophangen door een gebrek aan plaats of hangers. Hiervoor kan het handig zijn om kledij te gebruiken die speciaal gemaakt is om snel te drogen, zoals polyester of zijde.

Spa[bewerken]

Een goed bewaard geheim om aan goedkope en toch fatsoenlijke accommodaties te komen, is een spa. De prijs varieert maar kan gaan vanaf ¥25. Als je op een erg laat uur binnenstapt (lees, na 1 uur 's nachts) en zorgt dat je weg bent voor de middag, kan dat 50% korting opleveren. In de spa zelf bevinden zich bedden of leunstoelen, plus douches, sauna's, enzovoort. De toegang tot een spa is voor 24 uur, en persoonlijke spullen en reistassen plaats je zolang in een kleine kluis. Als je niet veel bijhebt is dit dan ook een ideale manier van reizen. Bovendien kan je in een spa dikwijls iets eten, en hebben ze ook nog andere betaalde diensten zoals een massage. Het nadeel is dat er weinig privacy is, want iedereen slaapt in dezelfde kamer. Het is er echter veiliger dan in een jeugdherberg, want er zijn opzichters die de boel in de gaten houden, en je spullen (tot en met je kleren toe!) zitten veilig opgeborgen achter slot en grendel.

Laat je niet vangen als de balie ineens met allerlei redenen afkomt waarom je meer zou moeten betalen dan de rest. Zo kunnen ze beweren dat de geafficheerde prijs enkel voor leden is, of voor de plaatselijke bevolking, enkel vrouwen, enkel mannen, en zo meer. Of anders beweren ze dat de prijs slechts een deel van de spa beslaat (bv. enkel de douche, maar geen bed). Om te controleren of daar iets van aan is, kan je best een praatje maken met iemand uit de buurt, op een veilige afstand van die spa. Doe alsof je interesse hebt en een idee wil krijgen van de prijs. Laat niet blijken dat je expliciet staat te verifiëren of die spa je probeert op te lichten, anders zou het goed kunnen dat de man het spelletje meespeelt en alles bevestigt...

Leren[bewerken]

Niet elke buitenlandse student heeft dezelfde noden, en dus hebben de Chinese universiteiten opleidingen in alle soorten en maten, zowel wat betreft het onderwerp van de opleiding als het gewenste studie niveau.

Taalstudie Als je minimum door het secundair onderwijs bent geraakt, kan je aan een universiteit Chinees gaan leren. Zo'n studie duurt normaal 1 of 2 jaar. Op het einde levert dat een certificaat op. Als je absoluut geen Chinees spreekt en eender welke opleiding wil volgen, zal je zo goed als zeker eerst een dergelijke taalstudie moeten doorlopen.

Graduaat Een graduaatopleiding duurt typisch 4 of 5 jaar. Studenten uit het buitenland studeren gewoon samen met hun Chinese collega's. In overeenkomst met de specifieke achtergrond kunnen eventueel bepaalde vakken geschrapt of juist toegevoegd worden. Na het doorlopen van de nodige examens en het afwerken van een thesis ontvang je de zogenaamde Bachelor's degree.

Post-graduaat Een Master's degree krijg je na 2 of 3 jaar studie. Naast een schriftelijk examen en een postgraduaatthesis, zijn er ook mondelinge examens.

Doctoraalstudent Een doctoraat behalen duurt drie jaar.

Onderzoek Onderzoek wordt normaal onafhankelijk uitgevoerd door de student, onder toezicht van een aangeduide begeleider. Enquêtes, experimenten, interviews, of bezoeken die zo'n onderzoeker wil uitvoeren moeten op voorhand geregeld en goedgekeurd worden.

Opleiding van korte duur Er zijn tegenwoordig ook opleidingen van korte duur in diverse Chinese onderwerpen, zoals literatuur, kalligrafie, economie, architectuur, wetgeving, traditionele Chinese geneeskunde, kunst, en sport. Deze cursussen worden zowel in de vakantie als tijdens het schooljaar georganiseerd.

Buitenlandse studenten worden aangemoedigd om hun studies verder te zetten en ofwel een Master ofwel een doctoraat te behalen aan een Chinese universiteit, en als je in China een diploma hebt behaald, zien ze je graag terugkomen voor verdere opleiding. Sommige universiteiten hebben opleidingen in een vreemde taal, maar meestal zijn de lessen in het Chinees, en moet je dus kunnen aantonen dat je voldoende Chinees kent om te kunnen volgen. Daartoe moet je de HSK-test (汉语水平考试 hànyǔ shuǐpíng kǎoshì) afleggen, de officiële manier om een certificaat te behalen dat je niveau Basic, Intermediate of Advanced is. Bij die test moet je lezen, schrijven, en luisteren, maar niet spreken. Op de HSK webpagina staan data en locaties.

Studiebeurzen[bewerken]

Om de Chinese taal en cultuur te promoten in het buitenland deelt de Chinese regering ook studiebeurzen uit aan buitenlanders die in China willen studeren. Een gedeeltelijke beurs betaalt het inschrijvingsgeld voor de studie van je keuze. Een volledige beurs betaalt zo ongeveer alles, zoals boeken, huur, medische zorg, tot een maandelijkse toelage voor het eten en andere kosten. Tijdens een studie zit je natuurlijk wel vast aan die ene stad, en veel tijd om te reizen heb je niet, maar langs de andere kant helpt zo'n beurs wel fors om door alle administratieve rompslomp te raken, om een verblijfsvergunning te krijgen, en, als het even meezit, om bijna gratis in China te gaan wonen.

Voor concrete informatie rond deze beurzen ga je best even langs bij de ambassade, of vraag je even na bij universiteiten en taalscholen waar ze Sinologie/Chinees geven. Het ligt al op voorhand vast hoeveel beurzen naar een bepaald land gaan, dus als er te veel mensen zijn die interesse hebben concurreer je alvast enkel met je landgenoten, en niet met de hele wereld. De procedure varieert van land tot land, maar normaal gezien ga je op zijn minst het volgende nodig hebben :

  • officiële kopieën van je hoogste graad (liefst universitair), inclusief detail overzicht van je examen-resultaten;
  • twee aanbevelingsbrieven;
  • een bewijs dat je kerngezond bent (bloed-test, ECG, X-Ray, ...)
  • een ronkende motivatie
  • een hele stapel pasfoto's

De hele zaak wordt door je ambassade naar Beijing verstuurd, waar ze dan beslissen wie naar waar mag en met welke beurs. Je aanvraag moet normaal binnen zijn ergens tegen maart, en het antwoord kan op zich laten wachten tot augustus, vrij spannend want in september beginnen de lessen.

Als dit allemaal goed verloopt, krijg je een toelatingsbrief opgestuurd van de universiteit van je keuze, plus een visum waarmee je twee maanden in China mag verblijven. Met dat visum geraak je dan tot in China, waar het hele verhaal van medische testen nog eens herbegint wil je dat visum omzetten in een permanente verblijfsvergunning. Dit is echter het punt waar het serieus helpt dat je nu bij een universiteit hoort; de school helpt je door de papierberg heen, en in het beste geval halen ze gewoon een medisch team naar de campus om je te onderzoeken — een stuk handiger dan van politiekantoor naar ziekenhuis naar consulaat rennen, vooral als je nog geen woord Chinees begrijpt!

Op het einde van het verhaal heb je dan je verblijfsvergunning waarmee je een jaar in China mag blijven, waarmee je naar believen het land in en uit kan, en heb je toch redelijk wat tijd om op verkenning te gaan tijdens weekends, vakanties, en links en rechts eens wat gemiste uurtjes les.

Meer informatie vind je op de China Scholarship Council-website, en op de China Service Center for Scholarly Exchanges-website.

Werken[bewerken]

Een populaire manier om aan werk te geraken is om taallessen te geven, waarschijnlijk Engels.

Het salaris en de omstandigheden kunnen drastisch verschillen naargelang de locatie, ervaring en kwalificaties van de prof in spe. Normaal verdient een leerkracht wel genoeg om fatsoenlijk van te leven in China. Tegelijk echter zijn de salarissen voor buitenlanders niet geïndexeerd. Dankzij inflatie betekent dit dat het verschil in salaris van een buitenlander versus een Chinees kleiner wordt. Meestal hoort bij de job ook een plaats om te logeren; in sommige gevallen wordt ook een jaarlijkse vlucht huiswaarts gedeeltelijk of zelfs geheel vergoed.

Het is uiterst belangrijk dat je zorgvuldig nadenkt over eventuele plannen om in China les te gaan geven, en goed inlichtingen inwint. Er zijn veel mensen voor wie dit een geweldige ervaring is, maar evenzoveel pechvogels bij wie het helemaal fout loopt. Neem vooral je tijd om een geschikte werkgever uit te kiezen. Helaas worden contracten vlot verbroken, om van ander oneerlijk en onscrupuleus gedrag nog te zwijgen.

De vereisten en kwalificaties variëren van "spreekt drie woorden Engels en lijkt niet compleet onnozel" tot een Masters plus ervaring kunnen voorleggen. Vooral de betere vacatures zullen een, en liefst twee of drie zaken uit dit lijstje vragen:

  • een diploma
  • een lesgever-certificaat voor lager of secundair onderwijs uit je thuisland
  • een erkend TEFL-certificaat, bv. het Cambridge CELTA
  • ervaring met lesgeven

Als je nog steeds doorzet, behaal dan een TEFL (Teaching English as a Foreign Language)-certificaat. Het loont wel degelijk.

Je moet een Z (werk)-visum hebben. Het is illegaal om zonder aan de slag te gaan. Voor dat visum heb je dan weer een Foreign Expert's Certificate nodig van een of ander ministerie. Een universiteit of andere publieke instelling kan die normaal vrij makkelijk krijgen voor hun personeel, maar voor een private school ligt het moeilijker. Vooraleer ze eender wat kunnen aanvragen moet ze namelijk eerst officieel erkend worden, en dat vereist dan weer enkele maanden geduld en een bom geld. Geen probleem voor grote scholen die al enige tijd meedraaien, maar voor veel kleinere schooltjes is het gedoe te omslachtig — en dus zijn al hun leerkrachten illegaal aan de slag. Soms wordt hierover gelogen.

Hiernaast is er een ook nog een systeem dat veel privéscholen gebruiken om leerkrachten met een gewoon toeristenvisum in het land te krijgen. Via hun connecties met een welwillende lokale overheid wordt dat visum dan ter plekke omgetoverd in een single-entry resident-werkvisum. Dit is uiteraard de avontuurlijkste optie; bij sommige scholen verloopt dit keer op keer vlekkeloos, andere maken er een potje van en zorgen dat de buitenlander vast komt te zitten zonder werk noch visum. Voor de zekerheid informeer je beter bij huidige of voormalige leerkrachten die les geven aan de school van je keuze. Als je dan toch deze truc wil riskeren, ga dan een visum voor 60 of 90 dagen halen, zodat je meer ruimte hebt om alle paperassen op orde te krijgen.

Veiligheid[bewerken]

Verboden voorwerpen[bewerken]

De reisgids voor China van uitgever Lonely Planet is voor de Chinese regering onaanvaardbaar en bijgevolg verboden in China. Elk gevonden exemplaar wordt in beslag genomen en de eigenaar kan ondervraagd worden of zelfs in de cel vliegen. Lonely Planet zelf raadt aan dat reizigers hun gids gewoon goed verbergen — en krijgt dan ook de kritiek dat ze te weinig hun verantwoordelijkheid nemen, aangezien het uiteindelijk wel de reizigers zijn die in de problemen kunnen komen.

Misdaad[bewerken]

Diefstal en overval komen relatief zelden voor, en mensen gaan dan ook vaak op stap met redelijke hoeveelheden contant geld op zak. Ze doen dat dan wel rustig aan — zoals overal blijft het geen goed idee om overdreven veel rijkdom uit te stralen. In sommige streken vind je zakkenrollers. Op drukke markten, bussen, of zelfs in de danstent wil een portefeuille of mobieltje wel eens verdwijnen. Ook tassen en rugzakken laat je op restaurant beter niet onbewaakt achter.

Verkeer[bewerken]

Rondwandelen kan door het aanstormende verkeer bijzonder gevaarlijk zijn, vooral in landelijke gebieden. Voetgangers hebben geen voorrang. Auto's stoppen niet als je in de weg loopt — mogelijk versnellen ze nog! Op de meeste plaatsen worden de verkeersregels in hun geheel genegeerd zodat de veiligste manier om over te steken via een voetgangersbrug is, indien mogelijk.

In het algemeen geldt dat het verkeer in China uiterst gevaarlijk is. China erkent het internationale rijbewijs niet, maar rondrijden in China is sowieso niet voor hartpatiënten. Voor details, bekijk Rijden in China.

Bedelaars[bewerken]

Bedelen is zeldzaam in China, behalve dan in grote toeristische streken. In Beijing is bedelen een ware plaag, vooral rond hotels en markten waar buitenlanders komen. In Shanghai komen grote groepen kinderen bedelen zoals dat in de dagen voor de revolutie ook het geval was. Zo'n kind iets geven kan als gevolg hebben dat ineens verarmde kinderen uit alle hoeken en gaten tevoorschijn komen. De meeste bedelaars in China hebben geen andere keuze, en vaak torsen ze zichtbare misvormingen, wat medelijden opwekt. Anderen zijn echter kerngezond en gebruiken al hun kracht om aan je arm of been te hangen zodat je kan kiezen tussen iets schenken, of hen een paar minuten meesleuren. Kinderen worden dikwijls gedwongen om te bedelen door volwassenen die dan met de opbrengst gaan lopen. In sommige streken, vooral rond Beijing, zijn bedelaars redelijk agressief en opdringerig, ondanks de sociale druk om niet te bedelen, wegens beschamend. Het Mandarijn "qu ni de", letterlijk "ga naar jouw (plaats)", heeft dezelfde toon als "trap het af" : mogelijk gepast voor grof en agressief bedelen, maar normaal toch wat ongepast.

Als je iets wil geven, denk er dan aan dat veel Chinezen zware handarbeid moeten verrichten voor welgeteld ¥20 tot 30 per dag. 1 yuan schenken is al vrij genereus.

Zie ook bedelen voor een gedetailleerde bespreking.

Oplichters[bewerken]

Terwijl op bedelen wordt neergekeken, heeft men in China geen probleem met het agressief aanbieden van allerlei diensten die iemand voor jou kan regelen. Dingen waar men al mee bezig is nog voor je goed en wel toestemming hebt gegeven zijn bijvoorbeeld op je bagage passen, je naar een "geweldig" hotel navigeren, of je in hun taxi duwen. Dit soort mensen wandelt vaak een tijdje mee, dus bereid je voor op het betere negeer-werk. De Mandarijnse zin "bu yao", letterlijk "wil niet", kan nuttig zijn.

Desondanks kunnen sommige aangeboden diensten wel de moeite lonen. De prijzen gaan van ¥1 om de schoenen te poetsen, ¥10 voor het wassen en masseren van de haren of ¥15 met knippen, en vanaf ¥15 tot zo'n ¥50 per uur voor een massage. Met zo'n tarieven kan je je eventueel eens laten gaan.

Rond toeristische trekpleisters ben je beter op je hoede voor mensen die uit het niets een praatje komen slaan in het Engels, want dat kan het begin zijn van oplichterij. Dikwijls zijn dit (ex-)studenten van de betere Engelse scholen, die nu proberen iets bij te verdienen door hun vlot Engels te misbruiken. Wees vriendelijk, maar als ze beginnen aan te dringen dat je met hen naar een of andere speciale plaats moet gaan die niet in je planning stond, laat dat dan maar zo. Natuurlijk wil daar wel eens een Chinees bijzitten die werkelijk gewoon een praatje wil met slaan met een buitenlander, of samen op de foto wil.

Het klassieke voorbeeld van dit soort gedoe is de Chinese theeceremonie. Net als je klaar bent met een toeristische attractie, komt een vriendelijk paar een praatje slaan, zoals steeds in perfect Engels. Naar ze beweren zijn ze ook toeristen, of misschien zijn het studenten, of anders is de ene z'n neef of nicht van buiten de stad aan het rondleiden. In elk geval, ze moesten toevallig ook jouw kant uit, en dus wordt er al wandelend een praatje gemaakt, beleefd, aangenaam en heel vriendelijk. Het is net achteraf dat je pas bedenkt dat ze voor complete vreemdelingen wel heel erg vriendelijk en open waren...

Het verhaal gaat dan dat deze jongelui net op weg waren naar een bijzonder festival, of ze gingen net een kopje thee halen, dus als je wil, waarom ga je niet mee... en na een korte wandeling kom je in een theehuis terecht, ergens in een winkelstraat waar van festivalletjes weinig te merken is. Als je dan het spel blijft meespelen kun je een echte theeceremonie beleven, waarbij je nieuwe vrienden als tolk fungeren. Al bij al niet eens zo oninteressant, en de thee hoort ook naar behoren te zijn, het enige nadeel is dat dit alles ridicuul veel meer kost dan courant is. Zoals steeds bij dit soort praktijken, is de truc dat er intussen zo'n gezellig sfeertje is ontstaan, dat je liever niet grof wil overkomen door te gaan weigeren, te klagen of anders de "goedkope toerist" uit te hangen. Om het nog wat leuker te maken kunnen ze ook nog gaan voorstellen om de rekening in twee te delen, in plaats van drie, zogenaamd omdat "vrouwen in China nooit betalen"; een andere optie om de rekening nog verder op te krikken is het kopen van thee als souvenir — iets wat je "vrienden" zeker niet zullen laten, want jij betaalt toch een derde of de helft (en mogelijk betalen zij zelf helemaal niks).

Een andere courante truc is het gratis bezoek aan de kunstgalerij. Toeristen worden meegeleid naar kleine kunstwinkeltjes van twijfelachtig allooi, waar ze dan onder druk worden gezet om veel te dure Chinese kunst te kopen, die dan nog namaak is ook. Dit komt het vaakst voor in Beijing, maar ook in andere grote steden zoals Shanghai heb je prijs in de buurt van de bezienswaardigheden.

Let ook op voor een systeem in de grotere steden waarbij een goed uitziende vrouw, of een gezellig groepje studenten, vragen om mee op stap te gaan naar het theehuis, de bar of de karaokebar. Dan krijg je zogenaamd op voorhand de prijskaart te zien, maar eenmaal de drankjes leeg en de rekening op tafel, blijkt er ineens een andere, veel duurdere prijskaart te gelden. Het beste is de prijzen op te schrijven.

Nu de Olympische spelen in aantocht zijn, neemt het aantal mogelijk "slachtoffers" toe, en trekken de toeristische regio's dus ook meer "vrienden" aan. Let dan ook extra goed op met wie je in zee gaat!

Zie ook Klassieke oplichterij en zakkenrollers.

Gezondheid[bewerken]

Openbare toiletten variëren van groezelig tot ronduit choquerend: de geur in de buurt van gat-in-de-grond-toiletten is volstrekt niet te harden, maar ook normale wc's zijn meestal erg vuil (en een beschermende laag van papier is er niet te vinden). Bovendien moet je je eigen wc-papier meebrengen, want er is er meestal geen, en na gebruik hoort dat papier in een emmertje naast het toilet. Gooi het papiertje niet in het toilet zelf, want dan raken de leidingen verstopt omdat ze in China zeer smal zijn. Papier kan je krijgen in bars, restaurants en internetcafés voor ¥2. Op de deur staan de volgende karakters: voor MANNEN 男, voor VROUWEN 女. Terwijl je het toilet gebruikt kan je aangestaard worden — alhoewel mannen en vrouwen normaal gescheiden hun gevoeg kunnen doen, is er niet noodzakelijk een deur aan het hokje.

Een fatsoenlijk toilet vind je nabij de grote toeristische attracties (bv. De Verboden Stad), in internationale hotels, en de shoppingcentra van de betere prijsklasse. De openbare toiletten in restaurants en hotels kunnen nauwelijks door de beugel, maar die in de hotelkamer zelf zijn normaal erg proper.

Hou er ook rekening mee dat een toilet om op te zitten, zoals we die in het westen gewoon zijn, in China nog een zeldzaamheid is op publieke plaatsen. Normaal vind je er wel een op de hotelkamer, maar in streken waar westerlingen een minderheid zijn kan het gebeuren dat je het moet stellen met een hurktoilet. De meeste huizen in stedelijke gebieden hebben zowel een zit-toilet als een propere, fatsoenlijke badkamer — meteen een niet te onderschatten voordeel van iemand uit de buurt te kennen.

Voor restaurants gelden geen (gecontroleerde) gezondheidsvoorschriften. Elk restaurant maakt warm eten klaar nadat je bestelt; zelfs het kleinste restaurant werkt op deze manier, in plaats van gerechten weer op te warmen. Er volgen dan ook zelden gezondheidsproblemen. De meeste grote steden hebben ook fastfoodketens, waar de hygiëne normaal prima is.

Kraanwater is niet drinkbaar tenzij gekookt, zelfs niet voor de plaatselijke bevolking. Daarom gaan alle hotels (en zelfs boten!) zorgen dat er op de kamer een thermosfles staat gevuld met kokend water (bijgevuld door het personeel), of op zijn minst een ketel zodat je zelf aan de slag kan. Deze dienst is gratis. Drinkbaar bronwater in flessen is overal te krijgen, en hoort goedkoop te zijn (¥2 of ¥3 voor een liter is een correcte prijs), maar kijk wel na of het zegel rond de dop nog gesloten is. Bier is een goedkoop en veilig alternatief.

Een eigenaardige kronkel is wel dat Chinezen niet gerust zijn in al te propere badkuipen. De meeste huizen hebben een bad of douche van plastic; in hotels met een ligbad vind je op de kamer meestal ook een plastic hoes om in het bad te leggen.

In delen van Zuid-China komen muggen voor die malaria doorgeven. Als die streek op je agenda staat, neem dan contact op met huisarts, GGD of tropeninstituut voor een actueel advies. Voor actuele informatie over reis-vaccinaties kijk je op de onderstaande sites:

Medicijnen kun je over het algemeen zonder voorschrift krijgen bij de apotheker. Je kan vragen om de instructies van de arts die bij het doosje horen in te kijken. Westerse medicijnen heten xīyào (西药).

Wees zeker dat naalden voor injecties, acupunctuur of andere procedures die in je huid boren, nieuw en ongebruikt zijn. In nogal wat delen van China vindt men het acceptabel om naalden te hergebruiken, weliswaar na een soort poging om ze te steriliseren. In het ziekenhuis moet je meekijken op het moment dat de naalden worden bovengehaald. Weiger de behandeling tenzij je zelf hebt gezien dat het om nieuwe naalden gaat. Bovendien, als je in China acupunctuur wil ondergaan neem je best je eigen naalden mee (die je ter plekke kan kopen, of in Hong Kong), aangezien de wegwerpnaalden die men intussen in Hong Kong en Taiwan reeds gebruikt, nog niet tot China zelf zijn doorgedrongen.

Pas sinds 2001 geeft China officieel toe dat er zoiets bestaat als een aids/hiv-epidemie. Onlangs nog heeft de Chinese president Hu Jintao beloofd de verspreiding van aids/hiv in China aan te pakken. Volgens de Verenigde Naties [11] "ondergaat China momenteel een van de snelst uitbreidende hiv-epidemieën in de wereld. Sinds 1998 is het aantal bekende gevallen gestegen met 30% per jaar. Tegen 2010 kan China tot 10 miljoen infecties en 260.000 wezen tellen als niks wordt ondernomen."

Een minder vaak gehoord advies: was je handen geregeld met zeep, of beter hou ontsmettende wegwerptissues bij de hand. Je vindt ze in de meeste shoppingcentra of cosmeticawinkels. Deze regel geldt vooral nadat je publieke computers hebt gebruikt. De hoeveelheid bacteria en andere viezigheden op het doorsnee toetsenbord is een meervoud van wat op een toilet rondloopt, aangezien toetsenborden niet gereinigd worden. De belangrijkste oorzaak van een verkoudheid of griepje is precies het aanraken van je gezicht, vooral de neus, met geïnfecteerde handen. Denk eraan dat er in 2003 ernstige SARS-epidemieën waren in China.

Respect[bewerken]

Een fooi geven is niet nodig, ook al omdat sommige Chinezen dit geen stijl vinden hebben, maar heel af en toe kan het gepast zijn — bijvoorbeeld als de portier speciaal voor jou de deur moet openen op een laat uur (in dit geval zou ¥1 ruim volstaan). Uitzonderingen hierop zijn de duurdere zaken waar men iets voor je regelt.

De taxichauffeur verwacht geen fooi, met uitzondering van zwaar toeristische streken zoals Beijing waar de chauffeur niet alleen een extraatje verwacht, maar er desnoods ook gewoon om vraagt. Soms wordt er een vaste "brandstofbijdrage" aan het bedrag op de teller toegevoegd.

Ook de obers in kleine restaurantjes verwachten geen fooi. Ze zouden wellicht geen idee hebben wat er aan de hand is als je met honderd kuai betaalt en zegt "laat maar zitten". Laat enkele munten achter als je vertrekt, en het zou goed kunnen dat de ober je achterna holt om je "vergeten" geld te retourneren.

Als je een naamkaartje of ander belangrijk document ontvangt, moet je uit beleefdheid beide handen gebruiken om het aan te nemen, met de duim en wijsvinger aan beide uiteinden van het document. Zelf iets uitdelen doe je op dezelfde manier.

Als je rookt (en eigenlijk ook indien niet) is het een teken van beleefdheid om sigaretten aan te bieden bij een ontmoeting (met een volwassene). Dat geldt vooral voor mannen, maar in sommige omstandigheden bied je ook vrouwen iets aan, zoals bij een ontmoeting in een club, bar, theehuis, of algemeen in eerder kosmopolitische steden. Als je zelf een sigaret aangeboden krijgt maar je rookt niet, kan je beleefd weigeren door rustig een afwijzend gebaar te maken met de hand. Idem voor aangeboden alcohol of voedsel bij de maaltijd. Een andere mogelijkheid is om je glas (als het leeg is!) omgekeerd op tafel te zetten, beleefd en met de glimlach. Als er getoast wordt, word je geacht om de persoon met wie je toast recht in de ogen te kijken. De Chinezen verzetten weliswaar stevige hoeveelheden alcohol, maar dat wil niet zeggen dat openbare dronkenschap acceptabel is. Als je ziet dat sommige mensen zich laten gaan en de zatlap uithangen, volg dan hun voorbeeld niet omdat je denkt dat het zo hoort of mag.

Vermijd politiek geladen onderwerpen, want meestal levert dat toch niks op, tenzij mogelijk problemen. Nogal wat Chinezen zijn namelijk nogal overtuigd van hun politieke strekking, dus iemand die alles bespreekbaar vindt is een zeldzaamheid. Als je dan toch zo iemand tegenkomt, zal die wellicht z'n ideetjes voor zichzelf willen houden, dus denk niet dat je een-twee-drie een diepgaande discussie kan beginnen. In iets mindere mate geldt dit advies ook voor historische onderwerpen. Een makkelijker onderwerp echter is dan weer religie. Helemaal link wordt het als je over Tibet of Taiwan wil beginnen; dat doe je beter niet, tenzij je voor honderd procent achter het standpunt van de PRC-regering staat. Een afwijkende mening wordt namelijk zo goed als zeker vijandig onthaald.

Als in het eten een botje opduikt, spuw je dat best gewoon terug op tafel of op een smal bordje dat daarvoor dient. Als je de stokjes-kungfu onder de knie hebt kan je het spuwen achterwege laten, maar probeer in elk geval te vermijden dat je je vingers gebruikt. Dat lijkt misschien net het omgekeerde advies van wat wij goed fatsoen zouden vinden, maar in China werkt het nu eenmaal zo. Wat je zeker niet mag doen is je eetstokjes in je rijst prikken en ze zo rechtop laten staan. Dat lijkt namelijk nogal hard op de manier waarop bij een tempel of begrafenis wierook wordt verbrand, en met dit gebaar geef je dan ook te kennen dat je je tafelgenoten liever dood wenst. Ten slotte, als je op restaurant ineens iemand een flinke rochel hoort bijeen schrapen die hij of zij vervolgens gewoon op de vloer mikt, dan kan je niks anders doen berusten, want dit is inderdaad precies wat je mag verwachten in zo goed als het hele land.

Een klein presentje als je bij iemand op bezoek gaat is altijd heel erg welkom.

Als toerist ben je natuurlijk de attractie omwille van je taal, haarkleur, huid, gedrag, en kledij. Je mag dan ook lang en doordringend gestaar verwachten, vooral in landelijke streken of buiten de grote steden. Hoewel China een zeer divers land is, zijn er nu eenmaal regio's waar de mensen weinig tot geen contact hebben met lui van buiten hun dorp of sociale kring. Laat dit niet te hard op je zenuwen werken, het hoort er bij en het hoeft je tijd in China niet te vergallen.

De Chinezen zijn bijzonder gevoelig voor correct gedrag en hun "gezicht redden", wat ook samenhangt met een sterk besef van sociale status. Iemand op een fout of gebrek wijzen, zelfs als dat onschuldig bedoeld en/of terecht is, is dan ook bijzonder vernederend en beschamend voor je "slachtoffer". Dit betekent niet dat je zomaar alles over je heen moet laten gaan. Echter, als er een belangrijke fout wordt gemaakt waar je niet omheen kan, dan maak je hier best nota van op een zo beleefd mogelijke, maar daarom niet minder doortastende manier.

Er wordt een sterk onderscheid gemaakt tussen wie wel en wie niet tot "de groep" behoort. Echter, vooreerst heb je daar redelijk wat gradaties in, en bovendien is dit eigenlijk over de hele wereld zo'n beetje het geval, dus je hoeft hier eigenlijk niet over te piekeren.

Praktisch[bewerken]

Elektriciteit is 220 Volt aan 50 Hertz. De meeste gebouwen gebruiken universele contacten waar stekkers in allerlei soorten en maten in passen.

Lange (en soms ook minder lange) straten hebben meestal een woord in het midden dat aangeeft in welk segment van de straat je je bevindt. Bijvoorbeeld, "wit-paard-straat" ofte Baima Lu (白马路) valt uiteen in Baima Beilu (白马北路) voor het noordelijke (北 běi) stuk, Baima Nanlu (白马南路) voor het zuidelijke (南 nán) deel, en een Baima Zhonglu (白马中路) voor het centrale (中 zhōng) stuk. Voor de straat die daar haaks op staat wordt dan dōng (东 "oost") en (西 "west") tussengevoegd.

Contact[bewerken]

Internet[bewerken]

Toegang tot het internet is in China geen probleem. Er zijn voldoende internetcafés (网吧 wangba) in het hele land, de meeste weliswaar om te ontspannen of om te gamen, en minder om zaken te doen. Het tarief is laag (¥1 tot ¥4 per uur), al heb je voor die prijs wel een computer met Chinese programmatuur erop. In principe moeten dat soort cafés een identificatie vragen (met andere woorden, je reispas) maar in de praktijk loopt het niet zo'n vaart. Wel kan al je trafiek in de gaten gehouden worden.

Als je meer nodig hebt dan een eenvoudige verbinding wordt het iets moeilijker. Een cd branden bijvoorbeeld, of iets afdrukken, zal relatief duur uitvallen, als je al een plaatsje vindt dat deze dienst aanbiedt. Uitzonderingen hierop zijn toeristische streken zoals Yangshuo, al blijft het hogere prijskaartje.

In de betere hotels heb je ook internet op de kamer (meestal behoorlijk duur), of met wat geluk een draadloos toegangspunt op openbare plaatsen. Sommige betere cafés, waar je sowieso al iets meer betaalt dan normaal, bieden gratis draadloos internet aan — denk daarbij aan een Starbucks, Italy cafe, het Feeling4Seasons Cafe in Chengdu, het Padan-café in Shanghai, etc. In het toeristische Yangshuo staat er soms zelfs een hele pc klaar.

Kijk wel een beetje uit waar je de verbinding voor gebruikt. Noch publieke pc's noch de verbinding zelf zijn beveiligd, en je gaat er best van uit dat alles wat je intikt door anderen gezien kan worden. Voor een e-mailtje lukt het wel, maar ga niet zitten internetbankieren of andere gevoelige informatie doorsturen.

Als je met je eigen pc op het internet wil, moet je wel rekenen dat vele plaatsen (vooral universiteiten) eisen dat je Microsoft Internet Explorer hebt staan, eventueel nog extra (censuur?-) software erbovenop, en/of ook nog eens hun certificaten binnenhaalt. Als je met een Mac- of Linux-configuratie werkt, kan je een browser zoals Opera overwegen, die optioneel beweert dat hij zogenaamd Explorer is.

De Chinese regering heeft een systeem draaien (in de wandelgangen bekend als "The Great Firewall of China") om allerlei websites te blokkeren, hetzij tijdelijk hetzij permanent. Websites waar je gratis je eigen site kan bewaren, zoals Geocities en Angelfire, zijn permanent geblokkeerd — net als al de belangrijkste blog-sites. Ook YouTube en social media websites als Facebook en Twitter zijn verboden. Belangrijke nieuwsbronnen zoals news.bbc.co.uk zijn soms verboden en soms niet, maar veeleer wel dan niet. In oktober 2005 moesten zowel Wikipedia, Wikibooks als Wiktionary eraan geloven. Eigenaardig genoeg wordt Wikivoyage —voorlopig toch— met rust gelaten. Al deze sites waren in oktober 2006 eventjes terug, maar zijn nu opnieuw geblokkeerd.

Als je in China op een VPN van het bedrijf kan, heb je hier allemaal geen last van. Een andere mogelijkheid is een dienst zoals Peace Fire [12]. Via dit soort website kun je naar om het even welke website gaan zonder dat je extra software nodig hebt. Er is een mailinglist waar je de laatste info kan vinden. Ook de Tor-software [13] kan goed van pas komen.

Let wel dat deze censuur geen flauwekul is — de Chinese regering neemt deze maatregelen zeer ernstig, en sommige internetbedrijven maken er geen punt van om de regering daarbij te assisteren. Zowel Google als MSN bijvoorbeeld hebben zich akkoord verklaard met de gevraagde censuur, om op die manier de nodige Chinese licenties vast te krijgen. Yahoo ging nog een stap verder en werkte actief mee aan het opsporen van een Chinese surfer, die meteen voor tien jaar achter de tralies vloog! Als reiziger blijf je normaal buiten schot, maar zoals je merkt ga je hier toch beter niet al te lichtzinnig mee om. In het bijzonder, pas goed op dat je geen Chinese vrienden in de problemen brengt.

Nieuwsbronnen[bewerken]

China heeft enkele plaatselijke Engelstalige nieuwsmedia. Vooreerst is er CCTV 9, het Engelstalige tv-kanaal van de overheid. De China Daily is een Engelstalige krant, verkrijgbaar in betere hotels en in supermarkten die zich op buitenlanders richten. Verder zijn er enkele tijdschriften in het Engels zoals China Today.

Als Engels geen probleem vormt, heb je hiernaast nog enkele andere opties om aan ongecensureerd nieuws te komen.

  • De gratis e-maildiensten van Hotmail, Google, Yahoo, Netscape en andere zijn normaal niet geblokkeerd; dat lukt dus wel vanuit het internetcafé of met een laptop+wifi-verbinding. Je kan je abonneren op diensten die een nieuwsoverzicht rondsturen, en/of je vrienden vragen om je een beetje op de hoogte te houden. Dit soort mail komt er namelijk zonder problemen doorheen.
  • In de betere hotels vind je satelliet-tv op de kamer.
  • Veel hotels verkopen de belangrijkste kranten van over de wereld, plus zakelijke literatuur zoals The Economist, weliswaar voor een forse prijs. Als er een koffieshop is kan je daar soms de belangrijkste internationale kranten gratis inkijken.

Post[bewerken]

De post in China is over het algemeen betrouwbaar, en als het wat meezit ook snel. Wel moet je met een paar zaken rekening houden:

  • Als je post wil ontvangen gaat het sneller, en heb je minder kans dat het zoek raakt, als het adres in het Chinees geschreven is. Anders moet het postkantoor namelijk iemand voor een vertaling laten zorgen, wat wel lukt, maar tijd vraagt en niet altijd erg nauwkeurig is.
  • Laat je uitgaande post open vooraleer je ermee naar het postkantoor stapt. Ze moeten daar namelijk nakijken wat je precies verstuurt, en met een gesloten enveloppe lukt dat dus niet. De eenvoudigste oplossing is om je verpakking en dergelijke pas in het kantoor zelf te kopen, dan zien ze meteen wat je allemaal uitspookt.
  • De meeste postkantoren en koeriersdiensten weigeren cd's en dvd's.

Fax[bewerken]

Een fax (传真 chuanzhen) versturen naar het buitenland lukt in grote hotels normaal wel vanaf een dozijn renminbi. Faxen naar een nummer binnen China kan je zo goed als overal, ga gewoon op zoek naar de alomtegenwoordige fotokopiezaakjes met de Chinese karakters voor "fax" in de vitrine.

Bellen[bewerken]

Telefoneren ligt ietsje moeilijker. Naar het buitenland bellen is lastig, of dikwijls zelfs gewoon onmogelijk, als je niet in het bezit bent van een speciale belkaart, die je enkel ter plaatse kan kopen. Het goede nieuws is dat deze kaartjes behoorlijk goedkoop zijn, en eenmaal je verbinding hebt is alles goed verstaanbaar, zonder onderbrekingen of vervelende echo's. Kijk rond voor de IP Telephone Cards, die normaal een belwaarde hebben van ¥100 maar die je met wat weerwerk moet kunnen kopen voor nauwelijks ¥25. Op de achterzijde staan de instructies in het Chinees, maar je draait gewoon het nummer uit "Stap 1" en daarna krijg je een Engels-gesproken uitleg. Om een idee te geven van wat bellen kost: van China naar Europa bel je zo'n 22 minuten met een kaartje van ¥100. Naar de VS en Canada zou je naar het schijnt nog 20% goedkoper bellen.

Een gsm kopen[bewerken]

Gsm's zijn overal en de ontvangst is dan ook zoals het hoort. Als je langer dan enkele weken in China verblijft kan je overwegen om je een gsm aan te schaffen. De prijzen gaan vanaf zo'n ¥400. Als je rondreist moet je wel een exemplaar plus simkaart kopen die overal werken; sommige kaarten hangen namelijk aan een welbepaalde provincie vast. De zeer goedkope pakketjes (小灵通 xiaolingtong) werken zelfs maar in één stad.

Je kan een abonnement nemen, maar kaarten met daarop een bepaalde belwaarde wordt even vaak gebruikt. Je koopt gewoon in een winkeltje een oplaadkaart, met daarop een paswoord en een nummer dat je belt om je belwaarde terug op te krikken. Je belt dan met een computer die standaard op Chinees staat ingesteld, maar als je er net genoeg van begrijpt om op het juiste moment op de juiste knop te drukken, kan je er ook wel Engels uit sleuren. Dan nog is het niet simpel want het aantal mogelijkheden en instellingen is nogal uitgebreid. De "standaard" expat spendeert zo'n ¥100 (10 euro) per maand; toeristen wellicht wat minder. Zo'n herlaadkaart bestaat in versies van ¥100 en ¥50, maar ook hier kan je wel wat afpingelen tot zo'n ¥80 of lager.

Met zo'n gsm kan je niet naar het buitenland bellen. Hiervoor moet je even langsgaan bij een kantoor van China Mobile of China Unicom en vragen dat ze dit aanzetten. Dat kost je mogelijk een waarborg. Ook voor internationale gesprekken kan je met een prepaidkaart aan de slag; draai gewoon het nummer op de kaart zoals je met een vaste lijn zou doen, en de kosten gaan dan van die kaart af, en niet van je gsm-rekening.

Het Chinese gsm-systeem draait op 900 MHz, en dus hebben de meeste mobieltjes die frequentie. Dat is ook de frequentie in Europa, Zuidoost-Azië en Australië, maar in de VS, Canada of Zuid-Amerika werkt zo'n toestel niet (daar hebben ze 1900 of 850 MHz). Eventueel kan je een gsm kopen die het over de hele wereld doet dankzij ondersteuning voor meerdere frequenties:

  • Panasonic heeft een aantal modellen met drie frequenties (900/1800/1900).
  • Idem voor Nokia, bijvoorbeeld de 6310i [14].
  • Motorola heeft een aantal toestellen uit de betere prijsklasse, met vier frequenties, camera, en de hele winkel — bijvoorbeeld de RAZR V3 [15] die je begin 2007 in China kan krijgen voor zo'n 1500 RMB.

Je kan dit allemaal zonder problemen kopen in China, maar de prijzen liggen iets lager in Hong Kong (Hong Kong heeft ten andere zowel 900 als 1800 MHz in plaats van het exclusieve 900Mhz in China zelf).

In het westen hangt een gsm soms "vast" aan de provider bij wie je het pakket hebt gekocht, maar in China is dit nooit het geval; schuif er om het even wiens simkaart in en het ding blijft werken.

Omgekeerd wil dit ook zeggen dat als je al een gsm hebt die met de Chinese frequentie werkt (normaal wel het geval dus voor ons Europeanen), je ook gewoon een simkaart kan kopen die je dan in je gsm stopt. Dan heb je ineens een Chinees telefoonnummer, met al wat belwaarde op de kaart zodat je meteen aan de slag kan. Ook hier geldt dat zo'n kaart aan een bepaalde stad of streek kan vasthangen, dus je kan niet de baan op en verwachten dat je gsm altijd en overal blijft werken. Je hebt redelijk wat ruimte om te onderhandelen, waardoor je maar zelden de werkelijke belwaarde hoeft te betalen. De Chinezen gaan uit bijgeloof namelijk telefoonnummers vermijden met daarin het cijfer 4, want dat brengt ongeluk. Verkopers zijn dan ook wat blij dat ze deze "onverkoopbare" simkaarten aan een buitenlander kwijt geraken voor een zacht prijsje, wat kan gaan tot 50% korting.

Zonenummers[bewerken]

Het internationale oproepnummer voor China is 86. Voor een gesprek binnen het land gelden de volgende systemen:

  • In grote steden met nummers van acht cijfers wordt een zonenummer gebruikt van twee cijfers. Bijvoorbeeld, Beijing is (0)10 plus een telefoonnummer van acht cijfers. Op andere plaatsen bestaan telefoonnummers uit zeven of acht cijfers, plus een zonenummer van drie cijfers dat niet begint met 0, 1 of 2. Bijvoorbeeld, Zhuhai gebruikt 0756 plus 7 cijfers. Het noorden heeft de kleinere getallen, het zuiden de grotere.
  • Regulier gsm-gebruik werkt zonder zonenummer. Het telefoonnummer bestaat uit 130 of 132 gevolgd door 8 cijfers (China Unicom, GSM); 133 plus 8 cijfers (China Unicom, CDMA); 134 tot 139 plus 8 cijfers (China Mobile, GSM).
  • Sommige mobiele telefoons (小灵通 xiǎo língtōng) werken enkel in een welbepaalde stad. Deze hebben dan ook een telefoonnummer dat identiek is qua vorm met de normale nummers voor vaste lijnen in die stad. Zowel in aankoop als gebruik is dit de goedkoopste optie, maar echt geschikt voor een reiziger is het meestal niet. De gebruikte technologie is noch GSM noch CDMA, maar eigenlijk gewoon een soort opgefokte draadloze telefoon genaamd PHS.

Noodnummers[bewerken]

De volgende noodnummers werken overal in China:

  • Politie: 110
  • Brandweer: 119
  • Ziekenwagen: 120 (of 999 op sommige plaatsen)
  • Inlichtingen: 114

Deze nummers zijn gratis vanaf een gsm.

Dit is een gids-artikel. Het bevat een grote hoeveelheid aan goede, kwalitatieve informatie over relevante attracties, uitgaansgelegenheden en hotels. Duik erin en maak het een ster-artikel!


Landen in Azië
Centraal-Azië:Afghanistan · Kazachstan · Kirgizië · Oezbekistan · Tadzjikistan · Turkmenistan
Oost-Azië:China (Hong Kong · Macau) · Japan · Mongolië · Noord-Korea · Taiwan · Zuid-Korea
Midden-Oosten:Bahrein · Irak · Iran · Israël · Jemen · Jordanië · Koeweit · Libanon · Oman · Palestina · Qatar · Saudi-Arabië · Syrië · Turkije · Verenigde Arabische Emiraten
Rusland en de Kaukasus :Armenië · Azerbeidzjan · Georgië · Rusland
Zuid-Azië:Bangladesh · Bhutan · India · Maldiven · Nepal · Pakistan · Sri Lanka
Zuidoost-Azië:Brunei · Cambodja · Filipijnen · Indonesië · Laos · Maleisië · Myanmar · Oost-Timor · Singapore · Thailand · Vietnam
Bestemmingen
Continenten:Afrika · Azië · Europa · Noord-Amerika · Oceanië · Zuid-Amerika
Oceanen:Atlantische Oceaan · Grote Oceaan · Indische Oceaan · Noordelijke IJszee · Zuidelijke Oceaan
Poolgebieden:Antarctica · Noordpoolgebied
Zie ook:Ruimte
35.0; 104.5